Archief
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (50)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het vijftigste antwoord komt van Anneke Wasscher.
Hans Tentije - Waarvandaan
Marc Bruynseraede bespreekt ‘Waarvandaan’, de 23e bundel alweer van Hans Tentije: ‘De vraag is niet of we de poëzie van Hans Tentije moeten klasseren als een vorm van neo-romantiek, maar wat de betekenis is van zijn dichtkunst; wat hij ermee wil zeggen en wat het met ons doet. Het is zo helder, verstaanbaar en, met het métier van de scherpzinnige waarnemer, tot in de minuscule details uitgewerkt, dat je niet anders kunt dan het te bewonderen.’
Nieuwsbrief 25 / 19 juni
Een literaire smeltkroes
Triëst is een culturele smeltkroes, omringd door bergen, samengeperst langs de zee. James Joyce wandelt, half dronken in een ‘stream of consciousness’, door Triest terwijl hij over Ulysses denkt. Een andere in brons gegoten schrijver die een nieuwe romanformule ontwikkelde, niet via de ‘Bewustzijnsstroom’ van Joyce, maar via de geïmporteerde psychoanalyse, is Italo Svevo. En door en langs dat alles loopt Hans Franse.
Klassieker 262: E. du Perron – Pastiche-Nerval
Hettie Marzak bespreekt 'Pastiche-Nerval' van E. du Perron (1899- 1944). Geen vertaling van een gedicht van de romantische Franse schrijver Gérard de Nerval (1808 - 1853), maar een pastiche, een stijlnabootsing met in de hoofdrol één dode blonde vrouw en enkele mannen. Welke wrede, raadselachtige geschiedenis wordt hier opgeroepen?
T.S. Eliot - Vier kwartetten
De ‘Vier kwartetten’ van T.S. Eliot, ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door Paul Claes, zijn muziekstukken in taal over de tijd in al haar facetten. Pas na tweede lezing zie je hoe ingenieus Eliot dit werk heeft gecomponeerd. Hans Puper: ‘Je ziet de verbeelding van het muzikale: de leidmotieven, contrapunten, tempowisselingen, herhalingen, de varianten en dat alles volkomen in harmonie met inhoud en stemmingswisselingen. Daarbij past de variatie in versvormen.’
"zeker geen punt erachter om alles dicht te gooien"
Herlinda Vekemans ‘woont’ graag in de periode van opbouw van een bundel, een langzame tijd waarin lectuur, muziek, ervaringen, de tijd zelf en woorden zich aaneenrijgen tot gedachten en gedichten. Met Marc Tiefenthal praat zij over haar passie voor muziek en haar bestaan als dichter. Niet zozeer over de vraag: ‘Hoe bestaat het? als wel ‘Hoe is het zover kunnen komen?’
Frank Keizer - De introductie van het plot
De poëzie van Frank Keizer kan crisispoëzie genoemd worden en heeft een waarschuwend karakter. ‘De introductie van het plot’ wordt besproken door Herbert Mouwen: ‘Als lezer vraag ik me soms af of ik geen verhandeling of essay in dichtvorm aan het lezen ben. Het taalgebruik van Frank keizer is boeiend, zijn woorden heeft hij zorgvuldig gekozen, maar het is beslist geen gangbare, beeldende taal. Inhoudelijk is de bundel buitengewoon interessant en vooral ook actueel en uitdagend.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (49)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het negenenveertigste antwoord komt van Elbert Gonggrijp.
Julie Beirens - Huiden
Het debuut ‘Huiden’ van Julie Beirens heeft op Hans Franse een diepe indruk gemaakt. Hij voert u mee in deze bundel: ‘Op weg gaan door de woorden, bakens zoeken, de samenhang vinden en uiteindelijk genieten van wat een debutante uit Vlaanderen, waar klaarblijkelijk een hoge kwaliteit poëzie wordt geproduceerd, op papier zet.’
Nieuwsbrief 24 / 12 juni
‘Lees maar, er staat wél wat er staat!’
Rogier de Jong blijft een sterke weerzin voelen tegen het ontleden van een gedicht als een insect op de snijtafel. 'Het reduceert dichtkunst tot een kunstje. Een gedicht als een bouwpakket schrijven, waarbij je de handleiding volgt – beroert dat de zinnen? Laat het onderbewuste in de poëzie asjeblieft een woordje meespreken.' Een oude discussie opnieuw aangewakkerd.
Pieter Sierdsma
Met veel ervaring en gevoel maakt Pieter Sierdsma kleine panelen met landelijke tafereeltjes. Zijn wat dromerige toon stelt gerust. We liggen op ‘een baar van gras / laag met de raaklijn van / de aarde aan de hemel’ en het is zomer, ‘een droom met het loom gesputter / van een speelvliegtuig dat lange lussen / door de zachte lucht trekt’.
Charles Baudelaire e.a. - Vertalersweelde
In de door Mereie de Jong samengestelde bundel 'Vertalersweelde - Charles Baudelaire' ‘kan het grootste gedeelte van de gedichten ermee door, maar zijn er niet echt uitschieters naar boven of beneden te vinden’, aldus recensent Peter Vermaat. De spanning tussen te bewaren betekenis en onvertaalbare evocatie wordt volgens Vermaat in deze bundel niet bevredigend opgelost.
"Als ik begin te schrijven, vergeet ik de tijd."
Voor Monique Bol is schrijven in een flow gaan en de zorgen achter haar laten. Wie ze is, dat laat ze graag over aan de fantasie van de lezer. Haar vader en grootmoeder verzonnen verhalen en rijmden vaak, daar is het begonnen. Het duurde lang alvorens ze debuteerde, ze wilde een uitgever die in haar geloofde, anders maar geen publicatie.
Ocean Vuong – De tijd is een moeder
Wim platvoet bespreekt de bundel ‘De tijd is een moeder’ van Ocean Vuong: ‘Hij maakt ons in deze bundel deelgenoot van zijn zoektocht naar de betekenis van zijn verstoorde leven. En niet alleen zijn eigen leven, maar ook dat van het gewelddadige land waarin hij is terechtgekomen. Elk gedicht vertelt een gebeurtenis, soms uit het leven van Vuong zelf, waartoe ook dat van zijn moeder behoort, soms uit het leven van iemand anders, soms bekritiseert het een gebeurtenis, soms creëert het er een.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (48)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het achtenveertigste antwoord komt van Ronald Wijnia.
Alara Adilow – Mythen en stoplichten
Maurice Broere vindt ‘Mythen en stoplichten’, het debuut van Alara Adilow, een wonderlijke bundel die de lezer best moeite kost om te ontraadselen. ‘Veel thema’s komen voorbij, misschien wel wat veel van het goede. Je krijgt de indruk dat het er allemaal in een keer uit moet. Dat zou in een volgende bundel best wel wat minder mogen. Dan zou ik ook meer aandacht aan de eindredactie schenken, want taalfouten in toch al moeilijk te doorgronden poëzie werken wel erg storend.’
Nieuwsbrief 23 / 5 juni
Op mijn moeders verjaardag
Jan Loogman over zijn moeder. Terwijl hij op een familiedag haar geboortedag herdenkt, verstoppertje speelt en onzichtbaar is vanaf de buutplaats, weet hij hoe ze genoten zou hebben van haar nageslacht. ‘Gebaard heeft ze je,’ schrijft Mustafa Stitou in zijn nieuwste bundel: ‘Gebaard heeft ze je, opgevoed, een vreemde zien worden, / maar losgelaten nooit en jij haar evenmin’.
Eddy Steenvoorden
Eddy Steenvoorden maakt verrassende, originele beelden, zijn observerende stijl is relativerend en sprankelend. Dagelijkse dingen met eeuwigheidswaarde, details die we vaak over het hoofd zien tijdens onze vele bezigheden, gesprekken die we alleen in gedachten voeren, intimiteiten die we vergeten of afleren. En dan een zin als 'het grote voordeel van afwezig zijn / is dat je niet meer vertrekt' : een pareltje.
Jozef Deleu (samenstelling) - Het Liegend Konijn 2022 / 1
'Het Liegend Konijn' bestaat twintig jaar. Oprichter en redacteur Jozef Deleu heeft de Nederlandse poëzie een nauwelijks te overschatten dienst bewezen door in zijn tijdschrift meer dan vijfduizend nieuwe gedichten op te nemen van meer dan vierhonderd dichters, rijp en groen. Je krijgt een goed overzicht van wat er gaande is – op papier tenminste. Een recensie van Hans Puper.
Nominaties voor de C. Buddingh'-prijs 2022
Wie gaat er dit jaar vandoor met de C. Buddingh'-prijs 2022? Er zijn vier bundels genomineerd voor het beste poëziedebuut van het jaar. Ze werden alle vier door ons gerecenseerd, drie bundels werden per toeval besproken door Peter Vermaat. Hij laat zijn licht schijnen op de nominaties en spreekt zijn persoonlijke voorkeur uit.
Rondelen thema Boekenweek - Eerste liefde
Voor het derde jaar kwam er rondom het thema van de Boekenweek een bundel uit. Deze keer was de opdracht om een rondeel te schrijven over ‘Eerste liefde’, tevens de titel van de bundel. Een rondeel is een vaste versvorm met een melodieus dansend karakter. Hettie Marzak: ‘Geen liefde laat zulke diepe herinneringen na als de eerste liefde, of die nu beantwoord werd of niet. Er zijn dan ook schrijnende gedichten bij, maar toch overheerst de weemoed om wat geweest is.’