Klassiekers
Meander klassiekers
Besprekingen van de beste gedichten van de bekendste Nederlandse en Vlaamse dichters van na 1880.
Klassieker 119: Hans Andreus - Mol
"Met deze analyse besteden we voor de vierde keer aandacht aan Hans Andreus. Na 'Voor de lieve lezer' (nr. 39), 'Laatste gedicht' (nr. 66) en 'Liggen in de zon' (nr. 87) gaat het nu om het vrijwel onopgemerkt gebleven 'Mol'. Beslist een ontdekking van Lambert Wierenga!” (Joop Leibbrand)
Klassieker 118: J. Slauerhoff - De Zonnesteek
Met dit nummer besteden we voor de vierde keer aandacht aan Slauerhoff. Werden eerder al bekende gedichten als 'De ontdekker' (nr. 56), 'Dit eiland' (nr. 99) en 'Brieven op zee' (nr. 108) behandeld, deze keer is het de beurt aan een gedicht waarnaar het in de bloemlezingen vergeefs zoeken is. Het zal voor velen een ontdekking zijn.
Klassieker 117: M. Vasalis - Cannes
'Cannes' van M. Vasalis - betoogt Wim Kleisen in zijn bespreking - is vormtechnisch een ongelofelijk knap gedicht over een bijzonder moment dat je terugwerpt op wie je werkelijk bent.
Klassieker 116: Ankie Peypers - Een jonger vrouw
Een maand na haar tachtigste verjaardag overleed Johanna Annie Peypers (1928-2008), na een korte ziekte. Ze laat een omvangrijk oeuvre na, niet alleen zo’n twintig bundels met dikwijls geëngageerde, feministisch georiënteerde poëzie maar ook vier romans. Inge Boulonois zoomt in op het autobiografisch geïnspireerd gedicht 'Een jonger vrouw'.
Klassieker 115: Patrick Lateur - Mirjam
Patrick Lateurs 'Mirjam' is zeker geen kerstgedicht, maar de identificatie van de titelfiguur brengt wel mee dat de bespreking van dit gedicht door Lambert Wierenga best past in deze periode.
Klassieker 114: Tonnus Oosterhoff - De moy je m'épouvante
Als in de derde akte van Bizets opera Carmen het boerenmeisje Micaëla in een wilde bergstreek de schuilplaats van de smokkelaars heeft gevonden waar ook Don José verblijft, zingt zij haar mooie aria 'Je dis que rien ne m'épouvante'.
Gesteld dat Tonnus Oosterhoff een operaliefhebber is, is het een aantrekkelijke gedachte te veronderstellen dat hij tijdens het schrijven aan zijn gedicht 'De moy je m'épouvante' luidkeels heeft meegezongen, of tenminste de melodie heeft meegeneuried. Het zal wel niet. In ieder geval schrok Jeroen Dera er niet voor terug van dit gedicht een analyse te schrijven. Een boeiende tekst.
Klassieker 113: Gerrit Achterberg - Code
In deze nieuwe Klassieker buigt Joris Lenstra zich over 'Code', een van de bekendste gedichten van Gerrit Achterberg. Het verscheen oorspronkelijk in En Jezus schreef in 't zand (Daamen, 's-Gravenhage 1947), een bundel die zo populair werd dat er in 1963 al een 7e druk van uitkwam. Het was dan ook de bundel waarvoor Achterberg - als eerste dichter - de Staatsprijs voor Letterkunde, de P.C. Hooftprijs 1949 ontving.
Klassieker 112: Gabriël Smit - Omdat wij zijn
Karin Doornik bespreekt 'Omdat wij zijn' van Gabriël Smit. De dichter leidt ons een metafysische wereld binnen. Het gedicht gaat over schepping, het begin van een creatie, het begin van dit gedicht, maar ook de vraag naar het begin van alles en het verlangen naar zingeving van het bestaan.
Klassieker 111: Guillaume van der Graft - Vogels en vissen
Wilma van den Akker bespreekt 'Vogels en vissen' van Guillaume van der Graft: "Een gedicht dat blijft hangen in mijn geheugen wordt door mij persoonlijk als een klassieker beschouwd. Het heeft de tand des tijds doorstaan. Later heb ik hieraan andere criteria toegevoegd, zoals het kunnen oproepen van een sfeer, zonder deze heel nadrukkelijk te benoemen, en een zekere gelaagdheid." In deze bespreking zal blijken dat 'Vogels en vissen' ruimschoots aan deze criteria voldoet.