Archief
Pim te Bokkel – Dit en alles en heel het heelal
‘Dit en alles en heel het heelal’ is de vierde bundel van Pim te Bokkel, wiens debuut ooit genomineerd werd voor de C. Buddingh’ prijs. Te Bokkel zoekt het in deze bundel vaak dicht bij huis, waarbij ook het jonge vaderschap een dankbaar onderwerp is. Maurice Broere is enthousiast over de stijl van Te Bokkel, die optimaal gebruikmaakt van assonanties en alliteraties. “Een geslaagde bundel van een dichter die het vak tot in de finesses beheerst.”
Nieuwsbrief 22 / 12 mei
Poëzie ervaren, kopen, lenen en lezen
"Wanneer je dagelijks met poëzie bezig bent is het soms moeilijk te begrijpen dat poëzie nog altijd als een niche wordt gezien binnen de literatuur", stelt Wouter van Heiningen, in deze eerste column voor Meander van zijn hand. Loop met hem binnen in een boekhandel of bibliotheek en kijk naar de afdeling of de kast met poëzie (als die er al is) en vergelijk deze dan met de afdeling romans of non-fictie. Toch lijkt het hem dat de interesse voor het schrijven en lezen van poëzie toeneemt!
Lies Jo Vandenhende
Met haar werk doet dichter en performer Lies Jo Vandenhende onderzoek naar de kruisbestuiving tussen papier en podium. Daartoe beklimt ze menig podium in België en Nederland, geeft workshops en lezingen, werkte ze aan twee voorstellingen en toerde ze met de Poëziebus. In 2016 debuteerde ze met een cyclus gedichten in Deus Ex Machina.
Jan van meenen – De zee is een zij
Herbert Mouwen over ‘De zee is een zij’: ‘Jan van meenen is een dichter, die het ambacht van het dichten beheerst. Ogenschijnlijk is zijn poëzie gemakkelijk toegankelijk. Zo eenvoudig ligt het niet.’ Met ‘de voor veel lezers bekende metaforen is Van meenen verrassend, elke keer opnieuw. Zijn zintuiglijke benadering van de natuur leidt bij hem soms nuchtere vaststellingen, die aan de bekende, clichématige metaforiek en symboliek voorbijgaan.’
"De regie over je leven"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het twaalfde gesprek, Marten Janse ontmoet dichters en spreekt met hen over taal en de betekenis ervan in hun leven. Zelf zou hij graag iets ‘blijvends’ achter willen laten en wat dat betreft, is poëzie voor hem het beste materiaal om mee te werken. Taalgebruik rekent hij tot het kennisterrein van de Menswetenschappen!
Catharina Boer – Voltooid landschap
Romain John van de Maele over ‘Voltooid landschap’ van Catharina Boer: ‘Het laatste gedicht, ‘Het slijten’ bevat een vraag: ‘Red me dan van het verslijten, / in woord en beelden wil ik blijven, / ontmoet me eens in mijn zinnen.’ (41) Ik ben ongetwijfeld niet de enige lezer die de oproep heeft begrepen – ik zal ‘Voltooid landschap’ op mijn manier opnieuw proberen te voltooien, door de bundel nog vaak te herlezen, door de kerngedachten als eb en vloed in mijn denkwereld toe te laten.’
Bauke Steenhuisen
Deze wetenschapper zet zijn wetenschappelijke dissertatie om in gedichten, welk bewijs levert zijn poëzie? Dichten is voor hem net als onderzoek doen, vragen stellen. Hij onthult hier "het op één na grootste geheim van onze aarde", we schuiven graag aan bij het college van Bauke Steenhuisen.
Claude van de Berge – De Vonk
Johan Reijmerink is enthousiast over ‘De vonk’ van Claude Van de Berge: “Van de Berge werkt in deze prachtig vormgegeven, diepzinnige bundel toe naar een beroering door de geest van het mysterie dat als een echo in de diepte van het verborgene zich manifesteert.” Geen gedichten om zomaar even tussen de bedrijven door te lezen: “Deze poëzie vraagt om lezers die bereid zijn zich toe te vertrouwen aan deze verlichting gevende wereld achter onze zintuiglijk waarneembare werkelijkheid die zoveel in zich verborgen houdt.”
Nieuwsbrief 21 / 5 mei
"herhaal ze honderd malen: alle malen zal ik wenen"
Zeven gedichten om de oorlogsdoden te herdenken. Zeven, soms vergeten, dichters. Levende woorden die we vaak niet willen lezen, herinneringen aan situaties en omstandigheden die zich - ondanks alles - herhalen. Dat we nooit meer zoek mogen raken, dat er altijd getuigen zijn, dat geen droom vergeefs is....
Ellen Deckwitz, Ingmar Heytze en Thomas Möhlmann - Game of Poems
‘Game of Poems. Gedichten van IJs en Vuur’ van Ellen Deckwitz, Ingmar Heytze en Thomas Möhlmann is een bijzondere bundel, aldus Ernst Jan Peters, en vooral voor de liefhebbers van ‘Game of Thrones’. Gelukkig zijn dat er veel. De gedichten geven inzicht in universele waarden maar dan uit een heel ander universum. Eén waar de winter alsmaar verder oprukt.
"Anderen laten groeien"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het elfde gesprek. Eindredacteur Yvonne Broekmans had bij de kennismaking met het gedicht De idioot in het bad van Vasalis een Aha-erlebnis: het besef dat de zeggingskracht van poëzie juist niet datgene is, wat in het algemeen als poëtisch getypeerd wordt. Misschien is dat wel wat Meander bijzonder maakt.
POËZIE KORT 2019 / 5
Een lange ‘Poëzie Kort' dit keer. Moet kunnen. Kamiel Choi recenseert ‘namaak’ van Nikolaas Demoen, Levity Peters 'Boven dit alles' van Elisabeth Leenschat van Bodegraven, Hans Puper ‘Het Liegend Konijn 2019/1’ en ‘Tien charmes’ van Paul Valéry, vertaald door Paul Claes.
Ronald M. Offerman
“In Gelul kan je niet wonen” is een theaterprogramma met Amsterdams Allooi waarin dichter Ronald M. Offerman zich - net zoals in elke andere setting - onverstoorbaar en humoristisch, ontwapenend en ontroerend, eenvoudig en toch groots presenteert zoals hij dat in elk gedicht doet. Gewoon omdat het zo is en niet anders.
e.e. cummings – Horizontale zaken. 69 gedichten over liefde, onliefde en lust & Belgium (vert. Willy Spillebeen)
Met ‘Horizontale zaken’ ontsluit vertaler Willy Spillebeen het werk van e.e. cummings voor een nieuwe generatie lezers. Met de ondertitel ‘69 gedichten over liefde, onliefde en lust’ is volgens recensent Eric van Loo geen woord te veel gezegd: alle gedichten – met uitzondering van de toegift over België – bezingen op zeer plastische wijze de liefde. En hoewel de vertaler niet bijster gesteld was op de eigengereide syntaxis en typografische acrobatieën van cummings, is hij de meester ook op dit punt zo goed mogelijk gevolgd.
Nieuwsbrief 20 / 28 april
Luc C. Martens
De veelvuldig genomineerde en gewaardeerde dichter Luc C. Martens beschouwt het schrijven van poëzie als een soort antigif tegen zijn drukke loopbaan waarbij de wetenschap weinig of geen ruimte laat voor eigen interpretatie. Dat die er in de poëzie wel is, voelt als een bron van onmisbare zuurstof. Zijn opvatting dat het schrijven van poëzie een métier is dat voor een deel aangeleerd kan worden, haakt mooi in op onze columns van Jan Loogman.
Nafiss Nia - 26 woorden voor schoonheid
Levity Peters is onder de indruk van ‘26 woorden voor schoonheid’ van Nafiss Nia: ‘Je krijgt de indruk dat het schrijven van poëzie voor haar meer betekent dan het schrijven van een mooi gedicht. (…) Uit vrijwel al haar gedichten spreekt een grote gedrevenheid, ik zou bijna zeggen ‘haast’ – om uit te drukken wat zij op haar lever heeft, wat haar bezielt, verontrust, versombert, verdriet, vertedert.’
De dingen delen mij uit
In de derde column van Jan Loogman gaan we verder met zijn ‘training’. Dichten is vooral kijken, nu is het tijd voor ons om erop uit te gaan, ons open te stellen maar als u toch liever binnen blijft? Het vertrouwde u opnieuw opvalt? ‘Hanteer de onbevangen dichtersblik’ en noteer wat u ziet!
Steeds op reis en altijd thuis. De 100 beste gedichten uit de Turing Gedichtenwedstrijd 2018
Lennert Ras: ‘Steeds op reis en altijd thuis’ is de bundeling van de honderd beste gedichten van de tiende Turing Nationale Gedichtenwedstrijd met een voorwoord van juryvoorzitter en Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja.’ Het is een heel gevarieerde verzameling. ‘Er zitten veel pareltjes tussen. Alle dichters in Nederland kunnen er inspiratie uit halen en leren wat de kenners onder een goed gedicht verstaan.’
Marc Tiefenthal
De dichter Marc Tiefenthal begon als postmodernist en brak heilige huisjes af, viel met de deur binnen in gesloten gehelen en zette het internet naar zijn hand. Hij is een eigengereide, bijwijlen cryptische en vaak cyclische dichter. Daarnaast vertaalt hij dat het een lieve lust is. Zo vertaalt hij zijn eigen gedichten maar ook die van anderen, zoals onlangs van ‘huldgedichten aan Charles Baudelaire of Poésies van de Lautréamont. Pom Wolff zegt 'Tiefenthal is dada'!
Jan Kleefstra – Windtoon
Eric van Loo luisterde met ingehouden adem naar ‘Windtoon’ van Jan Kleefstra: “Er wordt in deze bundel een verstild verhaal verteld.” Een sterk gecomponeerde bundel. Het “traag traag aanzwellen van wind” (tekst achterflap) is terug te vinden in de lengte van de strofes, die in het eerste deel van de bundel geleidelijk toenemen: “De bundel vraagt erom, om in één beweging gelezen te worden.” Het onderliggende verhaal lijkt te gaan over verdriet om de natuur die ons de rug toekeert, omdat wij haar de rug toekeren.