Archief
Geert Van Istendael - Inventaris
Marc Bruynseraede is lovend over de 'Inventaris' de bundel van Geert Van Istendael. Zijn conclusie is: 'Haal je de bundel in huis, krijg je niet alleen een juweeltje van taalkunde cadeau maar ook een rijke waaier aan wijsheid en cultuur, gekruid met toets relativeringsvermogen. Een welgekomen présence in deze sombere dagen.'
Nieuwsbrief 4 / 28 januari
Het lyrisch realisme van Wiesław Myśliwski
Tegenwoordig wordt er zoveel proza-poëzie geschreven die niet kan tippen aan het poëtisch gehalte van veel romans van Wiesław Myśliwski, meent Willem Tjebbe Oostenbrink. Poëtisch heeft niet te maken met mooischrijverij, maar met het effectief oproepen van beelden en gevoelens, waarbij meerdere lagen van betekenis en bewustzijn kunnen worden aangeboord. Hoe lyrisch realisme kan samen vallen met het streven naar eeuwigheidswaarde als bij sonnetten.
Interview Edward van de Vendel
Edward van de Vendel is de auteur van het poëziegeschenk ‘Kom nog even naar mij kijken straks’. Het is zijn eerste bundel voor volwassenen. Alle poëzie schrijft hij met een bepaalde ernst als inzet. Als kinderen de doelgroep zijn, stelt hij niet minder eisen aan een gedicht. Het verschil zit in de thematiek. Een typisch Vendeliaans gedicht komt als een soort waterval tot stand.
Steven Graauwmans – 11
Maurice Broere las '11', de bundel van Steven Graauwmans en hij vindt dat ieder gedicht verrast: 'Steven Graauwmans schotelt ons een bundel met poëzie voor, waarin je met enige moeite doordringt door mee te gaan in zijn associaties. Dat heeft voor de lezer consequenties, want er staat niet wat er staat en iedereen kan andere associaties hebben.'
Interview Mary Heylema
In een prachtig gedicht uit 'Dichter' omschrijft Mary Heylema zichzelf het best: ‘trooster ben ik / schuurpapieren droom / halm van hoop’. ‘Bij het schrijven’, zegt zij, ‘voel ik voor het eerst van mijn leven een soort vuur, urgentie. Alsof ik steeds meer samenval met wie ik ben.’ Ook is ze een fanatieke dingenvinder. Wat heeft ze met scherfjes?
Etienne Van den Steen - Tegenlicht
Kamiel Choi is niet gecharmeerd van ‘Tegenlicht’, de bundel van Etienne Van den Steen, al vallen er best wat aardigheden in te ontdekken. Maar: ‘Het tegenlicht wordt niet met de woorden van een vrolijke taalatleet bestookt, maar door een spectrometer gehaald die een variëteit aan spitsvondige frasen en willekeurige beeldspraak genereert.’
Romain John van de Maele
Romain John van de Maele maakte in reactie op de column 'From the river to the sea ...' van Marc Bruynseraede van 13 januari jl. het volgende gedicht.
Rogier de Jong - Meerval
Jan van Gulik vindt dat in ‘Meerval’, de bundel van Rogier de jong, er een duidelijke boodschap naar voren komt: ‘wees niet onbuigzaam, kom los van conventie en traditie, geeft niet over aan soberheid en neem het leven niet met ernst.’
Nieuwsbrief 3 / 21 januari
Couperusmuseum gesloten
Het is niet alleen de sluiting van het Couperusmuseum die Hans Franse bedroeft, wat hem irriteert is de afwezigheid van eerbied voor diegenen die onze cultuur in onze taal vormgaven. We zijn niet trots op de taal, niet op de cultuur, de literatuur hangt erbij. Soms denkt hij dat het enige wat ons nog onderscheidt onze taal is. Hoe lang nog?
Klassieker 277 : Runa Svetlikova – Een spiegel ziet zichzelf niet
Joost Dancet bespreekt 'Een spiegel ziet zichzelf niet', een gedicht van de Vlaamse dichter Runa Svetlikova (°1982) over spiegels, lekkere drankjes, gebroken glazen ... en jezelf kwijtraken.
Het commentaar van Hettie Marzak
Aan recensent Hettie Marzak stelden we de vraag of ze weleens onheus bejegend wordt na het publiceren van een recensie. Ze ontvangt helaas regelmatig zeer vervelende reacties. Ze legt die kritiek naast zich neer want: ‘Uitleg en duiding moeten niet van de dichter zelf komen, dat moet aan de lezers overgelaten worden.’ Het commentaar van Hettie Marzak.
Wie zit er achter het podium (5)?
Wie zit er achter het podium (5)? Een serie korte gesprekken met organisatoren van poëziebijeenkomsten. In de vijfde aflevering verwoordt Dick van Hoeve alles over de Dichterskring Alkmaar die volgend jaar veertig jaar bestaat. ‘We zijn waarschijnlijk de enige vereniging die zijn statuten in dichtvorm bij een notaris heeft gedeponeerd.’ Wat poëzie kan betekenen verwerkte hij in een gedicht.

Sandra Roobaert - De inventaris van wat blijft
Tom Veys is onder de indruk van ‘De inventaris van wat blijft’, het debuut van Sandra Roobaert. Hij zegt: ‘het is meer dan een inventaris, het is een geslaagde en gelaagde debuutbundel waarbij verwondering en maatschappijkritiek verschillende kansen krijgen, zowel door taal, als door inhoud.’
Abel Dossche
Met prachtige regels als ‘De regie in handen van wat niet verkeerd begrepen mocht: / geen figurant speelde ooit wie werelds en veelzeggend was’ is Abel Dossche een behoedzame dichter, origineel, teder, relativerend, samenvattend en wijzend op het magische in onze alledaagse dingen. Een gedicht zoekt jou op en vindt je uiteindelijk in al zijn woorden.

Rikkert Zuiderveld - Elke dag vers
Inge Boulonois bespreekt ‘Elke dag vers – 365 liedjes, gedichten en meer’ van Rikkert Zuiderveld: ‘Aan kwaliteit en variëteit qua vorm en inhoud van zijn poëzie geen gebrek. Zuiderveld is een vakkundig versificateur, of hij nu een sonnet, de ervan afgeleide sonnettette en sonnettine, een ollekebolleke, trijntje fop of limerick creëert.’
Nieuwsbrief 2 / 14 januari
De moeder het water
Martinus Nijhoff tegenover Rutger Kopland, ‘De moeder de vrouw’ tegenover ‘De moeder het water’. Rogier de Jong heeft zich tijdens de feestdagen vermaakt met een beschouwing over een opdracht die Kopland ooit kreeg van NRC Handelsblad om een gelegenheidsgedicht over de nieuwe brug bij Bommel te schrijven. Daarvoor moest hij over Martinus Nijhoff heen.
‘From the river to the sea …'
Wat is een woord? Wat is de betekenis van een woord? En waaraan ontleent een woord zijn betekenis? De leuze in kwestie betekent voor verschillende mensen verschillende dingen. En wie is er toondoof voor de context waarin hij leeft? Marc Bruynseraede in een zeer actuele column: verstoring van de orde of filosofische duiding?

Johannus van der Sluis - De groenvoorziening
In ‘De groenvoorziening’ van Johannes van der Sluis staan tafereeltjes die uit het leven gegrepen zijn, zegt Ivan Sacharov. Het voorwoord is door de dichter zelf geschreven en daar moet een reden voor zijn: ‘het voorwoord is óf een excuus, óf een manier om de lezer erop te wijzen dat er een diepere laag in deze teksten zit. Ik wil van het laatste uitgaan (waarschijnlijk klopt het allebei, maar excuses voor gedichten accepteer ik niet).’
Interview Zoë van de Kerkhof
Zoë van de Kerkhof is van jongs af aan bezig met gedichten, theater en verhalen. Bij het stadsdichterschap van Leiden komen haar passies allemaal mooi bij elkaar. Ze vindt dat ze er als stadsdichter voor iedereen moet zijn. Ze draagt haar gedichten liever voor dan ze op papier te laten lezen, de wisselwerking tussen dichter en publiek is bijna magie.

Hedwig Du Jardin - Licht happen
Jeroen van Wijk bespreekt de bundel ‘Licht happen’ van Hedwig Du Jardin: ‘De bundel is gevuld met kwalitatief prima gedichten, maar is inhoudelijk niet heel vernieuwend. Het bevat interessante uitgangspunten en observaties die helaas nooit tot hun volle potentie worden uitgewerkt.’
Wie zit er achter het podium (4)?
Wie zit er achter het podium (4)? Een serie korte gesprekken met organisatoren van poëziebijeenkomsten. Waarom doen ze het, waarin onderscheidt hun podium zich van een ander, waarom hebben ze zoveel met taal, stellen ze voorwaarden? In de vierde aflevering Beppie Lotterman, dyslectisch en daarom altijd bezig met taal. ‘Poëzie is kunst vanuit het hart.’