Archief
Jabik Veenbaas, een ziel met aardse contouren
Nog niet zo lang geleden verscheen bij Uitgeverij De Contrabas De zon, het smalle bed, mijn lichaam, de nieuwste, prachtig vormgegeven bundel van Jabik Veenbaas. Sander de Vaan had een e-mailgesprek met deze opmerkelijke dichter over huismussen, lichtblauwe bikini’s, ecce homo en nog veel meer.
Nieuwe gedichten van Astrid Dewancker
Halverwege het vorige decennium publiceerde Meander zes gedichten en een verhaal van Astrid Dewancker (1949). Onlangs stuurde de dichteres recent werk in. Tijd voor een hernieuwde kennismaking.
Netjes alfabetisch tussen Claus en Ducal
Poëzie is voor Y.M. Dangre in de eerste plaats een scheppingsproces. Hij zegt daarover: 'Dichters zijn alchemisten, op zoek naar het goud van de schoonheid. Daarbij bewegen ze zich op het snijvlak van individualiteit en universaliteit. Een gedicht moet ten diepste van de dichter zelf zijn, maar dan op zo'n manier dat de ander er ook wat aan heeft. De lezer moet verrast worden door originaliteit.'
Nachoem M. Wijnberg - Divan van Ghalib
'Hij is een van de allerbeste dichters die we hebben. Hij onderscheidt zich namelijk van andere 'moeilijke' dichters door zijn heldere, dagelijkse taalgebruik. In zijn meanderende, altijd logisch beginnende en pas later ontsporende zinnen zit altijd het gevoel van waarheid. Ze geven je het idee dat je ze, de volgende keer dat je ze leest, wél zult begrijpen. En dat is precies waarom je ze niet onmiddellijk moet willen overlezen. Nee, bij Wijnberg moet je dóórlezen, het overkoepelende verhaal proberen te zien of de muziek van de taal proberen te horen.' Bouke Vlierhuis toont zich onder de indruk van Nachoem M. Wijnbergs De divan van Ghalib.
Klassieker 129: Paul van Ostaijen - Avondgeluiden
Het gedicht ‘Avondgeluiden’ van Paul van Ostaijen is één van zijn (vele) nagelaten gedichten. Wim Kleisen leest het als een droomgedicht, in de traditie van Jan Luyken en P.C. Hooft.
Nog een lente (9): Presentatie in Perdu
Sfeerbeelden
Armando - Gedichten 2009
'Kunstenaars brengen produkten voort waar vooreerst niemand behoefte aan heeft. Daarom is kunst zo belangrijk. Daarom is kunst zo overbodig', stelde Armando ooit. En dit citaat van Nietzsche had zijn duidelijke instemming: 'Wir haben die Kunst, damit wir nicht an der Wahrheit zugrunde gehen. Kunst ist die einzige Rechtfertigung des Lebens.'
Armando's beeldend werk is onbetaalbaar, weet Joop Leibbrand. Dat dit voor zijn Gedichten 2009 eveneens geldt, laat zich voor een bescheiden bedrag vaststellen.
Nog een lente (8): Na Leuven komt Amsterdam
Peter Swanborn - Tot ook ik verwaai
'Het interessantst vind ik de afwezigheid van het benoemen van wat straks komt, dat van later, het onbekende element waarnaar de dood verwijst. Het gebrek aan informatie over de stervende schept ruimte voor een onbekende factor. Het is dit wezen zonder gezicht dat in de geest en het lichaam van de moeder huishoudt, dat door de uitermate bedwongen en sierlijk gewone taal van Swanborn tot leven komt.' Emily Kocken over Tot ook ik verwaai van Peter Swanborn.
Gedichten
Antoinette Sisto
F O C U S
Wat is dat teer, afbreekbaar punt
waar onze lijnen niet meer samenvloeien?
Afstand die ik volg
maar niet naartoe genegen ben
Gevallen appels kan ik feilloos vinden
op de tast in het donker, verscholen
in greppels achter de dijk.
Cirkels in het jonge gras
die onuitwisbaar willen blijven
of ik jou daadwerkelijk
terugvind - in een ring
een naam die anders klinkt
Waar zal ik straks ontwaken
tussen het weiland en de sloot
tussen de einder en het water
tussen de parelmoeren wolken
torenhoog –
boven huizen in de ochtendkou
of onder jouw arm
buiten het dekbed
naast je hartstochtelijk slapend oog
dit gedicht is op de tweede plaats geëind
De kladblaadjes voorbij
Marleen van der Velden (1987) timmert aan de weg. Hoewel ze nog jong is, heeft ze al regelmatig in de spotlights gestaan. Zo won ze in 2008 de CJP Kortverhalenwedstrijd en stond ze het jaar erna op Onbederf’lijk Vers in Nijmegen. Anna de Bruyckere had een gesprek met haar over proza en poëzie, de buurvrouw, en smaakoordelen.
Nieuwe gedichten van Antoinette Sisto
Kort nadat Antoinette Sisto in 2007 debuteerde met een dichtbundel, verscheen een interview met gedichten in Meander. Onlangs stuurde de dichteres nieuw werk in.
Gedichten
Marleen van der Velden
Het begin van het einde
Ik laat mijn handen vogels zijn.
Nu de jaren niet meer in september beginnen,
scheur ik het masker van jeugdigheid af en
kleur binnen de lijntjes de advertenties in.
‘Ervaring gewenst. U bent sociaal en stressbestendig.’
Ik ben vooral lamlendig.
Ik laat mijn hand een rendier zijn.
Het papier heeft een afdruk op mijn gezicht achtergelaten,
gelukkig is er geen verschil te zien. In het licht
zie je strepen, zoals op een slecht geverfde muur.
In mij is nu al een ruïne zichtbaar. Bouwvakkers
heb ik nooit begrepen, ik breek de dingen
liever af en bereken nooit de som van mijn gebreken.
Ik laat mijn handen vuisten zijn.
'Poëzie werkt verslavend op mij'
Frouke Arns won onlangs de Meander Dichtersprijs. Sander de Vaan had een gesprek met haar over poëzieverslaving, overslaande stemmen, openstaande dichtdeuren en nog wat meer.
Frouke Arns leest twee van haar gedichten
Dichtersprijs 2010 (5): Frouke Arns is de winnaar
Frouke Arns (1964) heeft de Meander Dichtersprijs 2010 gewonnen. Zij kreeg 26% van de stemmen van de lezers van Meander.
'Ik hoef de programmeurs niet meer te drogeren'
'Mijn poëzie is als een stuk zeep dat onder het douchen telkens uit je vingers glipt. Als je het weer te pakken hebt, zie je die zeep weer uit je handen floepen, het badkamerraam uit vliegen, een deuk slaan in de gloednieuwe wagen van de buurman, met als gevolg: gillend autoalarm, buurt hysterisch, chaos alom, de stad brandt af.' Dat is Ellen Deckwitz ten voeten uit. Meandermedewerker Sanne den Adel vroeg haar hoe het haar is vergaan na het winnen van de Meander Dichtersprijs in 2009.
Gedichten
Inge Boulonois
TOURNEE
Wat gebeurt: een gele dag
en hij nestelt zich als bij toeval
in de korf van mijn ribbenkast,
die vogel van kristal.
Mooier dan La Gioconda en
nooit vermoeid bezit hij bebroedt hij
mijn hardrode hart, de dauw
van de melkweg nog rond zijn bek.
Met de kop continu in de wolken
ritselt hij op overgebleven blad,
port een verborgen vonk op,
zingt prompt heel mijn binnenste
licht, veel lichter dan het oog
van een dichter in de regel velen kan.
Op een gele dag
nestelt hij zich als bij toeval
in de korf van een ribbenkast.
Al eeuwen is hij op tournee –
'Mijn poëzie wil kunst zijn'
'De laatste jaren heb ik me toegelegd op het schrijven van ekfrastische poëzie, gedichten die geïnspireerd zijn door schilderijen of beelden. Dat voelt voor mij natuurlijk heel vertrouwd', vertelt Inge Boulonois. De dichteres maakte een jaar of tien geleden, min of meer noodgedwongen, de overstap van de beeldende kunst naar de poëzie. Ze won inmiddels diverse prijzen.
Gedichten
Angela Marinescu
Blues (Aceste bluesuri impregnate)
Deze bluesgedichten doordrongen van de geur van papier
van de gitaar van Paco de Lucia en van
jouw kracht je te verschuilen achter een clownsmasker
zijn precies wat ik me nu heb voorgenomen
niet meer, maar ook niet minder
in een gelijkmatig en toch onheilspellend ritme
van steeds geraffineerder vleselijke genoegens toen
het welriekende haar op je borst vermengd met sigarettenrook
me een moeilijk te beschrijven beneveling van de zintuigen bezorgde,
en toen ik omzichtig afdaalde over de middellijn,
ik bedoel die bruinige lijn van jouw buik
had ik kunnen stuiten op een kuil, een meer, een put
maar ik botste op een in de nat
Een eigen geluid in de Roemeense poëzie
Op verzoek van Meander schreef Jan Willem Bos een korte biografische schets van de Roemeense dichteres Angela Marinescu. Sander de Vaan maakte een selectie van door Bos vertaalde gedichten. Wat Angela Marinescu te zeggen heeft, en de manier waarop ze het zegt, levert een heel eigen geluid op in de Roemeense poëzie
Niet schrijven maar schrappen
Van Dimitri Antonissen (1974) verschenen gedichten en verhalen in literaire tijdschriften als Lava Literair, Sampel, Meander en in NRC Next. Hij is 35, woont in Antwerpen in de schaduw van het Beerschotstadion, en is verzot op zijn vrouw, dochter, hardlopen, lekker eten, kranten, ArtLine-stiften, New York en Shiraz. En op stiftdichten: in krantenartikelen woorden schrappen tot er een gedicht overblijft. In april verschijnt bij Wintertuin een eerste bundel.
Lodewijk van Deyssel - Menschen en Bergen
Sinds kort is op de site van het Huygens Instituut de complete tekst te vinden van Van Deyssels Menschen en bergen. Het betreft hier een door Jan-Willem van der Weij bezorgde uiterst complete wetenschappelijke editie, voorzien van een overzichtelijke, intuïtieve en plezierig lezende gebruikersinterface. Bouke Vlierhuis toont zich onder de indruk, maar blijft toch liever spreken van een verhaal dan van een prozagedicht. Oordeel zelf, en geniet vooral van de fraaie poepscène!