Archief
Nieuwsbrief 2 / 23 december 2018
"Techniek is geen doel op zichzelf maar wel de basis"
Deze dichter van snelsonnetten houdt het meest van verzen in gebonden vorm, het op deze manier vastleggen van allerlei soorten ervaringen en die hoeven echt niet 'licht' te zijn. Ook houdt hij zich aan de eisen van het Shakespaeresonnet, waar hij vele van vertaalde, soms maakt hij daar een ollekebolleke van en blijkt de tegenstelling tot vorm en inhoud minder groot dan gedacht.
Nieuwsbrief 1 / 16 december 2018
Henk Ester – Het vermoeden van Witten
Ivan Sacharov over ‘Het vermoeden van Witten’ van Henk Ester: ‘Fascinerend aan gedichten is dat iedereen zijn eigen taal bezigt. Woorden dragen wel betekenissen die iedereen min of meer bekend zijn, maar de manier waarop ze aan elkaar gelinkt worden openbaart de eigenzinnigheid van de schrijver. En dan is het weer even wennen – opnieuw leren lezen – als je een originele geest ontmoet, zoals Henk Ester.’
Joris Iven
Ook iemand met een lange staat van dienst, kan de lezer nog verrassen. Dichter (vertaler, recensent, redacteur, toneelschrijver) Joris Iven neemt ons mee op een vroege ochtend langs zee en haven, hotel en vrouw, nodigt ons zelfs in bed en komt via het verleden in de hersenen die gewoon blijven werken maar onvermoede betekenissen afgeven.
Ivo van Strijtem – Een kamer met een tafel en schrijfgerei
Paul Roelofsen weet zich geraakt door de nieuwe bundel van Ivo van Strijtem. Hij waardeert zijn subtiele humor en persoonlijke toets. Vooral in de Bijbels geïnspireerde gedichten komt de pure en muzikale lyriek van Van Strijtem goed tot zijn recht. “Er zijn dichters die niet alleen poëzie schrijven maar ook ademen. Ivo van Strijtem is er zo een. Een weldadige bundel.”
Marijke Hooghwinkel
Hoe een kleine ruimte steeds groter wordt, dat is misschien wel de essentie van het werk van dichter en beeldend kunstenaar Marijke Hooghwinkel. Zij laat zich inspireren door het dagelijks leven waarin zij je nodigt haar observaties te delen; kleuren en vormen veranderen onder haar hand en in ons hoofd.
Niels Landstra - Entree naar de hemel
Hans Franse vindt ‘Entree naar de hemel’ van Niels Landstra zeer lezenswaardig: ‘Het zijn goed opgebouwde en muzikaal gevormde gedichten die door een milde ironie soms een sterk sociaal gevoel verhullen. Het komt mij voor dat de dichter lijdt aan deze wereld, dat hij de ‘entree van de hemel’ zoekt.’
"Dichters zijn getuigen van hun tijd"
Ali Serik denkt dat als hij zou stoppen met schrijven, hij in zijn hart blind wordt. Bij alles dat hij ziet, begrijpt hij niet dat mensen zo langzaam vooruitgaan. Daarom moeten we over meer dan ons eigen gevoel schrijven, dat zijn we verplicht. Als getuige van de multiculturele samenleving en de tijd maakt hij nog steeds gebruik van zijn inspiratiebron: de liedteksten van de volksdichters van zijn vaderland. "We moeten de mensen bijbrengen dat er een omslag nodig is."
Anneke Brassinga - Verborgen tuinen
Johan Reijmerink over ‘Verborgen tuinen’ van Anneke Brassinga: ‘[Zij] heeft ons een rijk palet aan kleuren en klanken voorgelegd, ingenieus gecomponeerd, verrassend uitgebeeld, en de complexe innerlijke en uiterlijke wereld daarmee recht gedaan. Onvermoeibaar blijft ze Pegasus bestijgen, gelukkig nog niet oud en der dagen zat.’
Rob de Vos (20 mei 1955 -2 april 2018)
Een jaar geleden overleed onze Rob de Vos. Met zijn levenswerk, Meander, zijn wij verder gegaan en gelukkig bent u als lezer bij ons gebleven. Hij had van gedichten helemaal geen verstand, zei hij, maar dat was natuurlijk helemaal niet waar.
Elsbeth Etty – In de man zit nog een jongen. Willem Wilmink – de biografie.
De levensbeschrijving van Willem Wilmink getiteld 'In de man zit nog een jongen' door Elsbeth Etty is volledig en eerlijk, maar mist warmte voor de dichter en diens werk, aldus Ernst Jan Peters. De innemendheid die Wilmink ook had tegenover veel mensen wordt weggeblazen door de intensieve inventarisatie van zijn onaangepaste gedrag. Een beetje meer verdieping van de psychologische factoren had vast een empathischer verhaal opgeleverd zonder dat het een hagiografie was geworden.
Méland Langeveld
De gedichten van Méland Langeveld hangen aan parkhekken en in etalages van bibliotheken maar worden ook gedanst en gezongen terwijl de titels serieuze pogingen zijn ons een uitweg te bieden uit deze ontwrichte tijd. Om ervoor te zorgen dat er van geen enkele dag een woord gestolen wordt, moeten we in gesprek blijven èn schrijven.
Elvis Peeters - Antithesen
Peter J.R. Vermaat over ‘Antithesen’ van Elvis Peeters: ‘Pagina na pagina is gevuld met een naar binnen gericht parlando, dat registreert, maar nergens treffend, bespreekt, maar nergens pakkend, beschrijft, maar nergens muzikaal in taal. (…) Ik vond [in de bundel] af en toe een vers om iets langer bij stil te staan, maar trof meestal met witregels vermengd proza aan.’
"In alles in de wereld is iets aanwezig dat vernietigt"
Moya De Feyter vindt het soms tergend om altijd – onbewust en soms ook ongewenst – met een schrijversblik naar de wereld te kijken terwijl interviewer Sacha Landkroon het als een zegen ervaart. Wil je weten waarom? Lees dan het 'grotere verhaal' en vooral de bijbehorende gedichten en werk je eigen performance uit!
Ali Şerik – De stem die baart
Herbert Mouwen over ‘De stem die baart’ van Ali Şerik: ‘Het is een markante bundel geworden met een diversiteit aan actuele onderwerpen. Scherpe observaties, direct taalgebruik en een hoge toegankelijkheid van zijn gedichten zijn kenmerkend voor zijn anekdotische manier van schrijven. (…) De stem van Ali Şerik spreekt volkomen vrijuit, zonder scrupules en klinkt welluidend. Die stem baart poëzie, brengt gedichten ter wereld en die zijn de moeite van het lezen waard.’
Hans Van Miegelbeek
Hans Van Miegelbeek signeert graag met een Gentse groet en hoe dat gaat, leest u in zijn zorgvuldig maar speels beschreven waarnemingen, kleine juweeltjes van dagelijkse gebeurtenissen in dorp en stad, relaties en milieu. De poëzie ligt als het ware voor het oprapen, alleen even bukken op straat.
Josse Kok – Probeert u het later nog eens
Berry Vos raadt aan ‘Probeert u het later nog eens’ hardop voor te lezen, bij voorkeur met een Dordtse tongval. Op papier is hij minder te spreken over Josse Koks tweede bundel: “Ik mis bij Kok vaak de pointe, en als die er is dan stelt die vaak teleur. Het is niet altijd duidelijk wat de dichter nou precies wil zeggen.” Wel laat de dichter zien over een rijke fantasie te beschikken, waarbij hij zich bedient van onwerkelijke, hallucinatoire beelden.
Jeanet Kingma
Als beeldend kunstenaar/graficus maakt Jeanet Kingma vooral kunstenaarsboeken waarin tekst en beeld worden gecombineerd. Ze maakt ook kinderboeken. In haar gedichten tref je dezelfde droomachtige samenstelling, collages van woord en flinterdunne tekening, waartussen je - bijna achteloos en alsof per ongeluk - jezelf aantreft, zwemmend!
Mark Meekers – uit de volière van mijn hart
Maurice Broere schreef een recensie over ‘uit de volière van mijn hart’, een selectie van Mark Meekers uit zijn ‘nagelaten gedichten 1958 – 1982’. De bundel telt 270 bladzijden. Broere is niet onverdeeld enthousiast. Hij mist ‘een kritische blik, waardoor een bloemlezing had kunnen ontstaan met een duidelijke thematiek, overzichtelijk voor de lezer. Hier geldt: niet het vele is goed, maar het goede is veel.’
Fluiten en dichten
In de tweede column van Jan Loogman gaan we verder met zijn training, oefening baart tenslotte kunst maar kunnen we dichten leren? Dichten is vooral kijken, we zetten het beeld nog even voor u stil. Wat heeft dit te maken met voetbal, scheidsrechteren en fluiten? Scheidsrechteren is kijken met een bepaalde bril, die bril bepaalt of er gefloten wordt of niet, hebben we zo'n bril ook op bij het schrijven?
Joep Kuiper - Hoop over been
Berry Vos over ‘Hoop over been’ van Joep Kuiper: ‘Dat er in deze bundel een voorwoord is opgenomen geeft te denken. Waarom laat de uitgever de poëzie niet voor zichzelf spreken?’ Toch valt er genoeg te genieten in deze bundel, ondanks de opvallende zwartgalligheid, die zijn oorsprong lijkt te vinden in een verloren liefde. De surrealistische beelden boeien vaak, al zijn ze soms lastig te interpreteren.
In memoriam Patty Scholten
Inge Boulonois schreef een prachtig In Memoriam voor Patty Scholten. Deze dichteres en stripauteur stond diverse keren op de Nacht van de Poëzie, was twee keer genomineerd voor de VSB-Poëzieprijs, ontving de Kees Stip-prijs, werd bijna Dichteres des Vaderlands en was stadsdichter van Renkum. Ze laat ons een schat aan tekeningen en gedichten na.
Roelof ten Napel – Het woedeboek
Het debuut van Roelof ten Napel is direct al genomineerd voor de Grote Poëzieprijs, die op 16 juni zal worden uitgereikt. Peter Vermaat is ook laaiend enthousiast over ‘Het woedeboek’. De recensent maakt een diepe buiging voor de dichter, die “geheel buiten de mode van pseudofilosofie en als surrealisme vermomde dronkemanspraat, met zijn dolk van taal het papierwit zo [weet] te kerven, dat het huilt en zingt.”