LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Vrijheid

6 mei, 2023

foto Alphons Hustinx, c/o Hollandse Hoogte
In het Gelderse dorp Puiflijk wordt het einde van vijf jaar Duitse bezetting uitbundig gevierd. Er is een dancing en een zweefmolen. Twee meisjes poseren met hun rood-wit-blauwe vlaggetjes. Puiflijk, 1945.
Fotomuseum Den Haag

Vrijheid was het thema van de Poëzieweek 2019, vrijheid zou eigenlijk altijd het thema moeten zijn. Om onze doden te herdenken en onze vrijheid te vieren een zevental gedichten die in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei geschreven zijn.

 

In vredesnaam

Mijn nacht is breekbaar
als een kolibrievlinder

vreemde stappen naast mijn bed
laarzen groot als wolkenkrabbers

’t bliksemt en knalt en ik sta weer
op straat klein alleen

Ik ren naar het slagveld
om een gedicht te schrijven

graaf geen kuil
voor gevallen woorden

ik laat de bomen
stapelverliefd ruisen

de bergen elkaar
opnieuw ontmoeten

en om geen kind te zijn
dat nooit meer slapen kan

geef ik landen voeten
om het geluk met ons te delen

Voor vrede plant ik
een stokroos een echte

met kaarsrechte rug

© Jana Beranová, 2004


Jana Beranová (Plzeñ, Tsjechoslowakije, 1935). Na de vlucht met haar ouders kwam zij in Nederland terecht, waar zij de studie economie afrondde. Geleidelijk aan schakelde ze over naar het vertalen en maken van poëzie en literatuur. Zij heeft zich in het bijzonder ingezet voor Tsjechische schrijvers. In 2011 verscheen Werkboek – Bloemlezing 1983-2010 (met cd, De Geus)
Stad

Achter de stad die je ziet
elke dag, de zo kleurrijke, vrije,
zo klatergouden, ligt altijd de grijze
andere stad. In verglaasd zwartwit

beelden ervan op je netvlies
als je maar kijken wil:
schokkerig bewogen of stil,
verbleekte foto of film. Je weet
niet eens of ze uit jouw ziel,

ook genoemd herinnering, komen
of uit iedereens angstdromen,
vergaard in duizenden boeken,
in museumzalen vol pijn, in hoeken
van zolders die je liever mijdt

om hun geur van afwezige mensen,
van kou en van as. Maar altijd
zijn ze daar op de achtergrond,
de beelden aan de stad die dit was,
dezelfde als nu en toch niet.

Zodat je soms middenin een lach
in een zacht plantsoen, een hoerig lied
op een gracht, ineens stilvallen moet
omdat er een donkere stoet
je gedachten binnen trekt, dwars
door je lustige leven heen

en ontelbare stemmen even
hevig in je hoofd spreken
tegen het groot vergeten.

© Willem van Toorn

Gedicht voorgedragen tijdens herdenkingsbijeenkomst in de Nieuwe Kerk, 4 mei 2002.


Willem van Toorn (Amsterdam, 1935) is fulltime schrijver, dichter, vertaler, bloemlezer en redacteur. Zijn eerste dichtbundel Terug in het dorp verscheen in 1960. Zijn werk is genomineerd voor Ako en de Librisprijs en hij ontving in 1981 de Jan Campertprijs voor zijn
gedichtbundel Het Landleven. In 2019 verscheen de bundel De dagen (Querido).
Vrijheid

Je kunt je haar wel voorstellen
bij gebrek aan werkelijkheid
hoe mooi de rivier wegstroomt
weg, weg, van de oude stad.

Of hoe het licht in de winter
hangt tussen bomen in de hof
waar stenen schijnen te groeien
in zwellende, brekende grond.

Maakt het iets uit of je haar ziet
of niet, de rivier stil staat
as opstijgt, als jij
je bewust bent van licht?

© Remco Ekkers, 2000


Remco Ekkers (Bergen, 1941 – Zuidhorn, 2021) was een dichter, essayist, prozaïst en onder meer poëziecriticus van De Gids. Ook nam hij plaats in diverse jury’s zoals die voor de Hendrik de Vriesprijs, en in 2018 voor de tweede keer, als voorzitter, van de P.C. Hooft-prijs. Zijn laatste bundel verscheen in 2021, Hop over de sofa (kleine Uil)
Vrijheid

Voor doodslaan en gelukkig zijn en schromen
en weifelen
en in een afgrond vallen
en ontkennen en schuldig zijn
en koortsachtig zoeken naar waarheid, schoonheid
maakt vrijheid geen verschil,
of hooguit een verschil als tussen een bloeiende appelboom
en geen bloeiende appelboom,
of tussen een kus en geen kus, hoe vluchtig
en verraderlijk ook.

© Toon Tellegen, 1999
uit De verleden tijd van vrede, dichters over 4 en 5 mei (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek & Nationaal Comité 4 en 5 mei, 2005)


Toon Tellegen (Brielle, 1941) is schrijver, arts en dichter. Hij is vooral bekend is om zijn kinderboeken. Vooral zijn dierenverhalen rond de mier en de eekhoorn zijn erg geliefd en worden ook door volwassenen graag gelezen vanwege de amusante, bizarre situaties en filosofische diepgang. Zijn meest recente poëziebundel is Langs een helling (Querido, 2023).
O Vrijheid!

jij vaal
vaal visioen
uit een ver verleden
van vermetele filosofen

er zijn er die roepen dat je maar
een middel bent
tot blijheid

-hoe durven ze!
heeft niet het leven
juist omwille van jou
ontelbare levenden afgestaan?

slapen in jouw schoot niet rechten
en plichten zacht?
o vrijheid!
bén je een maar een vaal visioen
of ben je de grond,
onvervreemdbare grond
voor ons dierbaarste doen
ons meest achteloze laten?

© Mustafa Stitou
Gedicht voorgedragen tijdens Nationale Herdenking op de Dam, 4 mei 1999.
uit De verleden tijd van vrede, dichters over 4 en 5 mei (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek & Nationaal Comité 4 en 5 mei, 2005)


Mustafa Stitou (Tétouan, 1974). Stitou groeide op in Lelystad en publiceerde als eerste dichter van Marokkaanse afkomst een dichtbundel in het Nederlands, Mijn vormen, waarvoor hij genomineerd werd voor de C. Buddingh Prijs 1994. In 2018 ontving hij voor zijn poëzie de A. Roland Holstprijs. Zijn meest recente bundel is Waar is het lam? (De Bezige Bij, 2022)
Inktvlekken

Dagboeken zijn als levens, data, dag in dag
uit. Blauwe, strakke hemels, regen. Als het aan mij lag
zou ik zeggen: laat men de dagboeken voltooien,
handschriften, thema’s doen er niet toe. Gooien

we de mens voor leegoogige, gladgeschoren leeuwen
die om het bestaan van een dagboek slechts geeuwen,
dan zijn we niet die betere, verre vriend of goede buur,
al kleden we ons naar de tijd en betalen we zuivere huur.

Er zijn slechte buren geweest. Het theeservies
van de mens wiens dagboek als een raam
werd dichtgeklapt – glasgerinkel, inktvlekken – staat vies
op andermans aanrecht. Maak het nu beter, was het af en breng het terug.

Maar alleen de doden mogen vergeven en zij kunnen niet spreken.
Hun buren zijn andere doden, eindelijk veilig, zij hebben geen mond
of een kaarsrechte rug.

© Rogi Wieg, 1997

Rogi Wieg (Delft, 1962 – Amsterdam, 2015) was schrijver, dichter, beeldend kunstenaar en muzikant. Als poëziecriticus verbonden aan Het Parool en redacteur van de literaire bladen Tirade en Maatstaf. Zijn laatste bundel verscheen in 2014, Afgekapt dichtwerk (In de Knipscheer).
Wiegs gedicht Traag verdwenen zwarte bloemenvelden werd opgenomen in De 100 beste gedichten gekozen door Ahmed Aboutaleb voor de VSB Poëzieprijs 2014. Als hommage verscheen In de kring van menselijke warmte (In de Knipscheer, 2017)
Geoorloofd

Alles aan oorlog is fout.
Zelfs de vervoeging
van het woord houdt
zich niet aan de regels
van sterk en zwak:
de verleden tijd

van oorlog is vrede.
Maar de verleden tijd
van vrede is oorlog.
Is het daarom dat er steeds

weer oorlog is en steeds
weer vrede? Omdat tijd
wel voorbij kan gaan
maar nooit is voltooid?

© Ted van Lieshout, 1997

Ted van Lieshout (Eindhoven, 1955) is schrijver, dichter, tekenaar. Zijn eerste dichtbundel Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen werd in 1987 onderscheiden als beste bundel met een Vlag & Wimpel. Van Lieshout heeft een enorme en veelzijdige productie, hij werd veelvuldig bekroond oa met De Grote Poëzieprijs – 1e Prijs van de Jongerenjury voor Ze gaan er met je neus vandoor, 2019 en de Willem Wilminkprijs voor Onberispelijk (lied uit de theatervoorstelling: Ik en de koningin, 2010).

     Andere berichten

Kinderpoëzie (VI)

Kinderpoëzie (VI)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...

Jacobus Bos

Jacobus Bos debuteerde in 1969 met een verhalenbundel en ontving in 1974 de Anna Blamanprijs voor De dagelijkse geest. Zijn...

Sijmen Tol

  Sijmen Tol (1950) studeerde slavistiek aan de Universiteit van Utrecht en was jarenlang redacteur van de Linguistic Bibliography....