LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Klassieker 266 : Erik Menkveld – Aan de mast
Klassieker 266 : Erik Menkveld – Aan de mast
Rogier de Jong bespreekt 'Aan de mast' - een gedicht uit de bundel Schapen nu! (2001) van Erik Menkveld (1959 - 2014) dat ons terugvoert naar Odysseus en de Sirenen. Verleidt hun gezang ook jou vandaag?
Trudy Dijkshoorn - Fijnstof
Trudy Dijkshoorn - Fijnstof
In ‘Fijnstof’, het debuut van Trudy Dijkshoorn, treft Maurice Broere gedichten aan die prettig in het gehoor liggen: ‘Naast de thematiek van eenzaamheid, gebroken liefdes, openbaar vervoer, zien we het Groningse land voorbij komen in mooie observaties. De verzen hebben een mooie klankkleur door het ingehouden gebruik van rijm. Kortom, een interessant debuut van een dichter van wie we meer moois kunnen verwachten.’
Interview Peter van der Vlis
Interview Peter van der Vlis
Peter van der Vlis heeft het stokje overgenomen van Wim Meyles. Peter werd eind oktober door Stichting Taalpodium Emmen tot winnaar uitgeroepen van het NK Light Verse. Een jaar lang mag hij deze titel voeren. Hij is liefhebber van de woordspelige puntigheid van Kees Stip en het double dutch van John O’Mill. Inge Boulonois sprak met hem.
Lotte Dodion - Studio Haiku
Lotte Dodion - Studio Haiku
‘STUDIO HAIKU’ van Lotte Dodion is een leerboek voor het schrijven van haiku. Op vlotte toon enthousiasmeert Dodion de lezer om aan de slag te gaan. Kenner van haiku, Jeanine Hoedemakers, ziet dat er voldoende gereedschap geboden wordt om te beginnen met schrijven, toch uit zij ook kritiek. Waarom wordt deze kwetsbare kunstvorm in het boek steevast gedegradeerd naar een gezellig tussendoortje? ‘Het gevaar schuilt er bij dit soort kwalificaties in dat de haiku naar het niveau van de hobbyschrijver wordt gedegradeerd.’ Een longread.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (71)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (71)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het eenenzeventigste antwoord komt van Hans F. Marijnissen.
Biografie Theo van Doesburg - Ik sta helemaal alleen
Biografie Theo van Doesburg - Ik sta helemaal alleen
Een longread van Herbert Mouwen over de biografie van Theo van Doesburg, ‘Ik sta helemaal alleen’, door Sjoerd van Faassen en Hans Renders. Een gedetailleerd werk, maar vlot geschreven en toegankelijk. Ook is ‘deze biografie één grote opsomming van weerstand bieden, ruzie maken en meedogenloze kritiek hebben op alles en iedereen.’ Als dichter blijft Van Doesburg een merkwaardige figuur, waar volgens Mouwen meer aandacht aan geschonken had kunnen worden in deze biografie. De typering ‘seismograaf van de avant-garde’ is ten slotte terecht, aldus Mouwen.
Nieuwsbrief 46 / 11 december
Nieuwsbrief 46 / 11 december
De Zeeuwse canon (I)
De Zeeuwse canon (I)
‘Net als aardgas kan ook poëzie aardbevingen veroorzaken, maar gelukkig alleen literaire.’ Rogier de Jong in het eerste deel van zijn drieluik over dichters uit Zeeland. Water en land zijn een ‘archetypisch’ thema in de Zeeuwse poëzie. Daarbij gaat het, net als in veel andere literatuur, over worstelen en boven komen. En dan is er nog het befaamde ‘Zeeuwse licht’…
Van kleurrijke papegaaiduiker tot bleke leegte (*)
Van kleurrijke papegaaiduiker tot bleke leegte (*)
Ook recensent Marc Bruynseraede hield zich bezig met de Antwerpse kwestie rond het stadsdichterschap. ‘De dichters mogen dan schrijven wat ze willen – dààr is de Schepen formeel over – als ze maar aan de leiband lopen. De burgers die dachten dat de dichters VRIJ waren te schrijven wat ze wilden, die hebben het verkeerd begrepen.’
Kees Stip - Puntgaaf
Kees Stip - Puntgaaf
Eindelijk is er weer een spiksplinternieuwe grote verzamelbundel van Kees Stip uitgekomen: 'Puntgaaf'. Ivo de Wijs, bijgestaan door Jaap Bakker, heeft een selectie gemaakt uit het omvangrijke oeuvre van deze illustere puntdichter. 'Puntgaaf' bevat nooit eerder gepubliceerde gedichten. Een longread van onze specialist op het gebied van Light verse: Inge Boulonois.
Interview Mathijs Sanders
Interview Mathijs Sanders
Hans Puper interviewde Mathijs Sanders, hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde, onder andere over het huidige universitaire poëzieonderwijs en -onderzoek en zijn werkwijze als recensent.
Roger de Neef - Het hier
Roger de Neef - Het hier
Marc Bruynseraede dook in het ‘Gedichtenboek 1962-2022’ van Roger de Neef, ‘Het hier’ genaamd: ‘’Gedichten van Roger de Neef lezen is een feest voor het intellect en de honger naar speelse, soms kinderlijke buitelingen van jazzy vrijheid en bodemloosheid van het gevoel. ‘Het Hier’ is niet zomaar een bundeling van het geschrevene maar een terechte existentiële présence en intensiteit, waarmee de dichter ‘het leven celebreert in al zijn slordigheid’. ‘Hier’ staat voor het tijdloze en onverklaarbaar nu.’’
Op een muis. Sint als pr-deskundige
Op een muis. Sint als pr-deskundige
Als Sinterklaassurprise hebben we vandaag een tweede publicatie, een column van Bram Mieras over een light verse gedicht van Kees Stip die hier jongleert met de uitdrukking ‘de berg heeft een muis gebaard’. ‘Plezierdichten’ zei Drs. P, daarmee verwijzend naar de lol die zowel de dichters hadden in het maken ervan als hun publiek in het lezen. Wij gunnen u een extra pleziertje.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (70)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (70)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het zeventigste antwoord komt van Pom Wolff.
Paul Bezembinder - Duizelingen
Paul Bezembinder - Duizelingen
Paul Bezembinder schrijft geen toegankelijke poëzie in zijn bundel ‘Duizelingen’, al levert het soms wel ingenieuze bouwwerken aan gedichten op. Peter Vermaat houdt wel van wat speur- en uitzoekwerk, maar komt tot de conclusie dat: ‘Het nadeel van intellectueel poëtische uitdagingen is dat ze te snel het karakter krijgen van raadsels, die – eenmaal opgelost – hun aantrekkingskracht verliezen.’
Nieuwsbrief 45 / 4 december
Nieuwsbrief 45 / 4 december
Leven in Rome
Leven in Rome
Jan Loogman was in Rome en zag wat Hester Knibbe ooit opschreef: 'Beelden van Huisraad, Golfplaat, Afvoerbuis: een tempel van god Onooglijkheid'. Wie niet waagt, komt niet verder in deze stad die behalve van rommel ook bruist van lawaai. Is het wel lawaai, vroeg hij zich af. Hollanders zijn gewoon niet ervaren in het spel van geluid.
Dandy-isme en esthetiek als verzet in de poëzie
Dandy-isme en esthetiek als verzet in de poëzie
De afkeer van het burgerlijke, het concrete, eenduidige, was vanaf de jaren vijftig in de Vlaamse poëzie al aangesneden door schrijvers als Paul Snoek en Hugo Claus. In de jaren zestig werden zij opgevolgd door Nic van Bruggen en Patrick Conrad met een poëzie muzikaal van factuur, op woordklank gericht en meer of minder expressionistisch. Pieter Sierdsma komt met prachtige voorbeelden.
Joke van Leeuwen - Aan tafels
Joke van Leeuwen - Aan tafels
Æde de Jong recenseert de nieuwste bundel van Joke van Leeuwen, 'Aan tafels' en laat zich meevoeren in één lange, meanderende stroom poëzie. ‘Dat de lezer meegevoerd wordt in die zee van beelden komt ook door het bedwelmende, pakkende ritme.’ Met herkenbare motieven als de verstrijkende tijd en gemis ‘weet Van Leeuwen onze wereld trefzeker, zonder al te veel oordelen, in mooie beelden te vangen.’
Interview Albert Hagenaars
Interview Albert Hagenaars
Dichter Albert Hagenaars is een pelgrim, onrustig, voortgedreven door nieuwsgierigheid naar vooral plaatsen en mensen, maar hij kent ook het tegendeel: het urenlang op één plaats bezig zijn met poëzie, hetzij die van hemzelf hetzij die van een ander. Dat geeft iedere keer een andere werkelijkheid. Elk woord, zelfs elke combinatie van in geen enkele taal bij elkaar horende letters, roept associaties op.
Elvis Peeters - Ontwrichte gedichten
Elvis Peeters - Ontwrichte gedichten
In ‘Ontwrichte gedichten’ van Elvis Peeters licht de dichter zijn poëtica toe in ‘Toegevoegd proza’. Dat kan nooit goed gaan. Hettie Marzak aan het woord: ‘Volgens Peeters moet een gedicht centraal staan als levende entiteit en gebruikt het de dichter als medium. Waar de gedichten beperkt bleven tot algemeenheden en registraties als mededelingen en omschrijvingen, daar ontwikkelt het proza zich als mystieke codetaal. Geen van beide overtuigen, het blijven lege woorden zonder betekenis.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (69)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (69)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het negenenzestigste antwoord komt van Antony Samson.
Paul Demets - De hartvinger
Paul Demets - De hartvinger
Douwe Wilts is razend enthousiast over nieuwste bundel van Paul Demets: ‘’Met ‘De hartvinger’ heeft Paul Demets een weergaloze poging gedaan om de dualiteit op te heffen. En dat gevoel stroomt nu, vier weken nadat ik de bundel voor de eerste keer gelezen heb, nog steeds door mijn lichaam, het gonst in mijn hoofd, het heeft zich in de bodem van mijn ziel genesteld.’’
Nieuwsbrief 44 / 27 november
Nieuwsbrief 44 / 27 november