LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Kenneth Swaenen - Witte dwergen
Kenneth Swaenen - Witte dwergen
In de debuutbundel ‘Witte dwergen’ van Kenneth Swaenen leren we niet de dichter kennen, maar de kunstjes die hij blijkbaar geleerd heeft, volgens Peter Vermaat. ‘Er is techniek, maar er ontbreekt keer op keer een bezield verband. Noem het persoonlijkheid, noem het betrokkenheid, noem het voor mijn part taalliefde, het treedt in deze bundel nergens aan de dag. Keer op keer laat een slotregel me schouderophalend achter en van enige muzikaliteit is nergens sprake.’
Jeroen Vermeiren - Uit welk hout zal ik mij snijden?
Jeroen Vermeiren - Uit welk hout zal ik mij snijden?
In de nieuwste bundel ‘Uit welk hout zal ik mij snijden?’ van Jeroen Vermeiren, vindt Wim Platvoet gedichten die van een waarachtige schoonheid zijn: ‘’Het zijn dan ook geen vrolijke gedichten, maar gedichten die zichzelf niet ontzien. Hier en daar klinkt een negatief zelfbeeld van de dichter door, ‘zomaar een man op kniezerige knieën’. De kracht van deze poëzie is dat we dat aanvaarden, en tegelijkertijd willen we de dichter opmonteren, onze arm om hem heen slaan.’’
Giorgo Baffo e.a. - Vertalersweelde
Giorgo Baffo e.a. - Vertalersweelde
In de achttiende eeuw schreef Giorgio Baffo pornografische poëzie in Venetiaans dialect. Mereie de Jong heeft in ‘Vertalersweelde’ de eerste Nederlandse uitgave samengesteld en vertaald. Het is logisch dat De Jong niet gekozen heeft voor klassiek rijm, maar voorrang heeft verleend aan de muzikaliteit en de woordkeus in de sonnetten. Deze bundel is een smeuïg partijtje porno waar de vertaler flink haar niet preutse stempel op heeft gedrukt. Een recensie van Janine Jongsma.
Astrid H. Roemer - Ik ga strijden moeder
Astrid H. Roemer - Ik ga strijden moeder
Recensent Peter Vermaat ziet een haastig in elkaar gezette inleiding tot de bloemlezing ‘Ik ga strijden moeder’ van Astrid H. Roemer, maar de inhoud van de bundel laat juist een constante factor van persoonlijkheid en emotionaliteit in de poëzie van Roemer zien. En hoewel er ‘technische beheersing en zeggingskracht uit haar gedichten blijken’, treft Vermaat er geen ‘jaloersmakend vers’ in aan.
Ingrid Strobbe – Giraffen
Ingrid Strobbe – Giraffen
Maurice Broere vraagt zich bij de debuutbundel ‘Giraffen’ van Ingrid Strobbe af wat het verband is tussen deze dieren en de dichtkunst? ‘Associatieve poëzie kan heel mooi zijn, zeker als de lezer mee kan voelen met de associaties, maar als dat niet lukt blijft er een soort muziek over, klanken die een harmonieus geheel vormen, maar de woorden zijn losgezongen van de werkelijkheid.’
Alicja Gescinska - Trojaanse gedachten
Alicja Gescinska - Trojaanse gedachten
‘Trojaanse gedachten’ is het debuut van filosoof Alicja Gescinska. Wim Platvoet ervaart de bundel als een volkomen leeg en hol paard. ‘De gedichten overtuigen noch poëtisch, noch inhoudelijk. De zinnen klinken als een pose. Misschien moet poëzie, om filosofische inzichten bij de lezer op te roepen, juist geen filosofische inzichten op een directe wijze uitdrukken. Als er sprake zou kunnen zijn van een betrekking tussen filosofie en poëzie moeten beiden binnen die betrekking hun eigen specifieke uitdrukkingsvorm behouden.’
Hester van Hasselt, Bianca Sistermans – Een mogelijk begin van veel. 29 dichters aan het werk.
Hester van Hasselt, Bianca Sistermans – Een mogelijk begin van veel. 29 dichters aan het werk.
‘Een mogelijk begin van veel’ is een interviewbundel en fotoboek van Hester van Hasselt en Bianca Sistermans. Achterin het boek zijn van iedere dichter een of meer gedichten opgenomen. De hoofdvraag was hoe poëzie ontstaat. Een lastige vraag, want niet iedere dichter kan daar een helder antwoord op geven. Desondanks staat er een aantal goede interviews in het boek. Een recensie van Hans Puper.
Sarah Michaux - Onder wolken
Sarah Michaux - Onder wolken
In het debuut van Sarah Michaux ‘Onder wolken’ mist Peter Vermaat het evoceren van het onzegbare: ‘In de bundel van Michaux wordt die ontoereikendheid wellicht veroorzaakt doordat de dichter te veel leunt op de semantiek van haar taal, met name op de beelden die daaraan verbonden zijn. Het zijn plaatjes of op zijn best filmfragmenten zonder geluid die de lezer gepresenteerd krijgt.
Wim Hofman - Er is altijd wel iemand
Wim Hofman - Er is altijd wel iemand
Hettie Marzak beveelt de verzamelbundel ‘Er is altijd wel iemand’ van Wim Hofman van harte aan: ‘Hoe meer je bladert in Hofmans bundel, hoe meer het opvalt dat de gedichten steeds beter worden naarmate de dichter ouder wordt. Haast ongemerkt gebruikt hij diverse literaire technieken, stopt verwijzingen naar beeldende kunst en literatuur in zijn gedichten en verpakt harde waarheden in ogenschijnlijk onschuldige waarnemingen. Tederheid, liefde, eenzaamheid, in alle gedichten heeft Hofman iets van zichzelf gelegd.’