Meandermagazine
Imitatie
Karel Wasch, de enige èchte, over beroemde pastiches, oftewel teksten in de stijl van een andere schrijver en meesters in het persifleren, en hoe dat heel iets anders is dan stukken overschrijven van andere auteurs. Kees van Kooten als Carmiggelt bijvoorbeeld. Marcel Proust als de gebroeders Concourt. André van Duin als Jules Deelder, inclusief stem en kleding!
Marc Bruynseraede
De recensent Marc Bruynseraede als dichter of als grootvader spelend met zijn kleinkinderen. De Vlaming in het Noord-Hollandse Heiloo. Op ontdekkingstocht, steeds nieuwe woorden vindend, en schelpen, borrelnootjes, pioentulpen, Maltese ridders, hemeltergende tweewielers, overstekende padden, brillenglazen, oogopslagen, aalmoezen, mouwen en keldergaten, een roterende rotonde, vanille-met-bosbessenijs, calamiteiten, toeristen, heimwee en onregelmatige werkwoorden. En het mooiste: ‘opklaringen zijn ophelderingen’.
Gershwin Bonevacia - Toen ik klein was, was ik niet bang
Marc Eyck ziet, in tegenstelling tot de landelijke media, geen dichterstalent in de tweede bundel ‘Toen ik klein was, was ik niet bang’ van Gershwin Bonevacia: ‘De bundel die vooral bestaat uit korte verhaaltjes draait met name om Gershwin en zijn verhouding tot zijn jongere ik. Uiteraard is dat laatste een legitieme insteek voor een bundel. Verwacht alleen niet dat anderen de inhoud als poëzie herkennen door er het etiket ‘Gedichten’ op te plakken.’
"de lijfeigene van de taal"
Cultuurwetenschapper, schrijfster en dichteres Hedwig Selles betast en beproeft met haar hele lichaam het woord. ”Slaat het aan op mijn hart of mijn ziel of mijn hoofd of mijn buik, mocht het een plek hebben gevonden dan bepaalt dat de grondtoon van de omgeving die ik voor het woord zoek.” Gedichten schrijven is een eerste levensbehoefte.
Frits Criens - Vreemde onthullingen
Als je nog niet zo heel erg vertrouwd bent met het schrijven of lezen van een ollekbolleke, dan heb je, na het lezen van ‘Vreemde onthullingen’ van Frits Criens, in feite een cursus gevolgd, volgens Jeanine Hoedemakers. ‘’De bundel is een gezellige reis langs prachtige klassieke schilderijen van oude meesters, met daarin de, soms op het randje, ondeugende en speelse dialogen en gesprekjes. Na de eerste foto begrijp je waarom Criens dit ‘pictobollekes’ noemt.’’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (13)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het dertiende antwoord komt van Marten Janse.