Bladeren door Meander
Vrijheid
Een zevental gedichten rond de dagen 4 en 5 mei. Werk van Jana Beranová, Willem van Toorn, Remco Ekkers, Toon Tellegen, Mustafa Stitou, Rogi Wieg en Ted van Lieshout. ‘Breekbaar, met kaarsrechte rug, schokkerig bewogen of stil, van kou en van as, van opstijgen en licht, kus en geen kus, een verschil, wijsheid, wel of geen mond, verleden tijd en huidige.’

Luuk Gruwez - Balts
In zijn laatste recensie voor Meander bespreekt Johan Reijmerink ‘Balts’, de nieuwste bundel van Luuk Gruwez: ‘Het in beeld brengen van wat we ons bewust zijn en niet bewust kunnen zijn, en bewust zouden willen ervaren van onszelf en/of de ander, weet Gruwez in tal van observaties van personen en situaties, al dan niet op zijn familiekring betrekking hebbend, aan ons voor te leggen.’ Daarnaast weet Gruwez ‘altijd weer het verhevene opzienbarend te verbinden met het aardse, het seksuele.’
Interview Jan van der Vegt
Alter en Ego in een tweegesprek ter kennismaking. Als vaste medewerker van Meander heb je zo je verplichtingen en columnist Jan van der Vegt wijdt zich met plezier daaraan. Over verontwaardiging, biografeling, de vijfde zondag, zinnige vragen, in hoeverre schrijven recensenten over zichzelf? Over de verhouding tussen een dichter en zijn werk die anders is dan bij een prozaïst. Nog meer?

Antjie Krog - Plundering
Yolandi de Beer is onder de indruk van ‘Plundering’, de nieuwste bundel van Antjie Krog. Volgens haar kun je het beste de bundel in één ruk uit te lezen: ‘Korte pauzes om bij te komen, of om te ademen zijn wel toegestaan, en soms ook even nodig. Precies wanneer je denkt dat Antjie Krog zichzelf onmogelijk kan overtreffen, doet zij het toch. Antjie Krog ís en blíjft een revolutionair en een vorst. Deze bundel is kwetsbaar, sober, actueel en onmisbaar.’

Pieter Sierdsma
Pieter Sierdsma maakt graag gedichten bij schilderijen en tekeningen, het verbindend thema is vaak het vreemde, een unheimlichkeit, en in het geval van vandaag, de dreiging onder het gewone of scherpe licht. Onthaaste gedichten, schreef een recensent eens, zinnen die als golven langzaam over elkaar rollen. ‘De mens speelt een bijrol lijkt het wel, hij wordt op afstand gezet.’

Lucas Hüsgen - De wereldvrede
Kamiel Choi bespreekt ‘De wereldvrede’ van Lucas Hüsgen: ‘Deze bundel is de meest idiosyncratische bundel die ik in lange tijd las. Het is bijna onmogelijk om te zeggen waar de bundel over gaat. Misschien is deze bundel eigenlijk te lezen als axiomatische of asemische poëzie – als taal die we áls taal op ons moeten laten inwerken.’
Nieuwsbrief 18 / 30 april
Een poging tot reanimatie
Tellen dode dichters mee, meer dan als naam? Jan van der Vegt vraagt zich af ‘Wie leest ze nog? Is hun werk te koop? Staat het nog in openbare bibliotheken? Neem Hans Andreus, ooit een van de meest gelezen dichters. Gedichten van meer dan een halve eeuw geleden, maar ook van deze tijd. Waarom zou hij niet blijvend gelezen worden, kortom: doorleven?

Hans Franse
Naast het schrijven van columns maakt Hans Franse gedichten. Hij gebruikt zijn poëzie vaak om zijn gevoel te maskeren, zegt hij zelf, net zoals hij vriendschap en mededogen meestal verstopt in ironische teksten. Zo doet hij ons de groeten vanuit Italië en zetten wij zijn toevoeging ‘weemoedige’ tussen haakjes, het geheven glas is nog vol.
Fleur Bourgonje - Het geheugen van een huis
Herbert Mouwen recenseert de nieuwe bundel van Fleur Bourgonje, ‘Het geheugen van een huis’. Hij vindt stilistisch mooie gedichten met vaak een verrassende gelaagdheid en verbinding met de actualiteit. ‘De bundel bevat (…) ook opvattingen over het schrijven van poëzie en de gedichten geven een inkijk in het persoonlijke dichterschap van Fleur Bourgogne. ‘Het geheugen van een huis is een zeer prijzenswaardige dichtbundel’, aldus Mouwen.

Interview Bernke Klein Zandvoort
Taal is nooit neutraal, zegt dichter Bernke Klein Zandvoort tegen interviewer Cora de Vos. Taal is een construct, een subjectief, tijd- en plaatsgebonden leeg materiaal waar we zelf betekenissen in blazen. Als schrijver moet je je bewust zijn van de omgang met je materiaal. Een gesprek over de betekenis van taal en het kijken door lenzen van woorden.
Paul Claes - Canon van de Nederlandse poëzie
Hettie Marzak komt tot de teleurstellende ontdekking dat ‘Canon van de Nederlandse poëzie’, geen nieuw boek is van Paul Claes, maar slechts een sobere herdruk is van de luxe uitvoering: ‘De lyriek van de Lage Landen’ uit 2008. Wel zijn er twintig gedichten toegevoegd. Hettie Marzak concludeert dat het ‘een pauperuitgave van een prinsenboek geworden is’.

Jeanine Hoedemakers
Jeanine Hoedemakers is ontroerend, eerlijk, confronterend en beschermend in haar poëzie. Ze gunt ons haarzelf en haar intiemste gedachten zodat we ons kunnen herkennen in onze pogingen lief te hebben, los te laten, te leven. Haar herinneringen zijn bijna de onze. ‘het gedicht las / de krassende kraaien / een duif verliet de witte doos.’
Idwer de la Parra - Vlerk
Onno-Sven Tromp bespreekt ‘Vlerk’ van Idwer de la Parra: ‘’De bundel heeft iets ongedwongens en spontaans, alsof De la Parra wil zeggen: kijk, dit is wat ik de afgelopen jaren naast mijn werk als hovenier heb geproduceerd, hiermee moeten jullie het doen. Al met al is ‘Vlerk’ een mooie, evenwichtige bundel vol vloeiende taal en verrassende beelden.’’
Nieuwsbrief 17 / 23 april
Meander Live 3
Hans Puper schrijft geen columns meer, uitgezonderd die over Meander Live. Ester Naomi Perquin is de derde gast; op 10 mei zal zij haar bundel ‘Ongevraagd advies’ voorlezen in het Luxor Theater in Zutphen.

Ivan Sacharov
Ivan Sacharov zegt ‘Het gaat in de eerste plaats toch om de poëzie. Of eigenlijk: om genieten. Poëzie is als een pauze waarin alles mogelijk is. Een kwestie van kijken, de ogen openen voor wat niet te zien is. Zo moet het en zo moeten mijn gedichten niet gaan over een strand, maar over het bewustzijn van de mensen die ze lezen.’

Janine Jongsma
Janine Jongsma wijdt zich sinds 2010 serieus aan de poëzie en sinds een paar jaar volledig aan Meander. Aan dichten komt zij nauwelijks meer toe. Werk van haar is oud werk. Ze gniffelt over de blauwe maandagen vol eindrijm, maar het is meer dan ‘best wel leuk’ dit inkijkje met Maria in de gedachten van een vrouw die bestaat uit poëzie.

Interview Twan Vet
Het is als ademen, zegt Twan Vet. ‘Als ik wakker word, kijk ik al uit naar het schrijven of het componeren. Ik zou niet weten wat ik anders zou moeten doen, denk ik. De verschillende kunstvormen maken me compleet, allen op hun eigen manier. En als het dan lukt, dan ben ik zielsgelukkig. Heel even. Dus schrijf ik maar door. Voor de zekerheid.’

Tom Veys
Tom Veys weet niet of zijn beroep als parochie-assistent een rol speelt in zijn gedichten maar psalmen en versregels, het is een mooie combinatie. Geloof wil hij alvast niet als inperkend zien. Een zin als ‘Er zijn altijd scheuren in ons denken / De vraag is: ‘Wat horen we in een troostende storm?’ Lichtgedichten in het kader van Pasen.

Peter J.R. Vermaat
Peter J.R. Vermaat vraagt zich na de diagnose Alzheimer, die zijn vader gesteld kreeg, af wat er in taal nog kan worden behouden – of liever nog geschapen – van wat er tussen hen bestond. Met de reeks De vaderverzen hoopt hij dat de lezer in de taal meer kan terugvinden dan de dichter er in verloren heeft.
Paul Roelofsen
Op de plek van een recensie vandaag – en de komende dagen – gedichten van onze recensenten en andere medewerkers, te beginnen met Paul Roelofsen. Zijn poëzie is duister, humoristisch, onverwacht, beklemmend maar ook liefdevol, relativerend en troostrijk. Met een zin als ‘tracht woorden te ontluchten / spreid licht in de kelders van de taal’ is hij een ‘niet koest te krijgen krijger in woudzang’.
Nieuwsbrief 16 / 16 april

Heks, heks…
Hans Franse herinnert zich een onderwijservaring met de brugklas van de MAVO. Het stampwerk (dictee, opstel, ontleden) begon hem tegen te staan dus ging hij op de literaire toer. Hij schreef de tekst van een gedicht op het bord en las gezamenlijk. Het ‘Heks heks’ van Elburg leverde een leuke discussie op maar ook een gesprek met de directeur.