Archief
Over zestien sprookjes
Bas Belleman (1978) schreef twee dichtbundels: 'Nu nog volop ventilatoren' en 'Hout'. Hij debuteerde in de Sandwichreeks van Gerrit Komrij en werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Hij schreef recensies voor dagblad Trouw, De Groene Amsterdammer en Awater. In 2012 verscheen 'Sonnetten voor de donkere dame', waarin hij de laatste 28 sonnetten van Shakespeare op onorthodoxe wijze vertaalt en toelicht. Onlangs verscheen 'De drift van Sneeuwwitje', zestien sprookjes door Belleman hertaald naar poëzie.
Ahmed Aboutaleb (sam.) - De 100 beste gedichten voor de VSB Poëzieprijs 2014
Twee bundels zeggen de beste 100 gedichten van 2013 te bieden, die van de VSB Prijs en van de Turing Prijs. Maar in de Boxtelse DichtSlamRapbundel 2014 staat een gedicht dat alle andere misschien wel naar de kroon steekt.
Een kortsluiting tussen drang, gedachte en taalgebruik
De poëzie van de Italiaanse dichter Valerio Magrelli (Rome,1957) is tegendraads en gekant tegen iedere vorm van lyriek en sentiment. Hij wordt in Italië ook wel een cerebrale of rationele dichter genoemd. Zijn gedichten vormen goed doordachte bouwwerken of, zoals een Italiaans poëziecriticus schrijft, ‘volmaakt geconstrueerde horloges’. Magrelli, die filosofie en Frans studeerde en tegenwoordig als hooglaar Franse taal- en letterkunde aan de universiteit werkt, debuteerde op zijn drieëntwintigste met de bundel 'Ora serrata retinae' (1980) en was op slag bekend.
Gedichten
Valerio Magrelli
Vlak voor de laatste bocht van de dag
reik ik naar woorden om mee te slapen:
‘s avonds nemen ze logge en compacte vormen aan.
Hun functioneren wordt gemeten
als bakstenen op een rij zetten ze zich vast
in het witte cement van de pagina.
Het is alsof een muur neerdaalt van bovenaf
en tekens langzaam vorm aannemen.
Er is geen raam of kier
maar met verfijnde precisie
worden ze samengevoegd tot een geheel.
Ik zou willen dat er maar één beeld bestond
een bloem in de knop
die standhoudt en dicht blijft
een knop die de hovenier afplukt en aan zichzelf geeft.
Terug naar Podium (2)
Kavafis - De onvoltooide gedichten
Misschien wel de belangrijkste reden dat wij kunnen genieten van de poëzie van Kavafis, lijkt mij hoe hij zijn betrokkenheid bij de wereld onder woorden brengt. De liefde, en de verschrikkingen die hij ook beschrijft. Ze zijn van alle tijden.
Klassieker 178: Leo Vroman - Een klein draadje
Hoewel er al vijf gedichten van Leo Vroman als klassieker besproken waren, achtte Wim Kleisen het passend er bij wijze van in memoriam een zesde aan toe te voegen. Vroman was 45 jaar oud toen hij ‘Een klein draadje’ publiceerde, een gedicht waarin hij zijn angst uitspreekt voor geestelijke aftakeling. Hoewel Vroman nog ruim een halve eeuw zou leven, bleef hij tot kort voor zijn dood scherp. En dichten.
Danny Degenaar - Ik heb de tijd
Ik heb de tijd van Danny Degenaar is een feest van speels beelden en meerduidigheid. Met verrukkelijke illustraties van Jet Crielaard. Een bundeltje om vrolijk van te worden.
Jeroen van Rooij - Niemand had er enig idee van wat er aan de hand was
In Niemand had er enig idee van wat er aan de hand was van Jeroen de Rooij brengt de poë je telkens opnieuw op zijsporen van waaruit je de weg terug zoekt. Je lijkt de weg terug te vinden, omdat je op plekken komt waar je eerder bent geweest, maar je hebt geen idee of je op de goede weg bent. Je blijkt in een labyrint te zitten waar je niet uit lijkt te kunnen ontsnappen, een ongrijpbare, transformerende wereld.
De hele bundel lijkt een 'lof der onzekerheid'. Een onbepaaldheid die je tijdens het lezen tot een grote concentratie dwingt.
'Puzzelpoëzie', maar van een soort die iets wezenlijks raakt.
Wie schreef de mooiste beginregel?
Gedichten
Vrouwkje Tuinman
Remise
Het fijne is, het is hier altijd dag.
Het is hier altijd avond. Het is hier
altijd zoveel graden. Er is een hand
die vaseline op je lippen smeert,
een buis die voor je ademt.
Naast je zit ik met een sjaal die
steek na steek voltooiing nadert.
Het fijne is dat het best snel gaat.
Vervelend is dat het te snel
gaat, ik veel te vlug voor jou
de draden aan elkaar vasthaak.
Ik zou mezelf niet kiezen als favoriete dichter
Vrouwkje Tuinman staat met haar nieuwe roman 'De rouwclub' (Nijgh & Van Ditmar, 2013) weer volop in de belangstelling. Dit werk werd zo mogelijk nog enthousiaster ontvangen dan de eerder bij dezelfde uitgever verschenen 'Grote Acht' ( 2005) en 'Buurvrouw' (2008). Voor Meander is zij vooral de dichteres van de bundels 'Vitrine' (2004), 'Receptie' (2007), 'Intensive Care' (2010) en 'Wat ik met de sleutel moet' (2011). Later dit jaar komt zij met een nieuwe bundel. Voor Meander een mooie preview hieruit: het gedicht 'Condities'.
Thomas Blondeau - Mijn beste gedicht dat u nooit zult lezen
Met Mijn beste gedicht dat u nooit zult lezen brengen de samenstellers een eerbetoon aan de veel te jong gestorven Thomas Blondeau. Zelf had hij de weg van romanschrijver en columnist gekozen. De vraag is of hij zelf blij zou zijn geweest met dit postume poëziedebuut.
Wat je verbergen wilt maskeer je
Twee jaar na zijn poëziedebuut 'Landdieren' (2011)verscheen van Peter WJ Brouwer begin februari de veelbelovende bundel Mascara, een strak, zwart-wit vormgegeven dichtbundel met 32 gedichten, voorzien van een proloog en een epiloog. Tijdens de druk bezochte presentatie in Cafe Skek in Amsterdam, zorgde de dichter ook voor een sfeervolle muzikale omlijsting samen met televisiemaker Michael Abspoel. Antoinette Sisto, die het genoegen had bij de presentatie aanwezig te zijn, besloot Peter aan de tand te voelen, onder andere over de totstandkoming van zijn nieuwe bundel.
Karin Boye - De diepe cello van de nacht
Anke van den Bremt vertaalde voor uitgeverij P de bundel 'De diepe cello van de nacht' van de Zweedse dichteres Karin Boye (1900-1941). Dat zij inhoudelijke complexiteit en innerlijke twijfel verpakt in een haast naïeve directheid is wellicht de belangrijkste reden waarom Boye tot op vandaag veel lezers aanspreekt. Haar even tragische als romantische levenseinde heeft er wellicht ook toe bijgedragen dat ze nog steeds behoort tot de meest gelezen Zweedse dichters.
Elk portret is een zelfportret
'Ik voel me verf' is een boek met vijftig portretfoto's van stadsdichters, met bij elk een gedicht van de geportretteerde over de ontmoeting met de fotograaf, Joost Bataille.
Johanna Geels - Wildberichten
Met toenemend plezier lezend in Wildberichten van Johanna Geels zocht ik een woord om de gedichten mee te typeren. Op blz. 26 vond ik 'bravoure', het gedicht 'Polderhazen' opent ermee. Gaandeweg noteerde ik meer steekwoorden: onderkoeld, afwerend, brutaal, illusieloos, maar ook betrokken en persoonlijk; realistisch, maar door allerlei onverwachte vertekeningen ook vaak bizar.
Annemieke Gerrist - Het volume van een logé
Het lijkt wel alsof Annemiek Gerrist elke keer dat zij zich in Het volume van een logé oriënteert op de werkelijkheid, door die werkelijkheid betoverd wordt. 'Met mijn geest zaken verlichten, en hun reflectie projecteren op de geest van anderen' dat is wat Baudelaire van zijn poëzie verlangde. Dat is waar naar mijn idee ook Gerrist overtuigend in slaagt.
Wat een goede poëzie.
Kreek Daey Ouwens - Blauwe Hemel
Kreek Daey Ouwens gebruikt in Blauwe hemel zonder moeite de woorden tranen, huilen, verlies en pijn. Rouw en verlies zijn de hoofdthema's waarover zij in haar gedichten vertelt. Ze doet dit fijnzinnig en hanteert hier en daar een krachtig beeld dat onder je huid kruipt. Voor wie niet bang is geraakt te worden.
Peter Drehmanns - Graafschade
Op de achterflap van Graafschade wordt vermeld dat Peter Drehmanns twijfelde of hij zou deelnemen aan de reünie van zijn ‘klas van 1971’, een zesde klas op de katholieke jongensschool in het Limburgse Haelen. Hij besloot uiteindelijk niet te gaan, maar de reünie te gebruiken als uitgangspunt voor een dichtbundel waarin hij alle 38 leerlingen en hun onderwijzer portretteert als degenen die zij in de verstreken veertig jaar geworden zijn.
(VCK 463)
(o3)
Terug naar Podium (1)
Klassieker 177: Willem Kloos - XXXIV (Der menschen hoogste smart is wonderbaar)
Wim Kleisen betreurt het, dat het dichterschap van Willem Kloos zo jammerlijk in alcoholisme teloor ging. Hij bewondert vooral diens vroege gedichten, zoals ‘Der menschen hoogste smart is wonderbaar’.