Archief
Hanneke van Eijken - Papieren Veulens
Papieren veulens van Hanneke van Eijken is een prima debuut. Sommige gedichten zijn teer en lief, uit andere spreekt melancholie. Maar er staan ook volwassen paarden tussen, die een stevige trap kunnen uitdelen.
Bas Geerts - Winterreis
Winterreis van Bas Geerts verdient het om zorgvuldig gelezen te worden. De syntaxis van de gedichten is bewust ongrijpbaar en verwarrend. Het is kinetische poëzie op papier. Alweer een verrassende bundel in de reeks 'Halverwege Chapbooks'.
Hugo Bousset (red.) - Dietsche Warande & Belfort jrg. 158 nr. 2
Dietsche Warande & Belfort, kortweg DW B, is bezig aan jaargang 158, en daarvan verscheen onlangs het tweede nummer.
Het is overvol.
Gedichten
David Bogaers
asielzoeker
het bleek precies zoals verwacht
je landde op Schiphol en zag
een land waarin geweld alleen
gedrang op trappen was
ze hielpen je ze boden je een kamer
aan waarin veel luxe was een stoel een brits
alleen de sleutel kreeg je niet
je kon opnieuw bestaan
David Bogaers
David Bogaers (1994) is een jonge duizendpoot. Naast het schrijven van gedichten en verhalen bekokstooft hij een muzikale revolutie met Parmenides (een tweemansband in opstartfase), is hij een tijd lang actief geweest in de politieke jongerenorganisatie van Groen Links, studeert hij filosofie en volgend jaar ook aardwetenschappen aan de UU. Ondanks, of misschien wel dankzij zijn jonge leeftijd, kenmerken zijn gedichten zich door een grote helderheid en sterke observaties.
Bewerkt met een beitel van bloed
Onlangs verscheen bij het PoëzieCentrum Voor de prijs van mijn mond, een fraaie bloemlezing met werk van twaalf contemporaine Roemeense dichters. Sander de Vaan spr@k met vertaler/samensteller Jan Mysjkin over een bundel die alle aandacht verdient.
Gedichten
Claudia Komartin
ik hou van die stad
ik zou willen dat deze morgen je handen had
want de nacht is diep en koud geweest
‘diep en koud’, had men kunnen zeggen
als de mond van een filosoof
verdwaald
tussen duistere bladen
ik zou willen dat deze morgen je rug had:
die weegschaal overtrokken met een roze huid,
waaronder welwillende sterren flonkeren
ik hou van die stad in de verte
waarin het milde licht
van de avondschemering
jouw naam meekreeg.
Ik beschouw de poëzie vooral als een moeilijk lief
Tom Marien (1979) publiceerde korte verhalen in Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift. Zijn jeugdromans Vlucht en Vuist verschenen in 2008 en 2010 bij Uitgeverij Manteau te Antwerpen. Is hij nu stevig op weg om zijn eerste dichtbundel bij elkaar te schrijven?
Gedichten
Tom Marien
apologie
ik stuiptrek en sidder
met tussen twee vingers dat blauwtje
’t zoveelste maar rijker op zak
had ik me te veel de vleugels
voor ogen met metrum en volrijm
en biddende bek?
had ik jou en te snel
te kennen gegeven
dat dichters niet voelen
maar huilen om voer?
en toch
wat is er mis
met zich godslasterend gul en zelfzuchtig
gedragen met geen kaarsen doen branden
maar lampjes uitdraaien?
terwijl jij ja jij
met je is-gelijk-aan-lippen
en als veel te vroege nachtvorst
mijn kwetsbare klankenmoestuin
meedogenloos verraste
Charlotte Mutsaers - Dooier op drift
Charlotte Mutsaers probeert in Dooier op drift in taal te vangen wat onuitsprekelijk is. Ze schrijft met het oog van een schilder, bezit de ironische toon van de essayist, steekt als was ze een cabaretier zo nu en dan de draak met wat we voor gewoon houden, stelt op haar manier groot en klein mensen- en dierenleed aan de kaak als een naturelle activist. Mutsaers heeft me met deze poëziebundel toenemend leesplezier gegeven, doordat ze nadrukkelijk het recht opeist voor bevreemdende droomgedachten in een absurde werkelijkheid.
Josse Kok - Ik heb geslacht
De tekst op het achterplat van Ik heb geslacht, het debuut van Josse Kok, doet de bundel geenszins recht. De gedichten hebben gemeen dat ze een bepaalde intensiteit hebben. 'We hoeven Josse Kok niet toe te juichen, maar een applaus is op zijn plaats!', besluit Joop Leibbrand zijn recensie.
Klassieker 168: Menno Wigman - Rien ne va plus
Zonder verdere toelichting stond ‘Rien ne va plus’ van Menno Wigman eind december 2012 in Dagblad Trouw. Eric van Loo was diep onder de indruk van het gedicht. De bespreking van het gedicht voert naar onvermoede verten.
Jacobus Bos - Het geluk van een jeugd
Het geluk van een jeugd is de zevende bundel van Jacobus Bos.
'Existentiële poëzie is dit. Prachtig geschreven en met overtuiging. Hier is een dichter aan het woord die meedogenloos teder onthult hoe hij de werkelijkheid ervaart. Die weet dat wat hij zou willen uitdrukken boven de woorden uit gaat. Dat hij met een been in de wereld van de geest staat, van de taal, van de beelden; en met het andere in de wereld van wat verloren is, in de onherroepelijke leegte.'
(VCK 445)
Festivalbloemlezing City2Cities - Het verhaal van twee steden: Lissabon en Berlijn
Lissabon en Berlijn waren de twee gaststeden van de derde editie van City2Cities 2013, de van 20 t/m 28 april gehouden internationale Literatuurdagen Utrecht. De festivalbloemlezing vertelt het verhaal van de twee steden, in proza net iets overtuigender dan in poëzie.
Jannah Loontjens - Dat ben jij toch
In Dat ben jij toch weet Jannah Loontjens te raken door haar bijna cerebrale benadering. Haar gedichten combineren observaties en gedachten in een verrukkelijk spel met verrassende uitkomsten.
Constantijn Huygens - Stemmen van Den Haag
In Stemmen van Den Haag, een vertaling door Frans Blom en Ilja Leonard Pfeijffer van Haga Vocalis van Constantijn Huygens, blijkt hoe springlevend de poëzie van Huygens nog is. Een voorbeeld voor alle hedendaagse stadsdichters.
Harry Vaandrager - Koprot
Over Harry Vaandragers romandebuut Aan barrels schreef Piet Gerbrandy: ‘De grofheid van de taal, de brute kracht van de beelden en de walging van het bestaan spatten de lezer tegemoet.’
Drie kwalificaties en evenzovele aanbevelingen, zal de uitgever gedacht hebben en hij plaatste de uitspraak op het achterplat van Koprot, de verhalenbundel waarmee Vaandrager de weg die hij met Aan barrels insloeg, vervolgt.
Emily Kocken - Witte vlag
Emily Kocken (New York, 1963) schreef enkele jaren poëzierecensies voor Meander. Nu debuteert ze met de lijvige roman Witte vlag. Een intelligent geschreven, ontregelend boek.
Waar kan ik nog een deur kwijt?
F. Starik (1958) is schrijver, dichter, zanger en kunstenaar. Hij studeerde aan de Rietveld Academie en de Rijksacademie, fotografie en mixed media. In 1987 verscheen zijn officiële debuut Nepvuur (In de Knipscheer), spoedig gevolgd door de geruchtmakende bloemlezing Maximaal. Sinds 2002 beheert Starik de Amsterdamse Poule des Doods, een groep dichters die in wisselende samenstelling bij eenzame uitvaarten gedichten schrijft en voordraagt. Daarover schreef hij inmiddels twee boeken, De eenzame uitvaart (2005) en Een steek diep (2011, beide bij uitgeverij Nieuw Amsterdam) Inmiddels is Door verschenen, Stariks negende dichtb
Drie gedichten van Martin Aart de Jong
Martin Aart de Jong (Hellevoetsluis,1966) studeerde Engelse taal- en letterkunde in Leiden. Hij is dichter en bestuurslid van het Leids Dichtersgilde, waar hij als mede-organisator bij een breed scala aan literaire activiteiten betrokken is. Gedichten publiceerde hij eerder in Krakatau, Pomgedichten en in diverse verzamelbundels.
Gedichten
Gedichten
Marloes Robijn
Reiger
Zet me op
als een reiger ongeveer
Vouw me
tussen het riet
En geef me die balende blik
over het water en de wereld
Maar aai me
voordat je kraaloogjes bevestigt
en me voor altijd aan de kant zet
nog een keer
over mijn gekrenkte rug
Over Zweden, woordplezier en deadlines
Marloes Robijn (1985) houdt van de geur van vuur, Zweden en de nacht. Op dit moment schrijft ze masterscripties voor haar studies Algemene Taalwetenschap en Scandinavische Talen en Culturen en werkt ze o.a. als docent Zweeds. Ze stond op Dichters in de Prinsentuin, Onbederf'lijk Vers en Festifarm. Daarnaast bedenkt ze graag andere manieren om haar poëzie en die van anderen te delen, zoals gedichtenspeurtochten, poëtische stadswandelingen en plukpoëzie.