LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Tseard Veenstra - Zinspelen
Tseard Veenstra - Zinspelen
Er is veel liefde, veel bezinning, een milde levensfilosofie in de bundel ‘Zinspelen’ van Tseard Veenstra, die in een ritmisch parlando is geschreven, volgens Hans Franse. ‘De kracht van de woorden, de schepping in taal van omgeving en relaties is een voortdurend thema in deze gedichten. Wat ik mis is af en toe een metafoor die even een extra aandacht legt op bepaalde woorden. Het is een van die bundels met fraaie, bezonnen poëzie.’
W.A. Jonker - de pose en het model
W.A. Jonker - de pose en het model
Het cynisme in de bundel ‘de pose en het model’ van W.A. Jonkers slaat niet aan bij Wim Platvoet: ‘De andere mens wordt in de gedichten van Jonker gereduceerd tot een object, waarbij Jonker het doet voorkomen alsof dit een activiteit van die ander is, die ander zichzelf tot object maakt. Het zijn slechts banale gebeurtenissen die door zijn beschrijving nog veel banaler worden.’
Ronelda S. Kamfer - Chinatown
Ronelda S. Kamfer - Chinatown
Hans Puper vraagt zich in zijn recensie over ‘Chinatown’ van Ronelda S. Kamfer af of ‘een oudere witte man van het noordelijk halfrond een recensie [mag] schrijven over een bundel van een betrekkelijk jonge zwarte vrouw van het zuidelijk halfrond’. Hij vindt van wel. Sterker nog: wie dat anders ziet, snapt niets van literatuur.
Michaël Vandebril – Op de weg van Appia
Michaël Vandebril – Op de weg van Appia
Kamiel Choi is niet onder de indruk van ‘Op de weg van Appia’, de bundel waarin Michaël Vandebril zijn reisgedicht beschrijft door Zuid-Italië. Er valt in poëtisch opzicht weinig aan te beleven, eerder saai. ‘Op sommige plekken krijg ik de indruk dat het vertaalde poëzie is, dat de woorden uit hun oorspronkelijke habitat zijn gelicht, waar zij met hun ritme en klank thuis waren, en omgezet in de afstandelijke taal van een archeoloog die voor het literaire effect een soort betrokkenheid veinst.’
Yentl van Stokkum - IK ZEG EMILY
Yentl van Stokkum - IK ZEG EMILY
Paul Roelofsen over ‘IK ZEG EMILY’ van Yentl van Stokkum: ‘Een originele en sterke debuutbundel met gedichten die je meesleuren in de vervoering en verwarring van een vertelster overmand door haar gevoelens voor een auteur van wie ze aanvankelijk dier literaire leven dacht te onderzoeken, maar bij zichzelf uitkwam.’
Carl Norac - Beeldenraper
Carl Norac - Beeldenraper
‘Beeldenraper’ van Carl Norac is een schitterende bundel die elke liefhebber zou moeten aanschaffen, volgens Martijn Benders. Zelden zag hij een mooier vormgegeven bundel. ‘Norac is een begenadigd lyricus en zijn poëzie leren kennen is ook in deze vertaling van Hilde Keteleer nog een lust voor het oor. De gedichten zijn ingetogen maar staan juist daardoor vaak bol van de spanning.’
Ingmar Heytze - De honderd van Heytze
Ingmar Heytze - De honderd van Heytze
Best een bijzonder boek: ‘De honderd van Heytze’ waarin Ingmar Heytze zijn eigen top 100 heeft samengesteld en een inleiding geeft bij ieder gedicht, vindt Ivan Sacharov. ‘Heytze blijft – heel verstandig – ver weg van het verklaren van zijn poëzie. Ik geloof dat Heytze een bij uitstek romantisch dichter is. Een soort Liszt in de poëzie, met een duidelijk theatrale aanleg. Iets dat zijn populariteit bij een tamelijk groot publiek verklaart.’
Jidi Majia - Ik schrijf omdat ik een toeval ben
Jidi Majia - Ik schrijf omdat ik een toeval ben
Recensent Hettie Marzak bespreekt de bundel ‘Ik schrijf omdat ik een toeval ben’ van de Chinese dichter Jidi Majia, samengesteld en vertaald door Silvia Marijnissen. ‘Een bundel met vrij eenvoudige gedichten, zonder veel stijlfiguren, maar fris en sprankelend als een bergstroom die ontspringt uit een eeuwenoude bron, die een ander, maar niet minder weids poëtisch uitzicht biedt dan we gewend zijn.’
Paul Demets – Het web van omtrek
Paul Demets – Het web van omtrek
‘Het web van omtrek’ is een ode aan kunstenaar Roger Raveel, een belangrijke dichtbundel in het oeuvre van Paul Demets en heeft alles in zich om een klassieke bundel te worden volgens Herbert Mouwen. ‘Het is niet altijd gemakkelijke, maar wel boeiende poëzie. Het is eigenlijk niet te bevatten dat deze bundel met 49 titelloze gedichten zolang onbereikbaar is geweest voor een groot lezerspubliek.’