Archief
Nieuwsbrief 14 / 3 april
Altijd weer tijd
‘Tijd- het is vreemd, het is vreemd mooi ook / nooit te zullen weten wat het is’ schrijft Rutger Kopland. Jan Loogman over tijd die niet synchroon loopt met tijd, een herinnering aan veertig jaar geleden alsof het gisteren was, een wedstrijd van vorige week die hetzelfde is als die van zestig jaar geleden. Terwijl de tijd doorloopt, staat hij stil.
De favorieten van Paul Bezembinder
In de serie "favorieten van Meandermedewerkers" presenteert Paul Bezembinder zijn drie lievelingsgedichten. Hij koos voor werk van Constantijn Huygens, Piet Paaltjens en Albert Verwey.
Arjen Duinker - Autobiografie tot op de dag van vandaag
In de ‘Autobiografie tot op de dag van vandaag’ van Arjen Duinker zijn de opsommingen, anaforen en herhalingen weer veelvuldig aanwezig. Herbert Mouwen aan het woord: ‘Arjen Duinker lijkt met de lezer een spel te spelen, maar deze krijgt amper vat op de particuliere speelwijze en spelregels die hij hanteert. Taal is voor de dichter Duinker niet alleen een middel om de werkelijkheid te beschrijven, maar vooral een probleem omdat hij daarmee de werkelijkheid slechts beperkt weer kan geven.’
"Ik leef als dichter niet meer onder een steen."
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het eenenveertigste gesprek, met Annet Zaagsma. Over hoe ze in een speciaal soort bui moet zijn om te kunnen schrijven, misschien wel in haar tweede moedertaal, het Fries, gaat dichten, hoe nieuwsgierig ze is naar waar andere dichters hun inspiratie vandaan halen en hoe graag ze met anderen deelt.
Joris Miedema - De oneindige oester
De nieuwe bundel van Joris Miedema, ‘De oneindige oester’ is anders is dan alle andere. ‘Dat vindt de uitgever ook. Op de site staat: “Joris Miedema is ernstig en absurd. Waanzin blijkt geen losse flodder, maar onderdeel van een totaalbalans waar we als mens geen kaas van hebben gegeten”. Maakt dit een bundel goed? Nee, natuurlijk, alleen als hij goed is geschreven. En dat is deze oester. Heel goed zelfs’, aldus Hans Puper.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (38)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het achtendertigste antwoord komt van Christophe Ywaska.
Mark Boog - Het einde van de poëzie
Recensent Johan Reijmerink: ''Mark Boog bouwt in zijn nieuwe bundel Het einde van de poëzie (2022) een dichterlijke weerzin op tegen ‘de onechte kleuren’ van onze samenleving. Hij constateert dat er om ons heen, in de natuur, op het land, in de stad, tussen de mensen iets aan het veranderen is. Wat betekent in dat kader ‘het einde van de poëzie?'' Een longread.
Nieuwsbrief 13 / 27 maart
Geurtjes
Er zijn auteurs die je tegenstaan, al zijn ze bij velen zeer geliefd. Een treffend citaat kan de reden daarvoor beter verhelderen dat een uitgebreide uitleg. De nieuwe column van Hans Puper.
Erwin the Librarian
Erwin the Librarian maakt Rotterdamse stadspoëzie met veel (zoals dat tegenwoordig heet) ‘urgentie’. Associatief, gehaast, brutaal, zelfverzekerd, enthousiast. Niet mooier dan het is, geen overbodige sentimenten, duidelijk. Of, zoals hij het zelf zegt, ‘in poëzie en oorlog is alles toegestaan’. Rotterdam is een constante, maar ook alledaagse gebeurtenissen kunnen als inspiratiebron werken. En dan maakt hij ook nog eens muziek.
Heleen Bosma - Vervang eland
Dat een bundel uitgeven in eigen beheer ook een meerwaarde kan hebben, bewijst Heleen Bosma met ‘Vervang eland’. Paul Roelofsen vindt het niveau wisselvallig, maar ziet talent. ‘Het komt me voor dat Bosma probeert diepgang in haar poëzie te leggen door de buitenwereld erin te betrekken. Zij beschrijft dit open en helder, ook dat zij steeds terugvalt op zichzelf.’
Proeven van het vreemde en het bekende
Onlangs verscheen 42 vensters op Warten auf den Fluss, van de Duitse dichteres Barbara Köhler (1959-2021). Deze bundel verscheen ter nagedachtenis van Köhler (ze overleed in januari 2021) en kwam tot stand door een samenwerking van Terras, Perdu en Poëziecentrum. De bundel werd briljant vertaald door Ton Naaijkens. Sander de Vaan sprak met deze essayist en vertaler.
Marie Claus - Hier huizen draken
Peter Vermaat heeft het gevoel dat hij de ‘Libelle’ aan het lezen is bij de bundel ‘Hier huizen draken’ van Marie Claus: ‘Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door het alomtegenwoordige parlando, dat bovendien van de kabbelende en babbelende soort is. Mijn voornaamste bezwaar tegen deze poëzie is dat daarin consequent de dieper liggende lagen worden vermeden. De dichter houdt zichzelf – ondanks de quasi-persoonlijke wederwaardigheden die met de lezer gedeeld worden - angstvallig op de vlakte en blijft steeds opnieuw buiten beeld.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (37)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het zevenendertigste antwoord komt van Alja Spaan.
Henk Kroese - Als het nu eens zo is...
In de bundel 'Als het nu eens zo is...' heeft Henk Kroese, voormalig predikant, honderd gedichten verzameld die voor hem allemaal met God te maken hebben en met het geloof en zijn worsteling daarmee. Kroese heeft uit een groot bereik geput, maar toch is de keuze op sommige punten beperkt en daarmee vooral persoonlijk. Recensent Hettie Marzak noemt het geen bundel voor ongelovigen en vindt het allemaal 'nogal braaf en blijmoedig en stichtelijk.'
Nieuwsbrief 12 / 20 maart
Ellen Vogel, de laatste der groten
Hans Franse over Ellen Vogel, de ‘grand old lady’ (la grande dame) van het Nederlandse theater. Ze was een van de weinige actrices voor wie hij zijn ogen soms sloot: het was een genot haar stem te horen; buigzaam, melodieus, elke emotie had zijn plaats. Ze deed hem ook altijd denken aan de wereld van Couperus.
Klassieker 259 : Lieke Marsman – De overkant van de canyon
Joost Dancet laat zijn licht schijnen over 'De overkant van de canyon' van Lieke Marsman - het laatste gedicht dat Meander-redacteur Eric van Loo kort voor zijn dood zo intrigeerde. Ja, wat is er aan de overkant van de canyon?
Guido Lauwaert - van de straat geraapt
Wim Platvoet bespreekt de bundel ‘van de straat geraapt’ van Guido Lauwaert. Dat de liefde van Lauwaert bij het toneel ligt moge duidelijk zijn want een dichter is hij niet. ‘Het zijn alledaagse verhaaltjes van een oude man die vol ressentiment op zijn leven terugblikt. In de poëtische pogingen overheerst de inhoud. Wat ik als lezer met die inhoud te maken heb, is mij volkomen onduidelijk.’
"voorbij woorden"
Zen, poëzie en dans zijn de drie pijlers in het leven van Monique Leferink op Reinink. Van jongs af aan wordt ze geraakt door de kwetsbaarheid van ieder mens en door dat wat vaak onder de oppervlakte verborgen blijft. “Wat me in donkere tijden helpt is me verbonden te voelen met dat wat dit kleine zelf overstijgt, het opgaan in iets groters.”
Ferdy Karto - Het Firmament Tussendoor
Maurice Broere mist in de debuutbundel van Ferdi Karto, 'Het Firmament Tussendoor', de nodige leestekens die de bundel leesbaarder zouden maken. Ook lijken een aantal grammaticale keuzes en constructies eerder voor verwarring dan voor leesbaarheid en schoonheid te zorgen. 'Karto levert met dit debuut een bundel af waarin allerlei moois te vinden is, maar waarin ook nog wel wat te verbeteren valt. Natuurlijk kan een dichter ervoor kiezen zich vrij van conventies te bewegen en veel dichters doen dat met prachtig gevolg. Helaas werkt het in deze bundel niet.'
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (36)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het zesendertigste antwoord komt van Sacha Landkroon.
Monique Bol - er liggen twee holtes op je kussen
De gedichten in de debuutbundel ‘er liggen twee holtes op je kussen’ van Monique Bol zijn van wisselende kwaliteit. Niet alle gedichten hebben bestaansrecht. Toch heeft Ivan Sacharov best genoten van deze romantische poëzie. ‘Monique Bol schrijft over het geheel genomen smakelijke, goed leesbare teksten met een bourgondische inslag, die laten zien hoe je van het leven kunt genieten en balen.’