Recensies
Gerrit Komrij - Alle gedichten
Herbert Mouwen over ‘Alle gedichten’ van Komrij: ‘De poëzie van Gerrit Komrij komt over als vormvast en is ogenschijnlijk toegankelijk, op het eerste gezicht in ieder geval niet hermetisch, hoewel ik als lezer voorzichtig blijf met deze vaststelling.’ Hij was niet iemand die wachtte op inspiratie: ‘Komrij bouwt zijn gedichten woord voor woord en regel voor regel op. Niet voor niets had hij veel belangstelling voor architectuur en heeft hij daarover met de nodige kritiek op de hedendaagse bouwkunst gepubliceerd.’
Michaël Slory - Alsof men alles loslaat
Voor de Surinaamse dichter Michaël Slory is alles poëzie. Hans Franse over de bloemlezing ‘Alsof men alles loslaat’: ‘Er is niet één alles doordringend poëtisch thema dat de bundel bepaalt, maar het is de hele wereld. (…) Hij schrijft in het Nederlands, Spaans, Engels en Sranantongo.’ Er zijn weinig dichters voor wie ‘leven, werkelijkheid en taal zo’n naadloos continuüm vormen’.
Emma Crebolder - Opsnuiven
‘Opsnuiven’ van Emma Crebolder is een bundel over geursensaties die oude tijden doen herleven. Maurice Broere: ‘Eigenlijk komen alle romantische motieven voor: het verleden, verre vreemde oorden, de natuur, nostalgie. (…) Ik betrapte me erop dat ik me meer bewust geworden ben van de geuren om me heen, een sensatie die ik toch een beetje verwaarloosde. Een compliment voor de dichteres als je door woorden iemand aan het ruiken kan krijgen.’
Theo Mestrum - Nachtwaken
Wanneer recensent Peter Vermaat op de achterflap leest, dat ‘Nachtwaken’ voornamelijk in de kleine uurtjes ontstaan is, onder het luisteren naar romantische en eigentijdse klassieke muziek, blijft hij nieuwsgierig. De opmerking ‘Taal is een schromelijk overschat instrument’ ervaart hij niet echt als een aanbeveling om deze bundel van Theo Mestrum eens lekker open te slaan. Lees wat hij ontdekte: banaliteiten, rijmdwang, bombast en onbedoelde humor.
Jos van Daanen - De schoonspringer
‘De schoonspringer’ van Jos van Daanen beschrijft de val, nee de sprong, van de hoofdpersoon, van een flatgebouw van 23 verdiepingen, waarbij ‘de film van zijn leven’ aan hem voorbijtrekt. Een complexe tekst met hyperlinks, waarmee tijdens het lezen van het grotere geheel de dichter via een terzijde de lezer in het oor fluistert. Recensent Peter Vermaat: “‘De schoonspringer’ is minder een compositie dan een improvisatie, en dat is tegelijkertijd zijn zwakte en zijn kracht.”
Jeanet van Omme - Ik en het gedicht
Hoe begin je een gedicht? Herschrijven, hoe werkt dat? Wanneer besluit je dat een gedicht af is? Interessante vragen over het schrijven van poëzie die schrijfdocent Jeanet van Omme aan drie bij haar Schrijfatelier betrokken auteurs (Sasja Janssen, Floor Buschenhenke en Anne van Amstel) voorlegt. Recensent Eric van Loo heeft het met plezier gelezen, maar signaleert in de gesprekken ook een weinig kritische benadering.
Annemie Deckmyn - Alles gebeurt onderweg
Romain John van de Maele over het debuut ‘Alles gebeurt onderweg’ van Annemie Deckmyn: ‘De bundel is beslist een aanwinst, nu de podiumpoëzie hoge toppen scheert. Niet het effect van de woorden, maar de verborgen laag van de zegging staat voorop in het werk van Annemie Deckmyn, en dat is een kwaliteit die ik ten zeerste waardeer.’
Ingrid Jonker - Ik herhaal je
Het is niet gebruikelijk om herdrukken te recenseren, maar voor ‘Ik herhaal je’ van Ingrid Jonker maakte Hans Puper een uitzondering. De aandacht gaat vooral naar het autobiografische karakter van haar gedichten en minder naar de vorm, waarin ze een meester was. ‘Dat beleef je pas echt als je de gedichten in het Afrikaans leest (de bundel is gelukkig tweetalig), want, met alle respect, in de vertaling van Komrij gaat veel verloren.’
Sven de Swerts - Atomenplukker
Maurice Broere over ‘Atomenplukker’ van Sven de Swerts: ‘Verwacht geen mooie, afgeronde verhaaltjes en gedachten van De Swerts. Hij nodigt ons uit zijn poëzie ongepolijst tot ons te nemen in al zijn rauwheid. Volgens eigen zeggen houdt hij niet van mooie praatjes en geeft daarmee de lezer veel, misschien te veel vrijheid. Al met al een uitdagende bundel.’