LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Bladeren door Meander

Nieuwsbrief 15 / 7 april
Nieuwsbrief 15 / 7 april
Twee leraren
Twee leraren
Wat een kansen laat de ene leraar liggen en hoe stimulerend is de andere? Beseffen leraren überhaupt hoe groot hun invloed kan zijn? En hoe lang de herinnering aan hen doorwerkt? Het hoge cijfer voor Duits dat Jan Loogman ontving, werd met een denigrerende opmerking teruggeven. Hoe anders was dat bij Engels waar de hele klas het verzameld werk van Shakespeare op een zaterdagmiddag kocht.
Dichten & Drinken
Dichten & Drinken
Er zijn nogal wat innemers in de wereldliteratuur. Onder hen bevinden zich uiteraard ook Nederlandse dichters/schrijvers. Met in gedachten 'Slechts de namen der grote drinkers leven voort' (titel van Riekus Waskowsky, 1968), noemt Ko van Geemert er een paar in deze column. Het laatste woord geeft hij aan Jan Boerstoel: Drinken / doet een beetje zeer, / maar nuchter leven /nog veel meer.
Fred Papenhove - We zitten in de nachtbus
Fred Papenhove - We zitten in de nachtbus
Van Fred Papenhove bespreekt Hettie Marzak de bundel ‘We zitten in de nachtbus’: ‘Papenhove doet het voorkomen alsof hij dicht op een haast terloopse manier, waarbij je als lezer goed moet kijken en nadenken om je bewust te worden van wat er werkelijk opgeroepen wordt tussen de bedrieglijk eenvoudige versregels.’
Interview Gerard Scharn
Interview Gerard Scharn
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het tweeënvijftigste gesprek, met Gerard Scharn. Over het interviewen, ‘Het is zonder meer blikverruimend dichters die je daarvoor nauwelijks kende naar hun motieven en beweegredenen te vragen.’ Over ons poëtisch klimaat, ‘het is een klimaat zonder seizoenen’, en over zijn eigen werk citeren we Erik Jan Harmens : ‘Hoe kleiner zijn taal, hoe groter.’
Mark Boninsegna – De Hemel voor ongelovigen
Mark Boninsegna – De Hemel voor ongelovigen
De gedichten van Mark Boninsegna in de bundel 'De Hemel voor ongelovigen', doen Maurice Broere aan Jules Deelder denken. Boninsegna komt ook uit Rotterdam. 'Als je deze bundel leest verwacht dan geen grote filosofische diepgang. De onderwerpen die Boninsegna behandelt, komen uit de werkelijkheid om hem heen.'
Kinderpoëzie (VI)
Kinderpoëzie (VI)
Lang niet alle gedichten in deze serie zijn voor kinderen alleen geschreven. Geen volwassene zal zich er te groot voor voelen. Dus eigenlijk is dit een verzameling Gedichten voor alle leeftijden. Ontdek de wereld erin! Vandaag met werk van Mary Heylema, Leo Vroman en Hans Andreus.
Rob de Vos-prijs 2024
Rob de Vos-prijs 2024
Voor de zesde keer gaat de poëziewedstrijd voor de Rob de Vos-prijs van start. De wedstrijd loopt van 1 april t/m 30 september. We werken met een verplicht thema. We zien uit naar gedichten die het thema origineel en poëtisch benaderen, taalkundig goed zijn en die ons omver blazen!
Nieuwsbrief 14 / 31 maart
Nieuwsbrief 14 / 31 maart
Een dag om te plukken
Een dag om te plukken
Schrikkeldag was aanleiding voor Jan van der Vegt zijn Latijn af te stoffen en zijn vrienden een schrikkelwens te sturen, een bewerking van de elfde ode in het eerste boek van de Carmina van Horatius, waar menig classicus ernstig de wenkbrauwen bij zou fronsen, maar waardoorheen hij de schim van Horatius, mocht die zich vertonen, in de ogen durft te kijken.
Jacobus Bos
Jacobus Bos
Met regels als ‘Dwalend over een landweg van hitte en zand / tussen velden vol heide en adders en hazen / en de krijs van een vogel die daar op jaagt.’, voel je je na lezing 'in vervreemding ingebed' dus het gedicht doet wat het belooft. ‘Als een windvlaag de aardkorst optilt.’ Zodat we nadenken en ons vragen stellen.
Het commentaar van Dirk Mout
Het commentaar van Dirk Mout
Dirk Mout geeft de recensie die Ivan Sacharov schreef over zijn bundel, 'Onzegbaar is het blauw', een dikke onvoldoende. Het stoort hem dat er aannames worden gedaan en dat er voorbij wordt gegaan aan zwaardere thema's. Ook al is onze recensent enthousiast over de meer luchtige gedichten, volgens de dichter worden ze totaal verkeerd begrepen. Het commentaar van Dirk Mout.
Interview Rozalie Hirs
Interview Rozalie Hirs
We feliciteren componist, dichter Rozalie Hirs met de Jan Campert-prijs. Een interview over het grootste verschil tussen poëzie en muziek, de begrippen betekenisritme en spraakmelodie, hoe onze herinneringen en ervaringen via een gedicht in een soort van samenspraak kunnen raken, die ook kan leiden tot een interne dialoog binnen de lezer. Ze is altijd bezig, het maken zit diepgeworteld in haar natuur.
Rozalie Hirs - dagtekening van liefdesvormen
Rozalie Hirs - dagtekening van liefdesvormen
‘Dagtekening van liefdesvormen’ luidt de titel van Rozalie Hirs' nieuwe bundel. Op het achterplat staat dat haar poëzie veelvuldig wordt onderwezen aan Nederlandstalige universiteiten en hogescholen. Was dat maar waar, want ze verdient het. Een recensie van Hans Puper.
Wie zit er achter het podium (7)?
Wie zit er achter het podium (7)?
Wie zit er achter het podium (7)? Een serie korte gesprekken met organisatoren van poëziebijeenkomsten. In de zevende aflevering Marten Janse en Anneruth Wibaut van de Haarlemse Dichtlijn, bekend van het jaarlijks festival op Hemelvaartsdag, gekenmerkt door 100 dichters en geweldige locaties in de Haarlemse binnenstad. Start dit jaar – 9 mei - in de Bavo op de Grote Markt, thema ‘Hemel’.
Niels Landstra - Uit de schaduw naar het andere licht
Niels Landstra - Uit de schaduw naar het andere licht
De bundel, ‘Uit de schaduw naar het andere licht’, van Niels Landstra kan Peter Vermaat niet bekoren: ‘’Mijn probleem met dit taalgebruik is dat het de lezer als het ware met korte tussenpozen in het gezicht schreeuwt, waarbij het niet aan de taal zelf wordt overgelaten om een emotie op te roepen, maar waarbij je door de primaire betekenis meteen de revolver met ‘gij zult emotie voelen!’ tegen de slapen gedrukt krijgt.’’
Nieuwsbrief 13 / 24 maart
Nieuwsbrief 13 / 24 maart
Enig kind
Enig kind
“Een echte dichter van de dood,” stelde Ed Hoornik opgewonden vast toen hij de debuutbundel van dichter, schrijver en vertaler Hendrik van Teylingen las. Schijnbaar achteloos vult de vormvaste Van Teylingen zijn sonnetten met fraaie verzen, rake formuleringen en verrassende associaties, vrolijk, ironisch, humoristisch en inderdaad, de dood ligt altijd op de loer. En wie was Stieneke van Stevensweert?
Sijmen Tol
Sijmen Tol
Er zit een grote, felle zintuiglijkheid in de gedichten van Sijmen Tol die erg aantrekkelijk is. De koude van een vroege zondag is voelbaar en het vreemde van de bijna onbekende vader die op andere dagen met zijn botter de vis binnenbrengt en nu samen met het kind naar de kerk wandelt. En dan die prachtige vraag ‘Wist ik wat schoonheid was?’
Iris Le Rütte - Ik mis je van dichtbij het meest
Iris Le Rütte - Ik mis je van dichtbij het meest
Iris Le Rütte is beeldend kunstenaar en dichter. In, ‘Ik mis je van dichtbij het meest’, gaat de poëzie gepaard met haar tekeningen. Tom Veys zegt erover: ‘Helder en uitnodigend en met een blik op bespiegelingen sluiten woord en beeld bij elkaar aan. Beeld en woord spreken trouwens elkaar aan.’
Interview Ria Westerhuis
Interview Ria Westerhuis
Dichter Ria Westerhuis is tweetalig, ze schrijft zowel in haar streektaal als in het Nederlands. Ze ligt nog steeds geworteld met de benen in de Overijsselse grond, maar met haar hoofd op het kussen in Drenthe en haar lijf een beetje zwevend boven de Rest! Ze bedacht ook het eRWeens, waarom was dat?
Karel Wasch - Tegelijkertijd
Karel Wasch - Tegelijkertijd
De bundel ‘Tegelijkertijd’ van Karel Wasch is gebaseerd op zijn (jeugd)herinneringen. Jan van Gulik vindt het een unieke bundel omdat de dichter de thema’s weemoed en melancholie goed weet te vangen.
Peter De Voecht
Peter De Voecht
Als lezer moeten we onze rationaliteit en neiging tot analyseren opzij zetten om in het mysterieuze en sterk zintuiglijke universum van deze gedichten te komen. Hier en daar sterk beeldend - daar waar vrouw of man uit een rotswand gloeit - , maar er zit ook iets van mooischrijverij in. Welkom in de wereld van Peter De Voecht.
Bernard Dewulf - Licht dat naar ons tast
Bernard Dewulf - Licht dat naar ons tast
Peter Vermaat bespreekt de verzamelde gedichten van Bernard Dewulf (1960-2021) in ‘Licht dat naar ons tast’. Om tot de kern te komen van het dichterschap van Dewulf doet hij dat in een longread. Vermaat meent twee belangrijke elementen te kunnen ontdekken in zijn gedichten. Het eerste is het gegeven van het strikt persoonlijke en het tweede is de objectivering van het subject.