LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Elly Stolwijk - de laatste framboos
Elly Stolwijk - de laatste framboos
De bundel ‘de laatste framboos’ van Elly Stolwijk is een autobiografisch poëtisch verslag over haar doodgeboren dochter in 1995. Baby Renée Sterre stierf toen Stolwijk achtenhalve maand zwanger was. De poëzie van dit gewonde moederdier is wars van sentiment, aards en sterk. Een aangrijpende bundel. Een recensie van Janine Jongsma.
Rosalie en Virginie Loveling -  Les sœurs Loveling / De zusters Loveling
Rosalie en Virginie Loveling - Les sœurs Loveling / De zusters Loveling
Wim Platvoet bespreekt de tweetalige bundel ‘Les sœurs Loveling – De zusters Loveling’ van Rosalie en Virginie Loveling, waarin moderne dichteressen met een gedicht reageren op de poëzie van de zussen. 'De acht hedendaagse gedichten hebben een sterk uiteenlopend karakter, zeker gezien de context van de lezende ontmoeting met het gedicht waardoor elke dichteres is geïnspireerd.'
Maxime Garcia Diaz - Het is warm in de hivemind
Maxime Garcia Diaz - Het is warm in de hivemind
De debuutbundel ‘Het is warm in de hivemind’ van Maxime Garcia Diaz wordt uitgebreid besproken door Peter Vermaat: ‘De pagina’s lange gedichten ervaar ik stuk voor stuk als een lappendeken van fragmenten van uiteenlopende oorsprong, waarvan het verband in het uiterste geval moet zijn dat de dichter ze heeft samengebracht en in deze vorm gerangschikt, maar die mij niet bijblijven door hun muzikaal klankkarakter of in het oog springende verwoordingen.’
Saskia van Leendert - Restwarmte
Saskia van Leendert - Restwarmte
Een bespreking van ‘Restwarmte’, de nieuwste bundel van Saskia van Leendert, door Herbert Mouwen: ‘Deze bundel is de moeite van het lezen waard en behandelt veel onderwerpen op een onderzoekende manier. De gedichten bevatten originele beelden, het taalgebruik is zorgvuldig, de toon is enigszins ingehouden en de gedichten zijn in het algemeen toegankelijk.’
Peter Verhelst - 2050
Peter Verhelst - 2050
Kamiel Choi duikt in de toekomst met de bundel ‘2050’ van Peter Verhelst: ‘’Omdat de bundel vooral bestaat uit concrete voorstellingen (de poëzie van Verhelst wordt ‘lichamelijk’ genoemd) ligt het voor de hand te schrijven dat de bundel met poëtische middelen een scan maakt van de toekomst van het jaar 2050. De auteur bestookt de lezer met een spervuur aan fantasie, een carnavalsstoet van bonte kostgangers die de verbrande aarde ‘na ons’ bewonen – toekomstige kostgangers met wie wij nu al te doen hebben, uit estheticisme of engagement.’’
Willem M. Roggeman - Verdwaalde personages in een denkbeeldige tuin
Willem M. Roggeman - Verdwaalde personages in een denkbeeldige tuin
Maurice Broere is enthousiast over 'Verdwaalde personages in een denkbeeldige tuin' van Willem M. Roggeman: 'Roggeman blijft een fascinerende dichter die in ons meeneemt in zijn universum. Zijn zeggingskracht is ongebroken en onverminderd boeiend. Kortom, een prachtige bundel die je aan het denken zet.'
Florence Tonk - Half heel
Florence Tonk - Half heel
In de bundel ‘Half heel’ probeert dichter Florence Tonk te schuilen in het kleine, volgens Hettie Marzak. ‘’Daartoe keert ze in zichzelf, haar naaste omgeving en vooral haar moestuin waar haar ‘vluchthut’ staat, waar ze contact kan maken met de aarde en met wat echt is. Dat is niet altijd eenvoudig, want ook daar stelt de buitenwereld haar eisen: familie blijft aan je trekken en er moet ook gewerkt worden voor het levensonderhoud.’’
Anouk Smies - De drang om niemand af te maken
Anouk Smies - De drang om niemand af te maken
De nieuwste bundel van Anouk Smies ‘de drang om niemand af te maken’, is volgens Wim Platvoet een poëtische verwoording van relevante maatschappelijke thema’s: ‘Zijn ze als gedichten zelf betrokken bij de thema’s die ze behandelen - of overheerst de poëtische verwerking. Ik weet het niet. Misschien zijn de gedichten iets te afstandelijk, terwijl de onderwerpen schreeuwen om woede.’
Pol Bracke - Er is geen plan
Pol Bracke - Er is geen plan
Marc Eyck ontdekt in de tweede bundel van Pol Bracke, ‘Er is geen plan’, melancholische gedichten zonder overbodige woorden. ‘Kracht krijgen de gedichten door het gebruik van binnenrijm en taalgebruik die nooit als gekunsteld overkomen. Bovenal toont de dichter zich een melancholicus met een duister randje.’