Archief
Gedichten
Irene Wiersma
Huizen met ogen
Als huizen geen ogen hebben,
waarom die in mijn buurt dan wel?
Ramen bekokstoven snode plannen,
luisteren af, kijken op van
mijn ontbijtkeuze:
waarom altijd bruin?
Zonnebaden mag ik niet,
zo’n wit, groot, bijna bloot
vrouwenlichaam
daar voelen ze zich toch
wat ongemakkelijk bij.
Ik ben de kwaadste niet,
dus zit ik binnen met
de zwarte, zware gordijnen
gesloten en de sloten ook
voor de zekerheid,
want als huizen ogen hebben,
waarom dan ook geen voeten?
Verder verzamel ik moed
en spaar ik vanwege die
bekroonde middenweg
voor nieuwe namen en
luxaflex voor de ramen.
Als huizen geen ogen hebben,
waarom die in mijn buurt da
Ad Zuiderent - We konden alle kanten op
In Geheugen voor landschap zijn in 1979 verschenen vierde bundel, schreef Ad Zuiderent in het gedicht 'Na de watersnood': 'Nu ben ik drieëndertig (Christus ging toen dood/ en had zijn zegje al gezegd). Wie staat model/ voor wat ik maken moet van wie ik worden zal?'
In We konden alle kanten op is hij, in leeftijd inmiddels verdubbeld, toe aan een antwoord op die vraag.
Gedichten
Shujing Zhulian (China, 1981, pseudoniem van Chen Huan)
Serveerster A
Ik kom met man B dit restaurant binnen
serveerster A
je staat nog steeds op dezelfde plek
je pakt een lepel, pakt die soms ook niet, net als de vorige keer
je bekijkt graag de gasten
je herinnert je mijn tas
herinnert je hoe ik tegenover mensen sta
je bent nog jong
maar in je gezicht geen enkel blijk van liefde
je kijkt naar mijn tas
ik kan hem alleen maar voortdurend open doen
kan je misschien alleen maar
dat onthouden –
hoe hij zonder reden
steeds open wordt gedaan?
Vertaling: Annelous Stiggelbout
Overwinning van hoop op onverschilligheid
Robert Anker - In het westen, de laatste trans
In In het westen, de laatste trans geselt Robert Anker de lezer en het is een groot leesgenot het te mogen ondergaan, of hij nu de politieke verhuftering aan de orde stelt, de rol van de liefde of de zin van het bestaan in het licht van de persoonlijke dood. De variatie in versvormen en taal draagt daaraan bij. Haast zakelijke prozagedichten staan naast sterk ritmische, gedragen retoriek, sommige disputen zijn als toneelscène opgebouwd, compleet met regieaanwijzingen en luid klinkt daar ook ineens in plat Haags de beschimpende stem van het volk.
Klassieker 151: Hans Andreus - Het lied van het morgenlicht
Wim Kleisen bespreekt het gedicht 'Het lied van het morgenlicht' van Hans Andreus. Licht is het grondthema in de poëzie van Andreus. Ondanks zijn depressieve perioden komt hij steeds weer uit bij het licht. Zijn poëzie is ervan vervuld.
Gedichten
Vincent van Meenen
Moeder Vader
1
in welk huis zal ik mijn verdwalen beginnen
is hier een dak dat mij kan dienen
als de gedraaide driehoek van uw schoot
dit huis is stuk en wild
door mij alleen bewogen
moeder vader dood bent u in mij verweven
en ken ik u niet langer
in leven bent u een kind dat ik ontmoet
en bij de polsen houd
om van uw gruwel niet te spreken
in dit huis kan ik u zoeken
zonder u te zien er hangen spiegels
stof spint rond en naar beneden
binnen ben ik dag en huis en nacht
zie verschrikt door het oog van de wereld
uw tamme kleuren blinken in mijn vacht
Poëzie als een excuus
Vincent van Meenen (1989) studeert Woordkunst aan het Conservatorium van Antwerpen. Hij publiceerde onder meer poëzie op de website van de Contrabas. Recent won hij een poetry slam tijdens het Kunstenfestival Watou, wat hem de titel 'Gevonden Dichter van 2011' opleverde. Daarnaast is Vincent van Meenen redacteur van Karkas.
Jana Beranová: Bedankt, Rotterdam
Onlangs verscheen bij uitgeverij De Geus Werkboek, een bloemlezing van de beste gedichten van Jana Beranová. Sander de Vaan had een mailgesprek met haar over dit boek en haar werk voor Amnesty International.
De titel van je verzamelbundel wekt de suggestie dat jer er lang aan hebt gewerkt. Klopt dat?
De titel snijdt aan twee kanten. Ik wilde geen verzamelwerk maken van mijn reeds verschenen bundels, maar een leesboek. Een poëzieleesboek zonder chronologische volgorde, zodat er een nieuw boek zou ontstaan. Ik wilde oude en recente gedichten onverwachte verbanden laten aangaan.
Peter WJ Brouwer - Landdieren
Landdieren van Peter WJ Brouwer is een poëziebundel, waarin de gedichten over het geheel genomen wel wat op elkaar lijken, maar zeker genoeg diepte en gelaagdheid bezitten om te blijven boeien en verwachtingen voor een volgende bundel te wekken.
Drie gedichten van Sasha Popowycz
De betekenis van poëzie valt voor Sasha Popowycz (1981) moeilijk in woorden te vatten. Toch kan hij er wel iets over zeggen: 'In poëzie duikt de taal op in haar gedaante van saboteur: ze stuurt het verloop van de tijd in de war'. En daardoor ontstaan onvoorziene mogelijkheden voor de stem, het hoofd en de waarneming.
Eerder publiceerde deze in Brussel gevestigde dichter al in Het Liegend Konijn, De Poëziekrant en De Brakke Hond. Hij treedt regelmatig op bij De Sprekende Ezels, een bekend open podium voor muziek en poëzie in Brussel. Daarnaast schrijft hij ultrakorte verhalen en vertaalt hij poëzie, zowel zelfstandig als met het Gentse Collectief van Poëzievertalers.
Gedichten
Sasha Popowycz
BIO UNDERGROUND
geen gedachte
eerder een dans van silhouetten
door een andere hand ingeweven in deze stolp
opgevraagde geheimen worden uitgestald
tekencombinaties die ooit van tel waren
gefingeerde namen van gevingerde fantomen
wat eikelkapjes uit een doos achter in de lade
wellicht verlopen wachtwoorden tot het hart
binnenwegen
om een ontglippend
gewicht wat
voor te zijn
alle omwegen
die langs diepe lussen in de slaper
sluipen naar een klok
en nog te zwaar om grond te raken
Melle Hijlkema - Liekover
Van de in het Westerkwartier geboren en getogen Melle Hijlkema kwam bij uitgeverij kleine Uil de bundel Liekover uit. Hoewel de gedichten geschreven zijn in het Gronings, d.w.z. het Nedersaksisch, zijn ze qua taal toch verrassend toegankelijk. Het is krachtige, aardse poëzie. Hijlkema is een Groninger die zich laat kennen.
Menno Wigman en Rob Schouten - Alleen in mijn gedichten kan ik wonen. De bekendste gedichten uit de Nederlandse literatuur
In 1972 stelde Cees Buddingh' voor uitgever Bert Bakker Is deze ook goed meneer? De evergreens in de Nederlandse poëzie samen. In 1990 verscheen daarvan door C.J. Aarts en M.C. van Etten de opvolger, Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. De bekendste gedichten uit de Nederlandse literatuur. En nog weer een dichtersgeneratie later maakten Menno Wigman en Rob Schouten met Alleen in mijn gedichten kan ik wonen. De bekendste gedichten uit de Nederlandse literatuur de derde versie.
Marlise Joubert - Splintervlerk
De Zuid-Afrikaanse dichters Marlise Joubert schreef met Splintervlerk haar zevende dichtbundel en meer dan ooit ging ze uit van persoonlijke ervaringen, in dit geval van ziekte en herstel. De bundel bevat verder o.a. liefdesgedichten en gedichten waarin zij ingaat op wat haar land maakt tot een 'hartzeerland'.
Elis Juliana - Hé Patu / Waggeleend
Fred de Haas verzorgde voor In de Knipscheer twee uitgaven met Antilliaanse poëzie: Hé Patu / Waggeleend van Elis Juliana en Wie ik ben / Ta ken mi ta van de schrijversgroep Simia Literario.
Een kans je literaire grenzen te verleggen!
Bernlef & Hans Tentije - In omgekeerde richting
Een duobundel kan al snel wat artificieels hebben, zeker als de auteurs niet in alle opzichten gelijkwaardig zijn. Voor het bij De Harmonie uitgekomen In omgekeerde richting van Bernlef en Tentije geldt dat ze elkaar in alle opzichten versterken. De bundel verscheen eerder dit jaar in een bibliofiele editie bij de Atalanta Pers.
Hugo Brandt Corstius - Rijmlijm
Taalonderzoeker Hugo Brandt Corstius stelde onder de titel Rijmlijm een bloemlezing samen met opmerkelijke voorbeelden van eindrijm, van ‘regelparen waar direct onder elkaar twee rijmende woorden staan’. Hij koos uit zijn eigen bibliotheek, uit ‘alle Nederlandse poëzie die ik bezit’.
Ezra de Haan - Scheren zonder spiegel
In Scheren zonder spiegel zouden verborgen waarheden tussen de regels te vinden zijn. Dat lijkt een loze belofte. Het blijft bij wat dubbelzinnigheden. Een enkele regel roept een glimlach op.
Poëzie als steun in de rug
Myrte Leffring (1973) is gezien haar opleiding en haar huidige professie gegrepen door uiteenlopende facetten van taal: ze studeerde vertaalwetenschap en is tegenwoordig actief als dichter en redacteur. Daarnaast geeft zij poëzieworkshops en treedt zij op in een eigen literair en muzikaal programma. Meander sprak met haar.
Gedichten
Myrte Leffring
Val
Een koorddanser was zij,
op brede planken,
ijzeren stangen de lianen
in een oerwoud
zonder kerken
Avond aan avond
zocht zij het gevaar
in oversteken
zonder kijken
droeg zij haar tas
soms aan de straatkant
aan een schouder
keek eens de dood
recht in de ogen
in de etalage van
een grossier in zerken
Vaak hoopte zij op groots
en anders
of anders dood
en dat niemand
het zou merken
Jeanine Hoedemakers - Pauwenveren en judaspenning
Jeanine Hoedemakers beproeft met Pauwenveren en judaspenning een nieuw tussengenre, iets tussen de zelfstandige haiku en senryu en het autonome vrije vers in. Iets wat ze in het overgrote deel van de bundel succesvol doet.
Hans Vaders - Kate Moss in Mahaai
Uitgeverij In de Knipscheer blijft een onvermoeibare pleitbezorger van de Caribische literatuur en dat levert regelmatig mooie uitgaven op. Kate Moss in Mahaai van dichter Hans Vaders en kunstenaar Herman van Bergen is er zo een. De bundel stort je midden in de andere wereld die Curaçao is en verloochent de Nederlandse wortels niet. Het levert een boeiende synthese op.
Gedichten
Jorge Luís Borges
Buenos Aires
En nu is deze stad een plattegrond
waarop mijn feilen en vernedering staan,
bij die deur zag ik de zon vaak ondergaan,
daar het beeld waar ik vergeefs te wachten stond.
Hier vind je wat ons allemaal verbindt
en dat ook mij door het ongewis verleden
en het wisselend heden is verschaft; hier smeden
mijn passen hun onpeilbaar labyrint.
Hier wacht de askleurige avondschemering
de door de ochtend toegezegde vrucht;
hier glijdt mijn schaduw met een licht gerucht
de al even ijdele laatste schaduw in.
Niet liefde, angst verbindt ons met elkaar;
misschien houd ik daarom zoveel van haar.
Uit: El otro, el mismo (1964)