Archief
Daniël Van Hecke – De verschroeide Hof van Eden
Met ‘De verschroeide Hof van Eden’ schotelt schrijver Daniël Van Hecke de lezer een kanjer van dichtbundel voor: 160 pagina’s en 13 cycli. Een bundel die ook zijn licht op de actualiteit laat schijnen, getuige het bijvoeglijk naamwoord ‘verschroeide’ in de titel. Marc Bruynseraede raadt de lezer aan de iPad bij de hand te houden: ‘De auteur beschikt over een brede culturele en cultuurhistorische bagage en gebruikt deze graag als referentiekader.’
Nieuwsbrief 17 / 26 april
Moralisme en zelfcensuur
Moralistische critici zijn er altijd geweest, maar de laatste jaren zijn zij vanuit hun ideologische ‘gelijk’ soms zo fel, dat ze angst van dichters en waarschijnlijk terughoudendheid van uitgeverijen veroorzaken. Het gevolg als zij daaraan toegeven: nietszeggende bundels, die je niet langer dan een paar dagen bijblijven.
De maandelijkse column van Hans Puper.
Shabnam Baqhiri
Schrijven met een bepaalde urgentie, welke dichter voelt dat niet zo, maar naast je eigen stem ook die van anderen te laten horen is voor Shabnam Baqhiri van levensbelang. Haar maatschappij-kritische toon zoekt nog een vorm, past zich elke dag opnieuw aan, hoeft ook niet mooi te zijn zolang ze de betekenis maar niet verliest.
Daniël Vis – Het weefsel
Peter Vermaat rekent ‘Het weefsel’ van Daniël Vis tot de zogenoemde filosofische poëzie. Maar binnen dit genre vormt het een positieve uitzondering: ‘Een ogenschijnlijk zachte stem die met een scherpe tong het scalpel in je dagelijkse ervaring van de werkelijkheid blijkt te hebben gezet.’ Tegenover de mythe van een kleine mens die door een groot opperwezen in een onbegrijpelijke en ongrijpbare wereld geplaatst is stelt Vis een nieuwe mythe: ‘die van de mens die met de taal zijn eigen omtrek uitbeitelt uit de ervaren werkelijkheid.’
"Alle techniek is de basis voor iets moois."
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het zesentwintigste gesprek, met Jan Runhardt. Als je jezelf een ongevaarlijk hobbyhacker noemt is dat dan net zoiets als een creatief techneut? Deze altijd geduldige webmaster weet beide zaken in ieder geval aan de leek uit te leggen, desnoods in een gedicht. Dat komt door zijn band met Meander!
Philippe Cailliau - Omtrek van water
Marc Bruynseraede heeft genoten van de bundel ‘Omtrek van water’ van Philippe Cailliau: ‘Als je zoiets fluïde en archetypisch als water tracht te vatten, betekent dit voor Cailliau’s poëzie zoiets als finaal thuiskomen. Zijn taal toont dat overvloedig aan. Maar meer dan zee, dan water, is er de verkenning van de taal en van het innerlijk. Het rijke taalgebruik straalt speelse lenigheid uit. De toon is ook rustiger geworden dan in de voorgaande bundels.’
Astrid Arns
Nieuw en bijzonder werk van Astrid Arns. Een prachtige zin als ‘Taal is het speelgoed dat we kennen, maar hij zwijgt’ of ‘Taal is geen kleefkruid maar verbroken verbinding’. Laaf u aan haar betekenis, gooi met haar een steen in de vijver en voel de rimpeling.
Roelof ten Napel – In het vlees
‘In het vlees’ van Roelof ten Napel is een lijvige bundel. Het kostte Paul Roelofsen wat moeite om er in te komen, al was het maar omdat de 140(!) genummerde sonnetten uit het eerste deel op willekeurige volgorde door elkaar staan. Het tweede deel, ‘Het uitschot: Iskariot’, is een indrukwekkende monoloog waarin de dichter zich vereenzelvigt met Judas. ‘Deze poëzie vraagt een overmaat aan geduld, toewijding en concentratie.’ Maar de moeite loont: ‘Intense poëzie van de buitencategorie die boeit, woelt, tergt en niet loslaat.’
Nieuwsbrief 16 / 19 april
De haren van Vos
Binnenblijven leidt bij Hans Franse tot lezen en muziek maken. Hij laat ons genieten van een boek van Rinus Ferdinandusse vol schrijfmachines en telefooncellen, superieure maskerades van namen en situaties van politici en kunstenaars, test en passant onze Couperuskennis en hoopt wat licht te zenden in onze duisternis. De muziek komt wellicht een andere keer.
Klassieker 240: Christine D'haen – Daimoon megas
‘Daimoon megas’ van Christine D'haen is een rijk gedicht, vol verwijzingen. Compromisloos geschreven, want ‘al het daimonische staat tussen het goddelijke en het sterfelijke in’. Hettie Marzak deelt de associaties die het gedicht oproept, en ziet ondanks alle bitterheid en leegte (het veelvuldige 'het is niets') toch een teder einde.
Erik Bindervoet - De droom van eb inkt diervoer
Peter Vermaat laat zich meevoeren door de poëzie in ‘De droom van eb inkt diervoer’ van Erik Bindervoet: ‘Misschien is dit ook wel de sterkste kwaliteit van Bindervoet ’s poëzie, namelijk dat je door de taal in een stroomversnelling van klank en associaties getrokken wordt, die zijn eigen structuur en logica aan je oplegt zonder dat je de behoefte voelt om op het gebied van betekenis het stuurwiel in handen te blijven houden.’
“Om iets te begrijpen van de mensen en de wereld, heb je verbeeldingskracht nodig.”
Judy Elfferich is creatief en veelzijdig en komt uit een familie van lezers. Ze is schrijver, dichter, redacteur en docent. Ze tekent, vertaalt en maakt gif-animaties. Ze bedacht een oefenquiz voor metra en is bezig om haar chatbot Nederlands te leren. Haar gedichten zijn gelardeerd met neologismen en fantasievolle wezens, ze blaken van taalplezier en inventiviteit en klinken altijd ritmisch. ‘Ritme is alles, ook bij proza’, aldus Judy.
Paul Soete - Vergrootglasogen
Recensent Ivan Sacharov heeft met zijn eigen ‘vergrootglasogen’ de bundel gelezen van Paul Soete. Hij had graag meer gedichten geciteerd uit ‘Vergrootglasogen’: ‘Er vallen mooie dingen op en af en toe ook minder mooie. Misschien moet ik alles – met andere ogen – nog een keer lezen.’
De favorieten van Marc Bruynseraede
In de serie “favorieten van Meandermedewerkers” presenteert Marc Bruynseraede drie van zijn favoriete gedichten. Hij koos voor werk van de dichters Jozef Eijckmans, Pierre Kemp en Louis de Bourbon.
Elly Stolwijk ‒ liefde de vluchtige holte
‘liefde de vluchtige holte’ is het officiële poëziedebuut van beeldend kunstenaar/dichter Elly Stolwijk. Voor Inge Bak leest de bundel echter geenszins als een debuut: ‘Het zichzelf durven openstellen om aan diepgaande ervaringen doordacht en doorleefd vorm te geven, getuigt van iemand die weet waar het om gaat in de poëzie en de kunst.’ De bundel gaat over relaties en rouw, maar laat zich voor alles lezen als een pleidooi voor het leven.
Nieuwsbrief 15 / 12 april
Cor
Karel Wasch over de ‘Reus Van Rotterdam’, zijn krachtige verstilde verzen die later in speedproza veranderden, uiteenlopende meningen, bekende Zestigers, De Nieuwe Stijl, willekeurige visitekaartjes en het losschroeven van naambordjes. Om met Cor Vaandrager te spreken, ‘Het is me wat!’
De Gedichtenwedstrijd (2)
Onze redacteur recensies en bezielende kracht achter de Rob de Vos-prijs, Janine Jongsma, heeft ook een eigen top drie samengesteld uit de top 100 van De Gedichtenwedstrijd. Het is eenzelfde tegengeluid als dat van 24 maart jl. toen onze coördinator een Nobelprijswinnaar der Literatuur aanriep! Over een verkeerde afloop, bloed en limonade over dijen, langs hazen en kakkerlakken naar schapen en een kloppende som.
Liesbeth Aerts - Woonoperaties
Peter Vermaat blijft lauw onder ‘Woonoperaties’ van Liesbeth Aerts: ‘De taal is op kamertemperatuur, niet heet van woede of scherp koud van haat. Nergens word ik door de kracht van taal overweldigd, nooit is het muziek van klank die overstemt. Een aantal keren lees ik aardige beeldspraak, hier en daar een opvallende observatie. Heeft de dichter geprobeerd om, door het verwijderen van het al te persoonlijke, het overblijvende herkenbaar te laten zijn voor iedereen?’
"Poëzie schrijven betekent voor mij betekenis geven, dan wel een zoektocht naar zingeving."
Willem Tjebbe Oostenbrink over het Westerkwartiers - de streektaal van zijn jeugd, zijn omgeving -, het Nederlands en het vertalen van gedichten, de beleving van tijd, het grip krijgen op dingen en de mogelijkheden van taal en poëzie. Poëzie kan soms inzichtelijk maken wat niet te zien is. Als kind stelde hij vaak de waaromvraag; nog steeds onderzoekt hij graag hoe iets kan.
Antjie Krog - Broze aarde
We horen in de reguliere media nauwelijks nog iets over oorlogsellende, het leed van vluchtelingen, armoe en de opwarming van de aarde. Alles gaat schuil achter de coronacrisis en dat niet alleen: we worden overspoeld door een golf coronagedichten. Begrijpelijk, want er zijn weinig mensen die niet zelf of in hun omgeving met ziekte of economische ellende te maken krijgen. Maar toch: is hier geen sprake van bewustzijnsvernauwing?
Antjie Krog laat je weer ruimer kijken, en hoe. Ze maakt je gelukkig en wanhopig tegelijk. Een recensie van Hans Puper over ‘Broze aarde’.
Poëtisch kijken naar catastrofes
Ik ben dichter, geen dokter, zegt Rogier de Jong. In deze column de beeldende kracht van een goed gedicht, of de poëtische kracht van een goed beeld, die de ervaring scheidt van de gebeurtenis en de zaken weer in het juiste perspectief plaatst – hoewel dat ‘uitzoomen’ best lastig is.