Recensies
Josse Kok – Probeert u het later nog eens
Berry Vos raadt aan ‘Probeert u het later nog eens’ hardop voor te lezen, bij voorkeur met een Dordtse tongval. Op papier is hij minder te spreken over Josse Koks tweede bundel: “Ik mis bij Kok vaak de pointe, en als die er is dan stelt die vaak teleur. Het is niet altijd duidelijk wat de dichter nou precies wil zeggen.” Wel laat de dichter zien over een rijke fantasie te beschikken, waarbij hij zich bedient van onwerkelijke, hallucinatoire beelden.
Mark Meekers – uit de volière van mijn hart
Maurice Broere schreef een recensie over ‘uit de volière van mijn hart’, een selectie van Mark Meekers uit zijn ‘nagelaten gedichten 1958 – 1982’. De bundel telt 270 bladzijden. Broere is niet onverdeeld enthousiast. Hij mist ‘een kritische blik, waardoor een bloemlezing had kunnen ontstaan met een duidelijke thematiek, overzichtelijk voor de lezer. Hier geldt: niet het vele is goed, maar het goede is veel.’
Joep Kuiper - Hoop over been
Berry Vos over ‘Hoop over been’ van Joep Kuiper: ‘Dat er in deze bundel een voorwoord is opgenomen geeft te denken. Waarom laat de uitgever de poëzie niet voor zichzelf spreken?’ Toch valt er genoeg te genieten in deze bundel, ondanks de opvallende zwartgalligheid, die zijn oorsprong lijkt te vinden in een verloren liefde. De surrealistische beelden boeien vaak, al zijn ze soms lastig te interpreteren.
Roelof ten Napel – Het woedeboek
Het debuut van Roelof ten Napel is direct al genomineerd voor de Grote Poëzieprijs, die op 16 juni zal worden uitgereikt. Peter Vermaat is ook laaiend enthousiast over ‘Het woedeboek’. De recensent maakt een diepe buiging voor de dichter, die “geheel buiten de mode van pseudofilosofie en als surrealisme vermomde dronkemanspraat, met zijn dolk van taal het papierwit zo [weet] te kerven, dat het huilt en zingt.”
Kees Engelhart - Dagen. Band 1, Deel 3, Dagen van Van Putten
Hans Puper over het derde deel van ‘Dagen, Band 1, Deel 3, Dagen van Van Putten’ van Kees Engelhart: ‘[Het] is een epos over liefde en dood, het leven met al zijn pieken en dalen. Memento mori. Nadat Doppertjes geliefde paard Fernando rechtstandig is begraven, wordt er in plaats van een grafsteen een spiegel aan het hoofd van het graf neergezet. Wie daarin kijkt, weet wat ieders lot is, ook dat van Engelhart.’ Maar laten we hopen dat hij het nog decennia lang volhoudt.
Poëzie Kort 2019 / 3
In de derde Poëzie Kort van 2019 recensies over ‘Gedachte gedichten’ van Jan Terlouw (Eric van Loo), ‘Hongerklop’ van Eric van Rooij (Lennert Ras) en de jubileumbundel ‘De eeuwige jeugd’ door dichters van café Eijlders (Hans Puper).
Toon Tellegen - Glas tussen ons
Laura Demelza Bosma is gelukkig met ‘Glas tussen ons’ van Toon Tellegen: ‘Iemand die zo schrijft als Tellegen lééft, is een veranderlijk, gelaagd wezen en kan zich daardoor ook verplaatsen in het perspectief van een ander, een dier of zelfs een ding. Deze bundel heet 'Glas tussen ons', en ja, er zijn zinnen en stemmingen te vinden die zich als vogels tegen dit glas bewusteloos vliegen, maar als er overal om ons heen glas is, dan is deze bundel een plek waar glas smelt.’
Marieke Lucas Rijneveld - Fantoommerrie
Johan Reijmerink over 'fantoommerrie' van Marieke Lucas Rijneveld: ‘Ze heeft met deze magistrale bundel opnieuw het bewijs geleverd dat ze een talentvol en krachtig jong dichterschap vertegenwoordigt. Ze weet de lezer mee te nemen in haar wervelende beeldenstroom vol ernst en humor. Wat dat aangaat is dit geen fantoompoëzie. Toch zou ik wel eens willen dat Rijneveld haar meesterschap in de beperking zou zoeken: een ode aan de werking van het wit.’
Geert Viaene - Tussentij
Hans Franse over de bundel ‘Tussentij’ van Geert Viaene: ‘[Het is] een bundel voor lezers die erin slagen door de soms overdonderende bijna barokke stroom van woorden, neologismen, associaties, gedachten, onomatopeeën, de soms emotionele menselijke en lyrische poëtische inhoud te vinden, een bundel die een emotioneel-intellectuele werkzaamheid vraagt , maar uiteindelijk voldoening biedt en ontroert.’