Archief
Klassieker 261 : Babs Gons – Polyglot
Herbert Mouwen bespreekt 'Polyglot' van 'spoken word'-dichter Babs Gons. Een gedicht waarin je de verwondering, verontrusting, verrassing en verontwaardiging hoort over de strijd die je moet voeren om aanvaard te worden met het lichaam en de huid waarmee je geboren wordt.
Elly de Waard - Meestal tussen bomen
In de twintigste dichtbundel van Elly de Waard, ‘Meestal tussen bomen’, vindt recensent Herbert Mouwen gedichten die traditioneel en zelfs klassiek van vorm zijn, maar weinig verrassend te noemen zijn. ‘De bundel van De Waard is zeker de moeite van het lezen waard, al zal de kritiek van lezers kunnen zijn dat de thematiek van haar gedichten niet vernieuwend is en dat deze geen aansluiting vindt bij de poëzie van deze tijd.’
Een zwak voor rekenen én taal
Marjolein Kool werd door Nico Scheepmaker eens de ‘Annie M.G. Schmidt van de jaren negentig’ genoemd. Ze schrijft lichtvoetige gedichten in vaste versvormen. Hierin komen haar beide disciplines samen. Een gebonden vers is in wezen een reken-denk-vraagstuk waarin je lettergrepen telt, metra kloppend maakt en rijmschema’s volgt. Inge Boulonois sprak met haar.
Wendela de Vos – Niet mijn huis
Aan de bundel ‘Niet mijn huis’ van Wendela de Vos ligt een persoonlijke geschiedenis ten grondslag. Het handelt om het huis van haar moeder in Frankrijk waar zij jarenlang de zomers doorbracht. Paul Roelofsen is zelf bekend met het hebben van een huis in Frankrijk en vindt de inhoud van de bundel een feest van herkenning met poëtische hoogtepunten. Hij noemt het: ‘een ontroerende bundel’.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (45)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het vijfenveertigste antwoord komt van Marc Tiefenthal.
Jonas Bruyneel - Broedland
In de bundel ‘Broedland’ van Jonas Bruyneel beschrijft hij de plekken waar hij is geweest en waar hij naar terugverlangt. En hoewel de titels van de afdelingen veelbelovend zijn blijven de gedichten op afstand, volgens Wim Platvoet. ‘Hij wil mij als lezer deelgenoot maken van zijn ervaring. Bij mij komt dat helaas niet aan: ik blijf buiten de ervaring en buiten de plaats staan, ik blijf op een afstand naar de zinnen en naar de plaats kijken. Ik lees woorden en regels die vreemd voor mij blijven.’
Beleg in poëzie
Nieuwsbrief 20 / 15 mei
Drs. P
Hans Franse over Drs. P., de man die met zijn eminent spits en intelligent taalgebruik de Nederlandse teksten op een ongelooflijk hoog peil bracht. Hij inspireerde mensen als Ivo de Wijs en Eric van Muiswinkel, vond het Olleke bolleke uit en liet een schat aan teksten achter. Iets van de geur van de inmiddels verschaalde Bolknak hangt nog zijn auto.
Jan M. Meier
Uit de te verschijnen bundel van Jan M. Meier een voorpublicatie. ‘wie wil niet de grote bonte / specht onder de dichters zijn’ roept hij maar met zinnen als ‘hij schrijft in letters van sneeuw / omdat wit het licht vangt /dat zwart ongevoelig laat’ heeft hij geen klopgeluid in de bomen nodig.
Erik-Jan Hummel - Binnen Blijven
Peter Vermaat bespreekt de debuutbundel ‘Binnen blijven’ van Erik-Jan Hummel. Een consistente bundel met veel verwijzingen naar de literatuur. ‘’Zonder twijfel komt uit de gedichten een dichter naar voren die bij voorkeur ‘binnen blijft’, die niets heeft met ‘buitenspelen’ en voor wie het betreden van de achtertuin al aanvoelt als een avontuur.’’ Maar heeft de dichter zich al voldoende bij de kladden om op eigen kracht dieper af te dalen in zijn eigen donkere krochten?
‘Het is de taak van een stadsdichter of Dichter des Vaderlands om poëzie bij mensen te brengen, ze te inspireren en ze op een nieuwe manier te laten kijken’
Lilian Zielstra in gesprek met Annet Zaagsma over welke kwaliteiten je nodig hebt als gelegenheidsdichter, of stadsdichters wel nodig zijn, haar liefde voor Groningen, of er een Groninger poëzietraditie bestaat en hoe blij ze wordt van allerlei verschillende verhalen en daar de mooiste dichtregels van maakt die van de tong af moeten rollen en ze moet kunnen zingen.
Liesbeth Aerts - Gletsjertongen
Hettie Marzak ziet in Liesbeth Aerts een dichter met hart voor haar leerlingen en ze wenst elke leerling zo'n lerares. In de bundel 'Gletsjertongen' vindt Marzak een dichter die 'geen moeite heeft zich in te leven in elk van haar leerlingen' en die 'een goed oog en een goed hart heeft voor haar leerlingen, zowel in groepen als individueel.'
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (44)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het vierenveertigste antwoord komt van Martin Max Aart de Jong.
mspyx - Corvid Corone
In de bundel Corvid Corone van mspyx gaat het over de rouw die je voelt wanneer een liefdesrelatie ten einde is. Hans Franse worstelt met de poëzie omdat de emotie te veel de overhand neemt: ‘De gedichten zijn kreten, woede-uitbarstingen, constateringen, die soms heel ver gaan. Een bundel waarvan veel poëzie balanceert op de rand van therapie, m.i. er zelfs overheen gaat, maar waarbij regels en hele gedichten zijn opgenomen die mooi zijn en ontroeren.’
Nieuwsbrief 19 / 8 mei
Simon
Karel Wasch in zijn laatste column, over Simon Vinkenoog en zijn plaats in de Nederlandse literatuur. Hoorde hij wel echt bij de Vijftigers? Hij had vooral een eigen geluid en werd bovenal de performer in talrijke manifestaties waaronder Poëzie in Carré, de slamwedstrijden. Een anarchistische vorst met veel power en charisma. We missen al jaren zijn alom aanwezige vrolijkheid en kracht.
Instagram en de poëzie (1)
Juist de poëzie buiten het boek heeft al heel lang de interesse van Wouter van Heiningen. Dus ook poëzie en de social media. Met de komst van Instagram is er op dit gebied een extra dimensie bij gekomen. Heel veel jonge dichters zien Instagram als het podium om zich poëtisch te uiten. Daarom vanaf deze maand een column over Instapoëzie.
Herlinda Vekemans - Appelblauwzeegroen
Ivan Sacharov bespreekt de nieuwste bundel van Herlinda Vekemans met de intrigerende titel ‘Appelblauwzeegroen’ en gaat op zoek naar de betekenis ervan. Hoe brengen we deze kleur thuis? De vraag ‘wie zijn wij’ staat centraal ‘De dichter heeft een verfijnde geest. Ze heeft oog voor details, het minutieuze, maar ook voor het gigantisch grote. Een gave. Het maakt haar poëzie zeer bijzonder, geeft er een aparte smaak aan.’
Peter Verhelst met alle geweld werelddichter
Peter Verhelst in een gesprek met Marc Tiefenthal: 'Ik schrijf beelden en laat die bewegen. Ik laat ze spreken en tegenspreken’. Ik ken meer schilders, fotografen, muzikanten en dansers dan dichters. Uitzondering is Stefan Hertmans. Voor mij een groot dichter en een vriend.’
Tsead Bruinja – Ynbêde/Ingebed
Maurice Broere heft genoten van ‘Ynbêde/Ingebed’ de nieuwste bundel van Tsead Bruinja: ‘Een bijzonder mooie bundel met een gevarieerde inhoud: natuur met name het Friese landschap, vriendschap opgetekend aan de hand van ontmoetingen met twee oude mannen en natuurlijk liefde die verdwijnt en ontstaat. Gedichten zonder vaste strofe-indeling, gelijke regellengte en eindrijm, maar die klinken als een klok met een inspirerende inhoud, die je op een prettige manier aan het denken zet.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (43)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het drieënveertigste antwoord komt van Margreet Schouwenaar..
Peter Theunynck - Hoogliederen
Kamiel Choi bespreekt 'Hoogliederen', de bundel van Peter Theunynck: 'De gedichten zijn helder maar, op een enkele uitzondering na, niet vernieuwend. Sommige gedichten zijn heel treffend, andere lijken overbodig. De bundel heeft een encyclopedische pretentie en lijkt een compleet overzicht te willen geven van de liefde. In die zin lijkt hij, net als volgens velen de liefde zelf, te streven naar volmaaktheid. Maar wat blijft zijn een paar mooie poëtische beelden die je bij grondig doorbladeren van deze bundel kunnen overvallen.'