Het voelde echt als een noodzaak om het woord de kans te geven
Aly Freije won in 2008 de Freudenthal-prijs, publiceerde in 2009 een Groningstalige bundel Wondpoeier en debuteerde dit jaar nog een keer, nu met Door het vanggat in het Nederlands.
Aly Freije won in 2008 de Freudenthal-prijs, publiceerde in 2009 een Groningstalige bundel Wondpoeier en debuteerde dit jaar nog een keer, nu met Door het vanggat in het Nederlands.
Honderd jaar geleden beleefde Vlaanderen een literaire aardschok, gevolgd door een van storm van verontwaardiging: Paul van Ostaijen, een dichter van nauwelijks twintig jaar, debuteerde met de bundel ‘Music-Hall’, over het uitgaansleven in Antwerpen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Matthijs de Ridder bezorgde een mooie jublileumuitgave, waarin hij vijf nog niet eerder gepubliceerde gedichten opnam. In zijn nawoord gaat hij onder andere in op de poëtische ontwikkeling van de dichter tot aan de verschijning van zijn debuut. Een recensie van Paul Roelofsen.
Licht speelde altijd al een belangrijke rol in de poëzie van H.C. ten Berge (winterlicht in sneeuwlandschappen bijvoorbeeld), maar in ‘Splendor’ toont hij zich een waar luminist. Zijn bundel fonkelt als een diamant. De gedichten zijn glashelder, geladen en ieder woord heeft een maximale werking in klank, ritme en betekenis. Deze bundel kun je niet ongelezen laten. Een recensie van Hans Puper.
Nog vijf gedichten die de aandacht trokken tussen de inzendingen in de eerste ronde van de Meander Dichtersprijs 2017. Van Bert Struyvé, Nico W. Pot, Robin Wim Hutse, Irene Schoenmacker en Hester van Beers .
De nieuwe bundel van Martijn Benders, Lippenspook, heeft een ongeremdheid die zijn poëzie spannend en aantrekkelijk maakt, maar soms ook afstotelijk en vervreemdend is. Benders is eigenzinnig en we kunnen nog veel van hem verwachten. Welke kant het op zal gaan, blijft nog ongewis. Een recensie van Johan Reijmerink.