Recensies
Sylvie Marie - Houdingen
‘Houdingen’ is de vierde bundel van de veelbekroonde Vlaamse dichteres Sylvie Marie. De schets op de voorkant roept bij recensent Laura Demelza Bosma vragen op: ‘Duwen deze twee mensen elkaar weg of trekken ze zich juist naar elkaar toe? Is het aantrekken of afstoten?’ De gedichten en personages in ‘Houdingen’ lijken hetzelfde te doen in fijngevoelige sfeertekeningen die variëren van snoeihard tot licht absurd.
Hugo Claus - Nieuwe tekeningen en gedichten
Suzanne Holtzer zocht dichtregels bij een serie tekeningen die Hugo Claus tijdens een verblijf in het ziekenhuis maakte: ‘Nieuwe tekeningen en gedichten’. Het resultaat is prachtig, vindt Paul Roelofsen: ‘Het zijn ongekunstelde schetsen die zonder kritische stops tussen hart en hoofd naar de hand zijn gegaan.’ De poëzie is even onbezorgd: ‘met de kraan wijd open laat Claus de woorden stromen met een taalgevoel dat geen grenzen kent. Alleen iemand die de materie volkomen beheerst kan zich een dergelijke manier van schrijven veroorloven.’
Poëzie Kort 2018 / 2
In de tweede Poëzie Kort van dit jaar recensies over de uitgebreide bloemlezing ‘Mijn taalorkest’ uit ‘Brahman’ van J. A. dèr Mouw, samengesteld door Jan Kuijper; ‘Bitterzoete liefde. Griekse epigrammen’ van de Griekse dichter Meleagros, vertaald, ingeleid en verklaard door Paul Claes en, ook van Paul Claes, ‘Gouden vertaalregels. Tips voor beginnende [en andere] vertalers’. Recensies door Hans Puper.
Romain John van de Maele - Schaduwspel
Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag schetst Romain John van de Maele in ‘Schaduwspel’ drie portretten van oude mensen. De titel van de eerste afdeling is ‘Voorbij de woordgrens’, en is feitelijk op de hele bundel van toepassing: hoe te spreken over die laatste breekbare jaren? Van de Maele weet in een sterk gecomponeerde bundel hier treffende, afgewogen woorden voor te vinden. Eric van Loo las de bundel, en verdiepte zich in de verhalen achter de gedichten.
Drs. P en Marjolein Kool - Wis- en natuurlyriek. Met chemisch supplement en verse verzen van K
‘Wis- en natuurlyriek’ van Drs. P en Marjolein Kool verscheen al in 2000. Er is nu een uitgebreide editie, met drieëntwintig nieuwe gedichten van Kool. Inge Boulonois: ‘Het schrijvend duo liet zich inspireren door natuurwetenschappelijke coryfeeën als Pythagoras, Bohr, Buys Ballot, Fibonacci, Ohm en Gauss. Het resultaat: een bundel voor lezers die een luchtige cocktail van kunst en wetenschap, afkomstig uit de brouwerij van een econoom en een docent wiskunde en Nederlands, weten te savoureren.’
Peter Theunynck - Tijdrijder
Johan Reijmerink over ‘Tijdrijder’: ‘Theunynck is een zanger met een warm timbre en gevoel voor wisselingen in ritme, toon en kleur. Hij strooit vaardig met inspirerende beelden. Uit zijn beelden spreekt een mildheid en zachtmoedigheid die tot een melancholieke ontroering aanzet. Voor hem is ‘De luit (…) de stem van de avond.’ Hij mag zich in deze bundel met recht een beeldend woordkunstenaar noemen die de tijd meesterlijk weet te trotseren.’
Hans F. Marijnissen - Honger, dorst & verlossing
‘Honger, dorst & verlossing’ is de verwachtingsvolle titel van de nieuwe bundel van Hans F. Marijnissen. In deze bundel beschrijft de dichter vanuit de ik-perceptie verhoudingen met anderen en houdingen ten opzichte van anderen. Het taalgebruik wisselt daarbij van alledaags tot lyrisch, en komt soms gekunsteld over. Recensent Joop de Vries concludeert, dat de dichter erin geslaagd is leesbare en toegankelijke poëzie te schrijven.
Jos Stroobants - Brievelings dievelings lievelings
Maurice Broere over ‘Brievelings dievelings lievelings’ van Jos Stroobants: ‘Een ketting is zo sterk als de zwakste schakel zegt men, een waarheid waar je niet omheen kunt. Dat geldt jammer genoeg voor deze bundel. Ondanks de prachtige, evenwichtige, klankrijke verzen, laat je het eindoordeel toch beïnvloeden door de zwakke. Het had zo mooi kunnen zijn: laat de zwakke gedichten weg en de bundel is prachtig.’
Dirk De Schutter - Zo andersom is alles misschien
De essaybundel ‘Zo andersom is alles misschien’ van Dirk De Schutter heeft een veelbelovende ondertitel: 'Tussen dichten en denken'. Recensent Eric van Loo merkt, dat De Schutter vooral geboeid is door de hermetische dichter Hans Faverey en de echo’s van religieuze wortels in het werk van Erik Spinoy, en zich vaak van een stevig filosofisch jargon bedient. Niet echt iets voor de beginnende poëzielezer, maar zeker interessant voor wie het grensvlak poëzie – filosofie wil verkennen.