LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Peter J.R. Vermaat
Peter J.R. Vermaat
Peter J.R. Vermaat vraagt zich na de diagnose Alzheimer, die zijn vader gesteld kreeg, af wat er in taal nog kan worden behouden – of liever nog geschapen – van wat er tussen hen bestond. Met de reeks De vaderverzen hoopt hij dat de lezer in de taal meer kan terugvinden dan de dichter er in verloren heeft.
Paul Roelofsen
Paul Roelofsen
Op de plek van een recensie vandaag – en de komende dagen – gedichten van onze recensenten en andere medewerkers, te beginnen met Paul Roelofsen. Zijn poëzie is duister, humoristisch, onverwacht, beklemmend maar ook liefdevol, relativerend en troostrijk. Met een zin als ‘tracht woorden te ontluchten / spreid licht in de kelders van de taal’ is hij een ‘niet koest te krijgen krijger in woudzang’.
Nieuwsbrief 16 / 16 april
Nieuwsbrief 16 / 16 april
Heks, heks…
Heks, heks…
Hans Franse herinnert zich een onderwijservaring met de brugklas van de MAVO. Het stampwerk (dictee, opstel, ontleden) begon hem tegen te staan dus ging hij op de literaire toer. Hij schreef de tekst van een gedicht op het bord en las gezamenlijk. Het ‘Heks heks’ van Elburg leverde een leuke discussie op maar ook een gesprek met de directeur.
Klassieker 270 : Koos Schuur – Rondeel
Klassieker 270 : Koos Schuur – Rondeel
Rogier de Jong bespreekt ‘Rondeel’ van Koos Schuur (1915-1995). Er is meer tussen hemel en aarde dan stoffelijk existeren – dan opstaan, werken, eten, voortplanten en slapen. De bezwerende herhalingen van een rondeel maken het misschien wel dé dichtvorm bij uitstek om het najagen van dromen te bezingen. 
Rob de Vos-prijs 2023
Rob de Vos-prijs 2023
De poëziewedstrijd voor de Rob de Vos-prijs 2023 gaat van start. Dit jaar werken we met een verplicht thema. Deelnemers kunnen hun gedicht insturen van 15 april t/m 30 september. Laat u inspireren door ons thema. Wij kijken uit naar de gedichten en de organisatie en jury laten zich graag verrassen. Doe mee!
Interview Bernard Lichtaard
Interview Bernard Lichtaard
De zee was zijn leven. Iets van die weidsheid is in de gedichten van Bernard Lichtaard terug te vinden. Misschien zat de eerste poëzie in het Hooglied, het hielp dat zijn vader goed kon voorlezen. Nog steeds leert hij door heel veel poëzie te lezen. In zijn werk wil hij zo helder mogelijk zijn en toch ook dat de lezer moeite moet doen.
Jens Meijen - Sunset Industries
Jens Meijen - Sunset Industries
Marc Bruynseraede bespreekt in een longread ‘Sunset Industries’ van Jens Meijen: ‘’De poëzie van Jens Meijen is een goede weergave van de onrust, onzekerheid en angsten van deze tijd. Je zou denken; daar komt een opstapeling van rampen en droevige gebeurtenissen allerhande van. Jens Meijen dicht echter met smaak en vaart, taalkundige pirouettes en volslanke gedachtenconstructies over zijn ‘Sunset Industries’: een irreële wereld van rijkelijk uitgestalde dromen, waangedachten, illusies en alles wat, artificieel gemaakt, de mens op het verkeerde been kan zetten.’’
Speeddates en pingpongballen
Speeddates en pingpongballen
Voor de dichters die dit jaar de top 100 van de alweer veertiende aflevering van De Gedichtenwedstrijd hadden weten te bereiken, was er op zondagmiddag 22 april in Amsterdam een feestelijke prijsuitreiking. Onno-Sven Tromp was erbij samen met Meandermedewerkers Monique Wilmer-Leegwater en Sandra Roobaert. Hester van Beers won. Een verslagje samen met de winnende gedichten.
Claude van de Berge - De witte zon van de dood
Claude van de Berge - De witte zon van de dood
De bundel ‘De witte zon van de dood’ van Claude van de Berge is een mystieke, melodische tocht met symbolische beelden, een zoektocht die een eigen taal handhaaft. volgens Tom Veys. Dit vraagt om een trage lezing. Hij vergelijkt het met een derwisjdans: ‘De dichter blijft in vrijwel alle gedichten cirkelen rond thema’s die een andere dimensie oproepen, een wereldomvattende houding.’
Nieuwsbrief 15 / 9 april
Nieuwsbrief 15 / 9 april
Als het leven zelf
Als het leven zelf
Rogier de Jong stelt zich de vraag ‘wat verwacht ik van kunst?’ ‘ Zijn antwoord: ‘Dat ze mooi en creatief is en me de adem beneemt. Ik zou ook kunnen zeggen: dat ze mij probeert te verleiden.’ ‘Mooi’ komt in het conceptuele woordenboek zelden voor. ‘Imitation of life’ lijkt het motto. Hoe zit dat in de dichtkunst?
Tjeerd van de Laar
Tjeerd van de Laar
Tjeerd van de Laar schuift en puzzelt op de grens van proza en poëzie maar is er wel een grens? Het schrijven is voor hem een manier om bij ervaringen stil te staan en ze te laten stollen zodat hij ze later ‘beter’ kan herinneren. Zijn werk gaat over veel meer dan wat er staat.
Twee korte recensies
Twee korte recensies
Maurice Broere bespreekt vandaag twee bundels. Van Jozef Deleu de bundel: 'het paard van mijn vader, miniaturen' en van Rinske Kegel het bundeltje: 'zo stil mogelijk frituren'. In de bundel van Deleu vindt hij veel wijsheid op de vierkante millimeter en over het bundeltje van Kegel zegt hij: 'Jammer dat de bundel zo’n beperkte omvang heeft, want de poëzie van Kegel smaakt zeker naar meer'.
Interview Geert De Kockere
Interview Geert De Kockere
‘Haiku is niet alleen literatuur, het is ook een levenswijze.’ Net daarom vindt Geert De Kockere het plezier dat je eraan beleeft zo ontzettend belangrijk. Je gemoed wordt er lichter van, je leven luchtiger. Daarom deze wijsheid over haiku, die hij hier en nu bedenkt: Eerst lichter, dan dichter. Jeanine Hoedemakers in gesprek over bevlogenheid, poëzie voor kinderen, originaliteit en spiritualiteit.
Piet Gerbrandy - Niet zonder geritsel
Piet Gerbrandy - Niet zonder geritsel
Jan van Gulik stelt in zijn eerste bespreking voor Meander dat het meest prominente thema van de bundel ‘Niet zonder geritsel’ van Piet Gerbrandy, de verhouding betreft tussen de mens en de natuur. ‘Verbeelding en verwondering zijn twee belangrijke begrippen om in acht te nemen. De dichter acht dat het mechanische de overhand neemt en brengt daarom het bezielde onder de aandacht door middel van geëngageerde poëzie vol natuurmetaforen.’
Désirée-Christine van Blitterswijk
Désirée-Christine van Blitterswijk
Désirée-Christine van Blitterswijk analyseert dromen en slaat een brug tussen taal en onaangekondigde beeldstromen. De meeste gedichten komen in de nacht tot leven met zinnen als ‘leven dat uit mij stroomt is / een eindeloze zee’ of ‘het huis je zelfgesponnen baarmoeder’. Ze ziet ‘een smeltende ijsberg onder het avondrood’ en ‘stampt met blote voeten de wereld aan.’
Henk van der Waal - De letterkast van het onvoltooide
Henk van der Waal - De letterkast van het onvoltooide
De ondermijning van de taal zoals Maurice Blanchot dat voorstaat, is wat Henk van der Waal in ‘De letterkast van het onvoltooide’ nadrukkelijk aan ons voorhoudt, volgens Johan Reijmerink: ‘De slag tegen het meervoudige, het dubbelzinnige, het oplossen in beelden, ervaringen, associaties en betekenisverschuivingen is de zwakte en kracht van deze poëzie. Er ontbreekt principieel in deze poëzie alle houvast en standvastigheid. Deze dichter wil in de taal blijven en er voortdurend weer uitstappen.’
Nieuwsbrief 14 / 2 april
Nieuwsbrief 14 / 2 april
Wilde ganzen, kraanvogels en een vos
Wilde ganzen, kraanvogels en een vos
'Poëzie is een pleidooi voor het authentieke dat onbegrijpelijk is' zegt Cees Nooteboom op de omslag van de jongste Poëziekrant. Aan deze uitspraak gaat een zin vooraf: ‘Dankzij de poëzie heb ik toegang gekregen tot lagen in mezelf die ik niet kende.’ Die uitspraak kan Jan Loogman volgen. Hij haalt in deze column regels van Mary Oliver aan, Willem Wilmink èn Nooteboom.
Jolies Heij
Jolies Heij
In de taal van Jolies Heij gebeurt er van alles. Er zijn harde zinnen en conclusies die soms worden toegedekt met zachtheid, er is dat verlangen, het vergezicht, het vergeten en zeker weten: ‘hoogtevrees is niet nodig zo lang je omhoog kijkt’, ‘of dat je van panorama’s droomt, het is niet erg’, ‘oefen in verwildering en slik pokon om te groeien’.
Toon Tellegen - Langs een helling
Toon Tellegen - Langs een helling
Recensent Hans Franse heeft genoten van ‘Langs een helling’, de nieuwste bundel van Toon Tellegen. Goede poëzie behoeft geen krans, maar toch: ‘Al herlezend, noterend, wikkend en wegend ontdekte ik een gelaagdheid, een eenvoud die vaak raadselachtige gevoelens opriep, een gelaagdheid die tot denken aanleiding gaf, leidend tot gedachten over poëzie in het algemeen en het wonder van het gegrepen worden door een taal die zo simpel lijkt op het eerste gezicht.’
Interview Senne Bogaerts
Interview Senne Bogaerts
Senne Bogaerts kan niet stoppen met schrijven, ‘of mijn schrijfsels ooit het grote publiek gaan bereiken of niet moet ik een beetje loslaten. Maar uiteraard hoop ik ook wel onsterfelijke gedichten te schrijven en nog steeds gelezen te worden wanneer deze wereld ten einde gaat omdat ons klimaatprobleem niet wordt bestreden.’ Een gesprek over de drang tot impact maken, urgentie en dromen.
Hervé J. Casier - Een punt op een blad
Hervé J. Casier - Een punt op een blad
Recensent Onno-Sven Tromp bespreekt in zijn eerste recensie voor Meander ‘Een punt op een blad‘ van Hervé J. Casier: ‘’De Vlaamse dichter, prozaschijver en oud-docent Casier schrijft uitgeklede gedichten, ontdaan van elke franje: zonder titels, hoofdletters, interpunctie en 'grote' woorden. Je kunt zijn gedichten zien als ‘kleine juweeltjes’, maar ze dreigen door hun vederlichte karakter van de pagina te waaien voor je ze gelezen hebt.’’