Archief
André van der Veeke - Poldergeest
André van der Veeke grossiert in zijn jongste bundel Poldergeest van de goede aanzetten, maar de uitwerking is vervolgens lang niet altijd bevredigend. De gevoelens zijn er, de goede bedoelingen zeker, maar niet de woorden die hen zouden moeten dekken.
Laura Mijnders - Nachtschade
In Nachtschade van Laura Mijnders staan te weinig parels om de bundel interessant te maken. De dichteres komt niet weg met het excuus dat poëzie eenvoud is. Haar poëzie zal nog flink moeten rijpen.
Peter Theunynck - De benen van de hemel
Lies Van Gasse noemde De benen van de hemel, de nieuwe bundel van Peter Theunynck, geen dichtbundel maar een papieren, geletterd bos. En ja, in elk gedicht ritselt wel ergens een twijg of blad of duikt een landschap op waarin bomen, struiken en bloemen een prominente rol spelen. Naast bomen spelen bommen een belangrijke rol: in het werk van Theunynck is de oorlog ook nooit ver weg. In het tweede deel van de bundel, dat de passende titel Flanders Fields meekreeg, neemt hij de lezer mee naar het slagveld van de Eerste Wereldoorlog. De Westhoek en zijn protagonisten vormen naast bomen een tweede rode draad in deze bundel.
Het is moeilijk concurreren met Vergilius of Horatius
Andy Peetermans is in het dagelijks leven student. Na het behalen van zijn masterdiploma Italiaans en Latijn, aangevuld met een semester Portugees, is hij nu bezig met een verkorte bachelor Grieks. Hij schrijft poëzie in het Nederlands, Latijn en Esperanto.
Gedichten
Andy Peetermans
korpoj raciaj
korporaciaj
mensogas al mondo
kolegoj
si mem
oni dungas ilin
kaj nomas
homrimedoj
*
redelijke lichamen
in ondernemingen
bedriegen wereld
collega's
zichzelf
men werft ze aan
en noemt ze
menselijk kapitaal
Runa Svetlikova - Deze zachte witte kamer
Deze zachte witte kamer is het debuut van Runa Svetlikova.
De bundel bestaat uit zeven korte afdelingen, waarvan er enkele verrassend goed zijn. Onderling hebben ze een sterke samenhang, wat onder meer blijkt uit terugkerende titels.
De bundel bestaat uit zeven korte afdelingen, waarvan er enkele verrassend goed zijn. Onderling hebben ze een sterke samenhang, wat onder meer blijkt uit terugkerende titels.
Lévi Weemoedt - Met enige vertraging
Hoewel Lévi Weemoedt (Isaäk Jacobus van Wijk, 1948) ook een verdienstelijk prozaïst is (o.a. Bedroefd maar dankbaar, De ziekte van Lodesteijn, Acte van verlating) is hij vooral bekend als dichter van pretentieloze, tragikomische verzen vol zelfspot. Bij de verschijning van Met enige vertraging juicht de uitgever: 'Goddank, hij heeft zich niet vernieuwd en zijn stem klinkt somberder dan ooit!'
(VCK 478)
Maud Vanhauwaert - Wij zijn evenwijdig
Maud Verhauwaert is in Wij zijn evenwijdig goed in het stellen van niet eerder gestelde vragen. Haar verwondering over het bestaan wordt bijna vanzelfsprekend de verwondering van de lezer. Nog lang nadat ik de bundel had uitgelezen zat ik verstild uit het raam te kijken, mij vooral bewust van de ontzaglijke, onvoorstelbare hoeveelheid leven die mij ontgaat. En van de rijkdom van poëzie die probeert om ons iets daarvan bewust te maken, die dat voor ons oproept.
Frieda Mulisch - Nooit vergat ik jou
Vier jaar na de dood van Harry Mulisch (oktober 2010) brengt Frieda Mulisch (1974), de tweede dochter, een dichtbundel uit waarin zij zich volgens de tekst achterop 'volledig bloot' geeft en dichtend 'het gesprek' aangaat met haar vader; 'behalve verwerking vooral een eerbetoon'.
Nooit vergat ik jou verdient vanwege de authenticiteit en integriteit ervan alle respect.
Herlinda Vekemans
Herlinda Vekemans (1961) studeerde Germaanse filologie in Leuven en in Hull, Engeland.
Haar gedichten werden o.a. gepubliceerd in De Brakke Hond, De Revisor, DWB, Het Liegend Konijn en de Poëziekrant. Bij het Poeziecentrum verschenen drie dichtbundels: versneden (2005), Buiging (2006) en Schrikdraad (2011). Herlinda werkt nu aan een bundel rond het werk van de Franse componist, organist en pianist Olivier Messiaen. Daaruit alvast drie gedichten in Meander.
Gedichten
Herlinda Vekemans
Ark
Svalbard Global Seed Vault
Olivier Messiaen – Saint Francois d’Assise (1975-1983)
in Spitsbergen
120 meter diep binnen in de berg
130 meter ver van de stijgende zeespiegel
met het oog onbewogen op de horizon van de tijd
beschermd in de palm van de aarde dicht aan gods borst
slapen de zaden Olivier Messiaen – Saint Francois d’Assise (1975-1983)
Alex van Warmerdam - Ik heb de wereld geschapen
Alex van Warmerdam is schilder, dichter, film- en theatermaker, lees ik op de achterflap van zijn tweede bundel Ik heb de wereld geschapen. De term homo universalis schiet me even te binnen. Wie zoveel tegelijk doet heeft wel erg veel talent. En dan zo’n pretentieuze bundeltitel. Goed, men moet natuurlijk altijd wat vooroordelen overwinnen, maar een beetje argwaan lijkt me bij deze poëzie wel op zijn plaats. Dringt zich bij het lezen van de gedichten een andere mening op?
Gedichten
Ria Zifkamp
Soms, wanneer ik eerder lig
dan jij, leg ik een hand op
borst of dij, hervindt mijn
greep een licht-verwonderd
zoeken langs de lijnen.
Als kind al koesterde ik zo
mijzelf. Verbaasd dat dit - dit
denken en dit bloed - voorgoed
eens zou verdwijnen.
Hans Warren was mijn muze
Ria Zifkamp (1950) legt al jaren het leven vast in beeld en taal en onderhield tien jaar lang een briefwisseling met de dichter Hans Warren(1921-2001). Er verschenen destijds gedichten van haar op Meulenhoffs poëziekalender waarvan Hans Warren de samensteller was. Ze publiceerde de correspondentie met Hans Warren in twee versies: Geloof mij steeds en het beknoptere Van huis tot huis. Van haar verscheen eveneens de dichtbundel Al jarenlang dezelfde man.
Philippe Cailliau - Niets verloren
Een jaar na Het boek nul komt Philippe Cailliau (1954) met Niets verloren, alweer zijn tiende bundel.
Ook de nieuwe bundel bevat weer een aantal verzen waarin de dichter reflecteert op ziekte en zeer, maar bij uitbreiding nu ook op ouderdom en dood. De meeste staan in de derde en laatste afdeling van de bundel, omineus 'Zes gewatteerde planken' getiteld.
Ook de nieuwe bundel bevat weer een aantal verzen waarin de dichter reflecteert op ziekte en zeer, maar bij uitbreiding nu ook op ouderdom en dood. De meeste staan in de derde en laatste afdeling van de bundel, omineus 'Zes gewatteerde planken' getiteld.
Freda Kamphuis - Titel
Freda Kamphuis (Titel, GVDKU) is een heldere, onderzoekende geest en een schatgraver in de taal. Zij laat je haar ontdekkingen zien, waarbij zij zelf een stap opzij doet. Zo lijkt het werk op zichzelf te staan, wondertjes die niemand eerder heeft ontdekt. Het is anarchistische poëzie die telkens weer haar eigen regels bepaalt, maar zonder
zich nadrukkelijk af te zetten tegen de bestaande; integendeel: ze speelt ermee.Haar poëzie komt nog het dichtst in de buurt van het oude werk van K.Schippers.
Joost Zwagerman - Voor alles
De bundel Voor alles van Joost Zwagerman bestaat uit twee afdelingen van respectievelijk elf en zestien gedichten: ‘Inwaarts’ en ‘Voor en na het meesterwerk’. Ze zijn volstrekt tegengesteld: in het eerste gedeelte overheerst angst, in het tweede levenslust.
Het eerste deel maakt indruk, het tweede deel doet wat gekunsteld aan, alsof een vakman een prestigieus project tot een goed einde heeft gebracht.
Vier gedichten
Vier gedichten
Robert Israel (1949)
Hij slaapt
het hoofd op balkenroom geleund
hapt naar langsvliegende beelden
honden ook die blaffen én bijten
geen droom die hem vreemder
dan zijn eigen lekkende verhaal
Hij waakt
gespitst op de meest iele golf
die zachtjes door het donker drijft
bereid een bestaan te bevechten
waarvan hij nauwelijks weet had
en wat hij wist is vergeten
Hij wacht
op de landing van het licht op
wat smelt als de adem hervat
zonder de longen te schuren
warmte die ergens een bron heeft
Hij sluit de ogen
Klassieker 185: Ab Visser – Nocturne
De ene 'Nocturne' is de andere niet. Dat is volgens Wopke van der Lei het probleem met Ab Visser: “een vakman die het ambacht sterk wisselend van kwaliteit ten uitvoering bracht.”
Gedichten
Wouter van Heiningen
Zoet
Alles ruikt naar chocola
de pepermunt is voor na achten
die mevrouw van nummer 112
steekt een stukje puur
tussen haar kunsttanden, haar
lippen donkerbruin
zelfs de donshaartjes op
haar bovenlip kleven zoetgeurend
aan elkaar als ware het een gel
die een breekbaar gezicht
bij elkaar houdt
Ze likt de lippen, de
mondhoeken krullen,
alles smaakt naar chocola.
Gedichten met een lekker rauw randje
Wouter van Heiningen (1963) is directeur van de bibliotheek van Maassluis | Midden-Delfland en sinds 2010 secretaris van de Stichting Ongehoord! Hij publiceerde gedichten in Krakatau en Poëzie op pootjes en won diverse poëzieprijzen, waaronder de themagedichten wedstrijd van de SLAU in 2009 en die van het Fonds voor Cultuurparticipatie in 2012. Van zijn hand zijn inmiddels vier dichtbundels verschenen Zichtbaar Alleen (2008), Je hebt me gemaakt met je kus (2010), Zoals de wind in maart graven beroert (2012) en Winterpijn dat begin dit jaar als e-book uitkwam bij zijn eigen uitgeverij MUG books.
René Smeets en Philippe Debeers - Schuim van mijn dagen, schenk me gedachten
In 2004 verscheen bij uitgeverij P Met jou open ik oude nachten. De mooiste wijngedichten uit de wereldliteratuur, op dronk gebracht door René Smeets. Gelukkig voor de uitgever voelt niet iedereen bij zo'n titel eenzelfde huiver als ik dat doe; het boek werd een succes, en dus brengt P, zij het nogal laat, en in een co-productie met In de Knipscheer, een opvolger: Schuim van mijn dagen, schenk me gedachten. De lekkerste biergedichten uit de wereldliteratuur getapt door René Smeets in beeld gebracht door Philippe Debeerst.
Opnieuw een heerlijk bladerboek.