Archief
Gedichten
Maria van Oorsouw
Mandarijntje
Thomas kocht een netje mandarijnen
en een halfje gesneden bruin
dat was genoeg
hoe goed is genoeg
als de dag
je met warmte omarmt
als je het water hoort
likken tegen de kade
en een schip ziet van vroeger
zo een met een zwaard opzij
of voldoende voldoet voor
zo'n volmaakte ochtend
en waar passie dan past
vroeg het gekuste meisje
zich af in de trein
ze dacht aan de schipper
en pelde bedachtzaam
haar mandarijn.
Maria van Oorsouw
Maria van Oorsouw (Alkmaar, 1948) studeerde Nederlands en was redacteur van de poëziereeks 'De windroos' bij Uitgeverij Holland. Ook gaf ze cursussen en leesgroepen over poëzie aan de Volksuniversiteit van Haarlem en werkte ze als docent creatief schrijven bij het LOI. Gedichten publiceerde ze eerder in 'De Tweede Ronde en tweemaal, in 2009 en 2010, in de 'Dagkalender van de poëzie' van uitgeverij Meulenhof. Voordragen doet ze regelmatig bij open podia zoals 'De Waag' in Haarlem en 'Stichting De Haarlemse Dichtlijn'.
Een echte dichter is wars van trends
Franco Loi (1933) is geboren in Genua en verhuisde al op jonge leeftijd naar Milaan. Aanvankelijk dichtte hij in het Italiaans, maar vanaf 1965 schrijft hij alleen nog gedichten in dialect. Hij ontving in 2005 de Premio Librex Montale, heeft inmiddels meer dan twintig dichtbundels op zijn naam staan en behoort tot de meest gelezen dichters in Italië. Op 22 juni jl. gaf hij, samen met zijn vertaler Willem van Toorn, een presentatie van zijn bundel Engel van lucht in Libreria Bonardi, de Italiaanse boekhandel in Amsterdam. Tijdens de presentatie werden de gedichten zowel in het Milanees, als in het Italiaans als in het Nederlands voorgedragen. Antoinette Sisto greep deze prachtige kans
Gedichten
Franco Loi
Ik weet niet meer of, ergens hier in Milaan,
een plein lag onder een tijdloze lucht,
waar ik om een hoek probeerde heen te gaan
en de mensen in de regen gingen langs als wind.
En om de hoek leek de witte blouse van een vrouw
op mij te wachten, en toch was er niets.
Het tijdloze plein, een moede vrouw,
mannen die in gevoel gevangen leven.
Ik weet niet waar ik was. Er was een bank
en ik die daar tussen de mensen liep,
en die hoek daar, waar je nooit aankwam,
was het leven dat je uit de verte voelde.
Gedichten
Pallas van Huizen
Vertraagde opname
In afwezigheid toont zich de ander.
Bewoond door de ochtend, de zonderling
die strijkt op blote voeten.
Alles wat zij zegt is een leugen.
De straat parkeert de auto's.
Koffie rijpt in de zon.
De muur voor zijn gezicht
vertelt hem zijn waarheid.
Hij heeft ze gezien,
zijn onzichtbare vrienden.
Zijn vrouw heeft met ze gepraat.
Twee handdoeken hangen in de sneeuw.
Roerloos, bevroren. Het beeld staat stil.
Er gebeurt niet veel. Verkeer gaat verder.
Pallas van Huizen
Pallas van Huizen (pseudoniem van Pieter Simon de Winter, 1978) is pleitbezorger van de poëzie. Hij publiceert op tal van internetsites en gaf in eigen beheer twee bundels uit.
(turing)
Jasper Mikkers - We zijn al lang onderweg
In zijn nieuwste bundel We zijn al lang onderweg vertelt Jasper Mikkers een universeel verhaal, wat je ook kunt zien aan de gebruikte locaties. Beeldde hij in zijn vorige bundel de binnenwereld van de erotische liefde uit, nu richt zijn dichtersoog zich op de reisverhalen die kenmerkend zijn voor de levensgeschiedenis van de mens in algemene zin.
Heel de bundel ademt een sfeer van oude verhalen, verhalen ‘over helden en / godinnen, hartstocht, list en straf’, al zal niet ieder mens zo’n odyssee in zijn of haar leven meemaken. Er zijn, zoals we in ‘Het eiland’ kunnen lezen, ook thuisblijvers die weemoedig nippen aan een beker wijn.
Bart Janssen - mondgreep
Bart Janssen maakt het een lezer in zijn nieuwe bundel mondgreep niet eenvoudig. Te beginnen al met de titel. Hoe moet die begrepen worden? Gaat het om een greep (woorden, zinnen) uit de mond? Of om een greep van de mond (bijten)? De term heeft iets gespannens, iets ongemakkelijks, alsof de twee woorden waaruit hij is samengesteld elkaar in een soort houdgreep houden.
Paul Bogaert - Ons verlangen
Het is grappig om een dichtbundel te lezen met de titel Ons verlangen, en dat verlangen nergens omschreven te vinden.
Wat vinden we wel in deze nieuwe bundel van Paul Bogaert? Zes reeksen gedichten met de titel 'Onzekerheden'. En daarin geen enkel gedicht dat van onzekerheid getuigt. Om bij dat laatste te beginnen: er had evengoed te titel 'Mogelijkheden' kunnen staan. Elk gedicht lijkt wel een poging om onzekerheden te slechten.
Gedichten
Paul Meeuws
GRAFFITI
(ter nagedachtenis van mijn vader)
Het zou u niet ontgaan zijn
die zondvloed aan spraakwater
die onze stad overspoelt als wij slapen
u zou het gesis van zijn slangentaal hebben gehoord
tegen klimop en ingemetselde glasscherven
u zou naar spelfouten hebben gezocht
in dat kleurige slib dat ramen verblindt en gevels verplat
tot een smoezelig schotschrift
ik zie u op een droge zeebodem staan en omhoog kijken
naar kreten die niemand meer leest
naar geraas dat niemand meer hoort
onthutste stokoude man in een rolstoel
alles schreeuwt om uw gefluister
u bewasemt meer dan u spreekt
in uw gestamel richt zich een muur op
die om beschrijving smeekt
Reine De Pelseneer / Frank Pollet (sam.) - Boezeming
Reine De Pelseneer en Frank Pollet gingen voor Boezeming op zoek naar poëzie waarin borsten een hoofd- of bijrol speelden. Geen scabreuze bloemlezing, maar een evenwichtige bundel over een zinnenprikkelend thema.
Arjen Nolles en Maarten Praamstra - Land der horizonten, Dichters uit Hanzeland.
Land der horizonten is de festivalbloemlezing van Dichters in de Prinsentuin 2013. De bundel biedt een mooi evenwicht tussen gevestigde namen en nieuw, nog onbekend talent.
Klassieker 172: F.L. Bastet - Aan een Griekse vaas
‘Aan een Griekse vaas’ is een zogenaamd beeldgedicht, een gedicht dat is geïnspireerd door beeldende kunst. Als archeoloog en kunsthistoricus wist F.L. Bastet (1926 – 2008) wel waar hij het over had. Joop Leibbrand leest het gedicht als een bespiegeling over het verstrijken van de tijd, waarbij ook ‘Ode on a Grecian Urn’ van John Keats meeklinkt.
Rense Sinkgraven - Liefde is voor feestdagen
Na twee eerdere bundels bij uitgeverij kleine Uil heeft Rense Sinkgraven nu onderdak gevonden bij het Dordtse Liverse, dat bezig is met het opbouwen van een interessant eigen poëziefonds. De vraag is of Sinkgraven daaraan met Liefde is voor feestdagen in positieve zin bijdraagt. De bundel opent in ieder geval sterk.
Dat eeuwige geschrap
"In feite doe ik niet anders dan schrijven, al is het maar in mijn hoofd. Ook als er geen pen aan te pas komt, blijf ik mijn invallen corrigeren. Want ook denken is schaven en schrappen. Dolgelukkig ben ik dan ook als er eens iets op papier komt wat mag blijven staan, een overwinning van het schrijven op dat eeuwige geschrap," zegt Paul Meeuws (1947). Door het geven van cursussen over het lezen van gedichten houdt hij zich ook met de resultaten van andermans geschrap bezig. Hij publiceerde in 2010 in Tirade en in 2011 in de Poëziekrant. In de jaren tachtig en negentig publiceerde hij enkele verhalenbundels, maar tegenwoordig bevalt de beknoptheid van het gedicht hem het best.
Theatrale poëzie
Myra-Lot Perrenet (1987) vindt humor belangrijk in gedichten en heeft een voorkeur voor onverwachte wendingen qua inhoud of stijl. Haar dichterscarrière startte ze als prijswinnares. Behalve met poëzie houdt zij zich ook bezig met toneel.
Gedichten
Myra-Lot Perrenet
Salon l’ étranger
Dertien haltes naar Gare du Nord,
De metro warm en muf,
als een oude schuur in de zomer,
Een meisje in het gangpad,
Steentjes in mijn schoen,
Zand van een verlaten strand,
Stilstaan in een tunnel,
Omroep door de luidsprekers,
“Pom, pom, pom crisis de person”
Dan weer beweging,
Mensen stappen in,
Mensen stappen uit,
Ik heb de hik, nogal hard,
Gare du Nord,
In de hoofdhal militairen,
blauwe pet met zilveren ster,
in de hand een groot geweer,
Boven een café een bord:
“Salon de grand voyageur”
“Salon de vreemdeling”
Is meer iets voor mij.
Kees Stip - VerzamelStip II - Een wormstekige verzameling
VerzamelStip II is het tweede deel van de uitgave van het complete oeuvre van Kees Stip, ook bekend onder het pseudoniem Trijntje Fop. Boordevol lichte verzen, voor wie ervan houdt.
Rémon van Gemeren - Een bezetenheid zo bijna kalm. De Poëzie van Jan Eijkelboom
De Dordte dichter Jan Eijkelboom (1926-2008) heeft met zijn dichterschap geluk gehad. In de eerste plaats publiceerde hij zijn eerste bundel pas op een leeftijd waarop veel jong debuterenden alweer vergeten zijn en tot op hoge leeftijd bleef hij goede bundels schrijven. Vorig jaar verschenen zijn Verzamelde gedichten en nu analyseert Rémon van Gemeren Eijkelbooms poëzie in Een bezetenheid zo bijna kalm.
Antoine de Kom - Ritmisch zonder string
Poëzie conserveert. Poëzie leidt altijd tot herinnering. Antoine de Kom herinnert ons in Ritmisch zonder string aan ons verlangen naar vrede, naar harmonie. Doorlopend is hij in zijn gedichten bezig grenzen op te heffen om die staat van eenheid te tonen waar elk mens naar verlangt. En waar alleen liefde ons kan brengen.
Oscar Wilde - Vallend bloemblad
Van de hand van Cornelis W. Schoneveld, oud-docent Engelse letterkunde aan de Leidse universiteit verscheen in een tweetalige uitgave een vertaling van de korte gedichten van Oscar Wilde. In Vallend bloemblad staat weinig dat de kracht heeft van 'The Ballad of Reading Gaol' of van De profundis, de beroemde vanuit de Readinggevangenis geschreven brief aan Bosie.
Huub Beurskens - Hotel Eden
Wat Hotel Eden van Huub Beurskens mist, is urgentie. De dichter is zich op zijn manier bewust van de vergankelijkheid, geniet van het leven en wil al de zaken waarvan hij houdt voor ons vastleggen, en voor het nageslacht. De meeste gedichten lezen licht en plezierig. Het is hoofdzakelijk 'feel good'-poëzie.
Rodaan Al Galidi - ‘Liever niet’, antwoordt de liefde
In ‘Liever niet’, antwoordt de liefde van Al Galidi gaat het metaforisch bombardement op een zeker moment zijn beeldende kracht en uitwerking missen. Na zesenveertig liefdesgedichten met al hun lief en leed, genot en pijn, zelfbeklag en zelfverheerlijking is het allemaal een beetje te veel van het goede, en vooral maar meer van hetzelfde.
Niettemin: Al Galidi schreef een bundel waarin hij de verliefdheid op een on-Nederlandse wijze in helder taalgebruik fris oppoetste.