Archief
Maria Barnas - Jaja de oerknal
Maria Barnas heeft in haar nieuwe bundel Jaja de oerknal het raadsel van haar eigen scheppingsproces en ontstaansgrond in beeld gebracht. Zij zet allerlei dagelijkse ontmoetingen en gebeurtenissen om in poëzie die je blijft lezen, onderzoeken en beoordelen op zijn verdiensten.
Klassieker 169: Mischa Andriessen - D en ik
Er wordt wel eens gezegd, dat er maar weinig dichters zijn die autorijden. Vormt Mischa Andriessen een uitzondering? ‘D en ik rijden graag auto’, luidt de openingsregel van het gedicht dat Maarten Buser deze aflevering bespreekt. Met uitstapjes naar Bruce Springsteen en ‘I know a man’ van de Amerikaanse dichter Robert Creeley.
Louis Esterhuizen - Amper elders
De Afrikaanse dichtbundel Amper elders van Louis Esterhuizen draagt als ondertitel "'n Reisjoernaal". Hij bezocht Engeland, Vlaanderen, Nederland en Tsjechië. Esterhuizen lijkt er slechts het hem bekende te zoeken, maar alleen als hij zijn verbeelding aan het werk moet zetten, ontstaat er iets dat meer is dan een kale beschrijving van het waargenomene.
Dirk Kroon - Dagelijks despoot, de jaren van een babyboomer
Dirk Kroons achttiende dichtbundel, Dagelijks despoot, de jaren van een babyboomer, sluit direct aan bij zijn voorganger Bijna oud, gedichten van een babyboomer (2011). Veel gedichten cirkelen rond het thema dat het motto van de bundel al aanduidt: Vieillir, c'est mourir un peu.
Rotterdammers
Philippe Cailliau - Het boek nul
In Het boek nul schrijft Philippe Cailliau over het wanbeheer van Heer Angst en over pijn als vloeibaarste der angsten. Knappe gedichten van een overlever.
Sylvia Hubers - Niet over het Spaarne!
Tot 1 januari 2013 was Sylvia Hubers vier jaar stadsdichter van Haarlem. Zij sloot de periode af met Niet over het Spaarne! De bundel telt 78 gedichten en dat is nog maar een keuze uit alles wat zij in haar functie schreef. Haar productiviteit hangt ongetwijfeld samen met haar manier van schrijven: vlot, makkelijk, bijna zorgeloos.
Kees Engelhart - Woedende dansen kunnen niet zingen
Kees Engelhart heeft een met anderen onverwisselbare stem.
Met Woedende dansen kunnen niet zingen heeft hij een intrigerende bundel geschreven, die, wanneer je door hebt op hoeveel manieren je hem kunt lezen, niet alleen onopvallend een complete levensfilosofie levert, maar ook het bij tijden hilarische beeld van een man die zijn levensangst aangrijpt om tot levenskunst te komen.
Charlotte Van den Broeck
Charlotte Van den Broeck (1991) uit Borgerhout (België) timmert hard aan de weg. Begin dit jaar stond ze in de top honderd van de Turing nationale gedichtenwedstrijd en won ze een plek in de finale van DichtSlamRap. Sindsdien stromen de optredens binnen en stond ze op Manu Mundo, Mama's Open Mic en op BLOK-BLOC festival. Niet alleen de vloeiende stijl van haar gedichten valt op, maar ook haar indringende en integere manier van voordragen. Voor Charlotte is schrijven vanzelfsprekend, ze kan zich niet inbeelden dat ze het niet zou doen. Meer gedichten van haar zijn te lezen op haar weblog: Splintervingers.http://splintervingers
Gedichten
Charlotte van den Broeck
Kleine vulkaan (Eyafjällajoküll)
We gooiden een anker. We zeiden hier stopt alle Rede.
Als we ooit weer wilden denken, konden we naar dat anker
terugkeren. We zeiden nu is een vingerknip, nu is alweer voorbij,
dus als we nu vergeten dat wij hier voorbijgaan, zijn wij een
eeuwigheid, zijn wij de lakens over het hoofd, heer en
meester van de tijd, als we maar niet ademen, dan gaan we niet
voorbij, dan hoeven we niet te denken aan,
waarom zouden we ooit nog denken aan:
frambozen en rode wijn , een clandestiene vrijpartij,
een hand die niet weet waar, een hand die per ongeluk geheugen krijgt,
een vingerknip, een tijdverdrijf, het klakken van een t
Tom Van de Voorde - Liefde en aarde
Liefde en aarde, de tweede bundel van Tom Van de Voorde, bevat veel wat een snel begrip te boven gaat. Maar in sommige gedichten valt te genieten van klank en ritme, van muziek. Hardop lezend ontsluiert zich dan iets dat niet in woorden is te vangen.
Aan het woord: Moniek Spaans (1961)
"Van origine ben ik beeldend kunstenaar. Taal heeft echter altijd een grote rol in mijn beeldende werk gespeeld. Objecten die ik maakte droegen verhalende titels zoals 'Toevluchtstoren van Lapje en Soucha Twinings'.
Uiteindelijk ontstond uit deze kruisbestuiving van woord en beeld 'Het in vergetelheid geraakte koninkrijk' van Pablo Swentibold, een kleurrijk uitgegeven boek waarin mijn prozaschetsen samengebracht werden met mijn beelden, collages met tekeningen en foto’s. (Uitgeverij Em. Querido bv. 2002)
In 2008 verscheen 'Hazenpad op de kunst van het verdwijnen', met gefiguurzaagde illustraties, ook bij Em. Querido bv.
Gedichten Moniek Spaans
Moniek Spaans
Roi du Corduroy
Lord of Manchester
Roi du Corderoy
Heer van Fluweel tot Karbonade
okergeel en mossig groen
een beige bruin, zijn werkkostuum
het stroeve piepen van zijn pijpen
bij elke stap die hij verzet
zijn pantalon wijdlopend
ruim genoeg voor klok en spel
mij daartoe uit zijn lijf gerukt
en naar zijn beeld geschapen
Maarten van der Graaff - Vluchtautogedichten
Maarten van der Graaffs debuutbundel Vluchtautogedichten is een taalexperimentele tekst die een versmelting is van modernisme en postmodernisme. Inmiddels is dat archaïsche poëzie en is het vernieuwende ver te zoeken.
Mustafa Stitou - Tempel
Mustafa Stitou wil zich in Tempel niet louter en alleen ontdoen van zijn religieuze en culturele achtergrond en traditie, maar roept zijn lezers op er een andere omgang ermee aan te gaan. Het bredere spectrum van een herwaardering van de natuur en het ongedeelde leven waarvoor hij kiest, zal niet tot zijn recht kunnen komen, als de ‘gelovigen’ niet met andere ogen naar hun eigen en andermans leven en religie zullen gaan kijken. Dat kan een nieuw perspectief bieden.Stitou heeft op een speels ironische en positief kritische wijze taal gevonden voor deze explosieve problematiek van de onderlinge (on)verdraagzaamheid en navenante (on)natuurlijkheid.
F. van Dixhoorn - De zon in de pan
De zon in de pan is een mantra, maar één die niet zonder gevolgen kan blijven. Wie dit tweelinggedicht een paar keer achter elkaar leest, ontdekt bijna onbewust ‘wat verandert / als er niets verandert’. Ook ronddraaien brengt verandering teweeg, dat wisten de derwisjen al. F. van Dixhoorn heeft er een poëtische variant van gevonden. In dit wonderlijke gedicht kun je ronddraaien tot je scheelziet.
Gedichten
Marjolein van Heemstra
Aan een ruimtevaarder
Voor André Kuipers
Ik ben een cluster dode zonnen, hardgeworden overschot
vol weerstand, zelfs met maximale aanloop
kaatst de lucht mijn sprong nog voor kniehoogte terug
ik drijf alleen op water en zelfs dat maar tijdelijk
de ruimte tussen mijn gespreide armen
vangt geen wind.
Ik ga in zoogdiergang, van zand naar zand
kom niet boven het rumoer van vee
het geroezemoes van zee of ooghoogte
ik moet de satellieten maar geloven;
het kleurig stromend ozonvel
het fijne edelstenen ei.
Ik weet van vacuümgevaren
het netwerk van nevels en cellen
speldenknoppen poorten naar het licht
andersom heb ik de reis al vaak gemaakt
dit
Marjolijn van Heemstra geeft tijd de ruimte
Onder de indruk van haar dichtbundel Als Mozes had doorgevraagd en haar wekelijkse columns in Trouw (die soms te beluisteren zijn op Radio 1) besloot ik Marjolijn van Heemstra (32) op te zoeken in haar bovenwoning in de Amsterdamse Baarsjes. Een gesprek over ruimte, tijd, literatuur, het onbetrouwbare geheugen, dichten en inspiratie.
Ik sta voor de voordeur van het huis van Marjolijn. Denk ik. Er zijn meerdere deurbellen, maar de naam van Marjolijn ontbreekt. Ik twijfel. Ben ik op het goede adres? Ik ijsbeer even – de pottenbakkende buren kijken me vragend aan – maar druk dan op de bel zonder naam. Zoemend springt de deur open. Goed gekozen. ‘Je moet helemaal naar boven!’ kl
Willem van Toorn - Bezweringen
_____
Bezweringen van Willem van Toorn zou je kunnen typeren als een ouderdomsbundel. Wie 77 is ontsnapt niet aan confrontaties met de dood van al degenen die je overleeft en zal bovendien voor wat het eigen leven betreft bereid zijn de dood meer en meer in zijn schuilhoeken te gaan opzoeken. Van Toorn doet er in een prachtige bundel op een uiterst vitale manier verslag van en weet daarbij op een bewonderenswaardige manier het expliciet persoonlijke zo te presenteren, dat de lezer zich nooit een indringer voelt; hij mag ervoor kiezen betrokkene te zijn.
Karel ten Haaf - van de straat
Voor Karel ten Haaf maakt het in van de straat geen verschil of hij iets uit de krant haalt, uit een dichtbundel, van het internet, of uit periodieken. Eigenlijk is hij verslaggever van zijn bij elkaar gesprokkelde privédomein. Het intrigerende van het boek van Ten Haaf is, dat zin en onzin elkaar niet alleen afwisselen, maar ook versterken. De vrijheid die wij beleven is meestal geen erg hoogstaande: we zoeken vooral plezier en genot om het leven te veraangenamen. Dat is wat Ten Haaf met zijn bundel ook probeert.
Miriam Van Hee - Ook daar valt het licht
Miriam Van hee is een dichter van de subtiele beschrijving van veranderingen. Hoe vaker je haar gedichten leest, hoe meer ze prijsgeven. Ze zijn van een ongewone eenvoud en ongedwongen echtheid. Er moet hard aan deze poëzie zijn gewerkt.
Je treedt in haar nieuwste bundel Ook daar valt het licht een wereld van het ‘sur place’ binnen: waarnemen, over-, door- en inzien. Of je nu in het heden rondwaart, in het verleden of de droom rondkijkt, al die waarnemingen gaan gepaard met een grote intensiteit, overigens zonder enige krampachtigheid, min of meer bij geval in beeld gekomen, maar ze zetten het denken, gewaarworden en voelen van de ik wel sterk in beweging.
Ernst Meister - In tijdskloof
Im Zeitspalt van Ernst Meister (1921-1979) werd door Ivo Kievenaar vertaald als In tijdskloof. Meisters gedichten moet je doorgronden. Ze simpel begrijpen is een onmogelijkheid.
Froukje van der Ploeg - Zover
Er staan echt fijne gedichten in de bundel Zover van Froukje van der Ploeg. Met verrassingen, vraagtekens en meerduidige zinnen. Een andere volgorde zou de bundel deugd hebben gedaan. Of een strengere selectie.
Doina loanid - Oorbellen, buiken en eenzaamheid
Dat is waar het werk van de Roemeense dichteres Doina Ioanid over gaat: poëzie als een vorm van zingeving aan de vernietiging die doorlopend plaatsvindt. Hoe peur je uit de ogenschijnlijke zinloosheid van je bestaan die vonken die je in staat stellen om door te gaan, om lief te hebben, om alleen te kunnen zijn.