Archief
Klassieker 134: P.N. van Eyck - Brent Bridge
Karin Doornik bespreekt 'Brent Bridge' van P.N. van Eyck, oorspronkelijk verschenen in de bundel Herwaarts (1939) - waarschijnlijk geschreven in de periode tussen 1920 en 1935 toen de dichter in Londen werkte als correspondent voor de NRC.
K. Michel - Bij eb is je eiland groter
Volgens Johan Reijmerink is een belangrijk kenmerk van K. Michels dichterschap diens afkeer van het gebruik van 'grote', naar universele abstracties reikende woorden, omdat deze ons snel het contact met de ons omringende werkelijkheid kunnen doen verliezen. In Bij eb is je eiland groter is Michel er opnieuw in geslaagd – net zoals in zijn vorige vier bundels - om het taalregister van alledaagse woorden een poëtische lading mee te geven.
Tsead Bruinja - Overwoekerd
In Overwoekerd doet Tsaed Bruinja Tsaed Bruinja. Het gedicht 'In Basel' is daarbij het beste dat de bundel te bieden heeft: een uitermate goed gelukt portret van de dichter als mens en van die mens als dichter.
Margerite Luitwieler - Op hoge hakken de trap op rennend
Op hoge hakken de trap op rennend van Margerite Luitwieler is een kunstenaarsboek waarin tekst en beeld een fraaie eenheid vormen. Het had een uitgave verdiend op groot formaat.
kO nOrderisk - The Greatest of the Biggest
The Greatest of the Biggest van kO nOrderisk wordt door de uitgever aangekondigd als 'poëzie met een rauw Rotterdams randje'. Harry Vaandrager toont zich in zijn korte bespreking niet onder de indruk.
Tijd is niet relevant in Watou
Annette van den Bosch sprak met Jan Moeyaert, intendant van het Kunstenfestival Watou 2010 dat als titel heeft Tussen Taal en Beeld/ Verzamelde Verhalen #02. Moeyaert is de opvolger van Gwy Mandelinck, die 28 jaar lang het festival in Watou organiseerde.
Dat op het festival de rode lijn zou ontbreken, vindt hij onterechte kritiek. 'Ik wil de bezoeker niet aan de hand nemen, maar hem de vrijheid geven om zijn eigen weg te vinden op de locaties.'
Sander de Vaan - Plunder de dag
Met Plunder de dag debuteert Meanderredacteur Sander de Vaan als dichter. Zijn beste gedichten zijn te plaatsen in wat Joop Leibbrand de Leeflangtraditie noemt.
Klassieker 135: Gerrit Kouwenaar - toen wij nog jong waren
Ivan Sacharov bespreekt 'toen wij nog jong waren' van Gerrit Kouwenaar.
"Ik ben geen Kouwenaar-kenner. In feite lees ik bijna nooit Kouwenaar. Ik vind hem meestal moeilijk, en een beetje onnatuurlijk in zijn taalgebruik. Maar toen ik dit gedicht las, of liever: de eerste regel ervan, was ik verkocht."
‘Binnen de muren van je hoofd’
Nel Nijssen was een jaar of veertien toen ze begon met dichten. Haar hoofd zat vol met gevoelens, emoties, ideeën, plannen en idealen. Als ze die gedichten nu, veertig jaar later, leest ziet ze tot haar verbazing heel transparante, bijna volwassen poëzie. In Meander een interview met haar en enkele nieuwe gedichten.
Gedichten
Nic Castle
Strepen
Strepen wezen op
dagen gevangenschap
meten, kindervrezen,
hongersnood. ’s Avonds
gevangen vissen los
-laten op de koudstenen vloer
en dan nogmaals vangen,
nog een keer. En hoe we
keer op keer
mannensnorren maaiden
rebelse makkers opfraaiden
met rode kinnen, blauwe
holtes, gele vlekken, ze
flikkers noemden.
’s Ochtends woorden zoeken.
Vrouwenfoto’s aan de muur.
Langer moeten werken
voor je sigaretten
dan je nog te leven hebt.
Nic Castle
Dominic Castle (1991, 's Hertogenbosch) is (improvisatie)dichter, vertaler, proefkonijn, festivalorganisator, model en student. Na in 2008 de tweede prijs in de landelijke finale van de Kunstbende te hebben gewonnen, verscheen Nic op diverse podia (waaronder Theaterfestival Boulevard, Geen Daden Maar Woorden, Haganum en Onbederf’lijk Vers) en in verschillende literaire tijdschriften en bloemlezingen als optredend en improvisatiedichter. Afgelopen jaar won Nic de Belcampo-oeuvreprijs voor poëzie bij Doe Maar Dicht Maar en was ze te horen in het programma Opium van Radio 2. Ze trad ook op als improviserende huisdichter van het Noord-Brabants Museum tijdens de Kunstnacht. Castle heeft een ce
Gedichten
Nell Nijssen
Podiumkunsten
Praten hoeft al lang niet meer. Handen die futloos
voorwerpen verschuiven - van a naar b om meteen
de handeling te zien - is het goedgekeurde uitgangspunt.
Kamers vullen zich met troebel luisteren, ertussendoor
prikt een flard modernisme door het membraan. Het
heelt en brengt luchtiger denken met zich mee.
Combinaties in diverse kwadraten. Eenvoudig wordt
het nooit meer. Alles is ten minste één keer vervangen.
En o wee, diegene die als eerste durft te lachen, zal
als laatste dit toneel verlaten, zittend op een zeepkist.
Een kwestie van kiezen. Ertussen of ernaast. Met de
troost dat boten blijven varen als er voldoende water staat.
Henk van der Waal - Zelf worden
Henk van der Waal stelt in Zelf worden eerder de vormgeving centraal, dan dat het hem stilistisch om ontregelend vuurwerk te doen is. Desondanks verzucht Bouke Vlierhuis: 'Ach, wat zijn er toch ontzettend veel goede dichters in ons taalgebied.'
Klassieker 136: Victor Vroomkoning - UUR U
Lambert Wierenga bespreekt 'UUR U' van Victor Vroomkoning. Een zoon ziet toe hoe z’n vader op sterven ligt. 'UUR U': het is tegelijk de titel van het gedicht en de naam van de cyclus waarin het in de bundel IJsbeerbestaan een plaats heeft gekregen. Deze titel is geschreven in uitsluitend hoofdletters. Een signaal aan de lezer, dat het om wezenlijke zaken zal gaan?
Petra M. Heerenwaaijer - Naar je toe. Van je af. Onderweg.
Het Vleutense Lipari is een nieuwe uitgever van poëzie. Bouke Vlierhuis las met genoegen Naar je toe. Van je af. Onderweg van Petra M. Heerenwaaijer.
Peter van Eeden - Stilleven
Ook de door de nieuwe uitgeverij Lipari uitgegeven bundel Stilleven van Peter van Eeden, de in 2009 overleden kleinzoon van Frederik van Eeden, las Bouke Vlierhuis met genoegen.
Gedichten
Bart de Block
DE PUBLIEKE RUIMTE
Hoe performen we hier? Met welk gedrag?
Voorbeeld 1. Op de bus helpen we een kinderwagen aan boord, tonen spontaan
ons vervoerbewijs.
We beschadigen ramen en bekleding, terwijl ik op de bus zit.
Ik word beïnvloed door (frisdrank):
Een man houdt een vrouw dichtbij. Een dramatische interactie tussen personages
linkt het merk aan seks. Durf je dit?
Dit schema, deze manier van handelen. De begeerte naar (merk).
We nemen een taalbad in de publieke ruimte. Durf je de publieke ruimte lezen, beluisteren,
fotograferen?
De woorden die ik hoor of spreek, propageren iets.
Poëzie als boemerang
Martin Berghoef (1979) hult zich het liefst in zwijgen over zijn gedichten, maar toch kon Meander hem enkele uitspraken ontlokken. Hij publiceerde op internet en op papier in: En Er Is, PerVers, Op Ruwe Planken, Opspraak en Meander.
Gedichten
Martin Berghoef
MISMOEDIG
Ze laat mij zakken in een land
van sneeuw en ongeboren wolken,
waar raven hun nest hebben verlaten;
de schuld aan God is kwijtgescholden.
In het nieuwe land
vraagt een jonge godin de weg
naar de hemel. Ik zeg: er is geen weg.
Vastbesloten.
Ik kom eruit. Op eigen kracht.
Er is iets voorbijgegaan. Een raaf
vliegt weg, laat niets achter, behalve ik;
hand in hand met de vers gestreken lucht.
De zon verliest.
Geen berg verrijkt het geheel. Ik zwijg. Langzaam
heelt de wind haar wond tussen mijn zwarte nagels.
Geen woorden meer nodig
Deze maand verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam de bundel Neem me mee, zei de hond, van Wim Brands (1959). Sander de Vaan had een mailgesprek met deze dichter/journalist/tv-presentator over poëzie, schoenendozen, de dood, duinen en nog heel wat meer.
Een gedicht als een aflevering van E.R.
Dichter en vertaler Bart de Block (1978) liet al van zich horen in de belangrijkste papieren literaire tijdschriften van ons taalgebied en is bovendien redacteur van Kluger Hans. Tijd voor Meander om deze nieuwe stem in de Nederlandse poëzie aan u voor te stellen. Voor nu althans, want De Blocks gedichten zijn volgens de dichter zelf aan voortdurende evolutie onderhevig.
Remco Ekkers - Pinksterbloemen in september
Remco Ekkers besluit zijn bundel Pinksterbloemen in september met het uit 66 terzinen bestaande titelgedicht, dat de neerslag vormt van een reis die hij augustus 2009 naar Spitsbergen maakte. 'Reizen is een gemoedsstemming', schrijft Margriet de Moor in haar roman De schilder en het meisje en die van Ekkers moet er volgens Joop Leibbrand een geweest zijn van een zo grote overweldiging, dat hij de volstrekt nieuwe werkelijkheid waarin hij werd ondergedompeld niet anders dan afstandelijk en fragmentarisch kon benaderen.
Kees Engelhart - Fantastische Gedichten
Joop Leibbrand laat zich in de gedichten van Kees Engelhart, Fabian de Sackenay en Berty Snellens (wie is wie?) meevoeren door een verleidelijke, nauwelijks latente 'gekte' en stelt vast te maken te hebben met een unieke stem.
Theo Monkhorst - Omdat er iets ontbrak
Maarten Hamelink las Omdat er iets ontbrak van de Haagse dichter Theo Monkhorst. 'Het openingsgedicht is een hoogtepunt in een verder tamelijk vlak landschap.'