Archief
Margriet Westervaarder - Wiggelied
De tweede bundel van Margiet Westervaarder, 'Wiggelied', is een wrange bundel met hard, direct en confronterend taalgebruik. Geen lieflijk wiegelied, maar een wig, gedreven tussen mensen en een gezin. Thema’s als angst, geweld, eenzaamheid en dreiging kenmerken deze bundel. ‘Haar gedichten lijken met harde klappen uit steen gehakt’, aldus recensent Hettie Marzak, die stoot na stoot krijgt van deze gedichten, maar dat niet erg vindt. ‘Margriet Westervaarder kan haar eigen bestaansrecht in de poëzie opeisen.’
Vriendschap
Het thema van deze poëzieweek is ‘Vriendschap’. Op deze Gedichtendag een selectie vriendschapsgedichten samengesteld door dichter, schrijver Margreet Schouwenaar. Werk van onder andere Edward van de Vendel, Theo Olthuis, Bart Moeyaert en Elly de Waard.
Bloemlezing - De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie
Tsead Bruinja is de samensteller van ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie. 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu.' Æde de Jong aan het woord: ‘Het is jammer dat de kwaliteit van de bloemlezing onder de ideologie van de samensteller moest lijden: de taal en afkomst van een dichter leken vaak belangrijker dan de kwaliteit van de gedichten. Dat levert een politiek correcte, maar middelmatige bloemlezing op.’
Pernath verbreed
Stefan Polakiewiez schreef een column over de Antwerpse dichter Hugues C. Pernath die in 1961 de Arkprijs van het Vrije Woord kreeg en zei ‘Een prijs bewijst geen talent. Het is een toevallige erkenning door een toevallig aantal mensen die toevallig zijn samengebracht.’
Letterkundigen Herman Teirlinck en Karel Jonckheere en gangmaker bij het Pernath-Fonds, Joris Gerits hierover aan het woord.
Ester Naomi Perquin - Ongevraagd advies
Marc Bruynseraede bespreekt de nieuwe bundel, ‘Ongevraagd advies’, van Ester Naomi Perquin in een longread: ‘Vanaf het eerste gedicht word je met de neus op de ongrijpbare, onuitputtelijke werkelijkheid gedrukt. Altijd blijven er vragen open. Altijd blijven mensen en situaties onvoltooide symfonieën die je met nieuwe vragen, gissingen, desillusies, gramschap of een portie fantasie moet aanvullen. Overal weet de werkelijkheid wel een booby trap te leggen, zodat je er, als nietsvermoedende burger, reddeloos intrapt.'
Nieuwsbrief 4 / 22 januari
Dichter, lezer en criticus
Over dichters zei Jacques Hamelink: ‘Zoals het grote heimweedier walvis in zijn vet de resten van achterpoten bewaart, zo beschikken wij over een verborgen vleugel’. Een goede lezer beschikt over de andere, alleen samen kunnen zij vliegen. En een bekwaam criticus geeft een helder zicht. De column van Hans Puper.
Klassieker 267 : Ida Gerhardt – Over de eerbied I
Fred Tak bespreekt 'Over de eerbied I' van Ida Gerhardt (1905 - 1997), een gedicht met rijm, metrum en plechtige woorden. Een gedicht over zaaien en ontkiemen en eerbied.
Luc C. Martens - Twee uur per maand kom ik van je houden
In ‘Twee uur per maand kom ik van je houden’ dicht Luc C. Martens over gevoelige familiezaken. Peter Vermaat bespreekt de bundel en merkt op:
‘’De onderwerpen waarover Martens in deze bundel schrijft, lenen zich gemakkelijk voor sentiment en de dichter slaagt er lang niet altijd in om dat op afstand te houden. Door de werkelijkheid ‘mooi’ te beschrijven krijg je niet vanzelfsprekend poëzie: een gedicht gaat zelden schuil in de gebeurtenis alleen.’’
Interview Erik-Jan Hummel
Voor Erik-Jan Hummel is het ‘niet zo belangrijk om herkenbaar te zijn, maar dit kan onderdeel zijn van de brug die een dichter richting de lezer moet bouwen, en ik kan hopen dat een lezer zich herkent in mijn ‘stem’, dan wel die van de ik-figuur.’ Hij zou graag meer praten over poëzie, niet alleen over zijn eigen gedichten.
Christophe Vansteeland - Ik zag een Datsun staan
‘Ik zag een Datsun staan’ is debuutbundel van Christophe Vansteeland. Er staan pareltjes van gedichten in deze bundel. Vansteeland schrijft concreet en beeldend. Helaas zijn niet alle gedichten van dit niveau. Sommige missen gelaagdheid en blijven steken in een observatie, andere worden opgehangen aan een paar poëtische zinnen. Vansteeland heeft potentie, dat moet gezegd worden, maar dit debuut komt te snel. Een recensie van Janine Jongsma.
Patrick La Chal
Deze dichter, zegt de redactie, lijkt te dichten op leven en dood, is to-the-point als een klap in je gezicht. En de gedichten eindigen ook in plaats van dat ze gewoon ophouden - een subtiel maar wezenlijk onderscheid. Patrick La Chal heeft antwoord gevonden op ‘wat met je verzen horen wij je denken’ en hoe…
Annelies Van Dyck – We doen alsof het helpt
De 3de Zeef Poëzieprijs, van Uitgeverij De Zeef, ging naar Annelies Van Dyck voor haar bundel ‘We doen alsof het helpt’. Maurice Broere vindt het een prachtige bundel die de moeite waard is om te lezen en te herlezen: ‘Alleen de groten in de poëzie weten zichzelf te overstijgen en hun emotie zo vorm te geven dat er iets universeels ontstaat, wat anderen aan het denken zet en ontroert.’
Nieuwsbrief 3 / 15 januari
Hoge verwachtingen
Hans Franse heeft hoge verwachtingen van de nieuwe biografie over de Haagse dichter Martinus Nijhoff, gemaakt door biograaf Bart Slijper en te verschijnen voor volgend jaar zomer. Met enig chauvinisme schrijft hij ‘een Haagse dichter’, deze dichter van de vorm die bijna zijn leven lang lid was van de Haagse Kunstkring. Wist u dat Nijhoff aanvankelijk componist wilde worden?
Instagramdichters en dichters op Instagram
De derde aflevering over Insta poëzie door Wouter van Heiningen. Zit er verschil tussen Instagramdichters en dichters op Instagram? Hoe verhouden deze twee zich tot elkaar? Uit honderden voorbeelden noemt hij Ester Naomi Perquin, Maud Vanhauwaert en Marieke Lucas Rijneveld. Wie heeft de meeste volgers? En maken Instagramdichters de oversteek naar de ‘op papier uitgegeven poëzie’ steeds vaker?
Antoon Van den Braembussche - De schaduw van Morandi
In ‘De schaduw van Morandi’, de achtste bundel van Antoon Van den Braembussche, schildert hij met woorden de stilte, zoals Morandi dit deed met het schilderen van zijn stillevens. Johan Reijmerink zegt hierover:‘Het onuitsprekelijke, het onherhaalbare en het onzegbare zijn thema’s die Van den Braembussche zowel in zijn filosofisch als poëtisch werk bezielen. Hij heeft aan het onuitsprekelijke ingetogen, lichtgevende, loepzuivere woorden meegegeven.’
Interview Stefaan Pauwels
Annet Zaagsma in gesprek met Stefaan Pauwels over ‘de vrijheid om iets te maken dat tegelijkertijd het belangrijkste ooit en totaal onbelangrijk is’ en het opeisen van die vrijheid om ‘niet te beslissen welke van die twee het nu is’, over het in elkaar overlopen van de binnenwereld en buitenwereld, tevredenheid en of gedichten nu werken of niet.

Jana Arns - Ten minste houdbaar tot
Volgens Janine Jongsma spreekt Jana Arns in beelden en ademt ze poëzie. ‘Ten minste houdbaar tot’ is alweer de vijfde bundel van haar hand. Jana Arns schrijft direct en in originele beeldspraak. Haar gedichten zijn altijd coherent en wars van sentiment. Ze schept een afstand tussen lezer en gebeurtenis. Schrijnende onderwerpen komen dan harder binnen. De taal weet ze treffend te vertalen naar beeld, maar woordgrapjes moet ze achterwege laten.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (75)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het vijfenzeventigste en laatste antwoord komt van Jan van der Vegt.
Marius Atmoredjo – loslaten zullen ze nooit meer
Volgens Herbert Mouwen verdient de bundel ‘loslaten zullen ze nooit meer’ van Marius Atmoredjo een prominente plaats tussen de vele, markante uitgaven die de Surinaamse vertelkunst de laatste decennia heeft voortgebracht. ‘Als lezer krijg je het gevoel alsof je door een historische beeldatlas bladert bij het lezen van deze strofische, vrij dynamische gedichten. Het is duidelijk dat de klankrijkdom en de speelse ritmiek die ook kenmerkend is voor de orale literatuur in deze gedichten terugkomt.‘
Nieuwsbrief 2 / 8 januari
De Zeeuwse canon (II)
Zeeland heeft nogal wat poëten voortgebracht. We hebben al gelezen over (de angst voor) het water, het land en het Zeeuwse licht. In dit tweede deel van de Zeeuwse canon maakt Rogier de Jong weer een kleine selectie. Een persoonlijke maar geen arbitraire keuze. Deze dichters hebben over de Zeeuwse thema’s geschreven op een manier die ver boven NAP uitsteekt.
Erwin the Librarian
Geïnspireerd door 'Men Moet' van Gerrit Kouwenaar en door 'Lamento' van Remco Campert maakte Erwin the Librarian twee nieuwe verzen. 'Men moet' van Gerrit Kouwenaar stond eerder onder onze Klassiekers. De uitvoering van 'Lamento', met voordracht van Remco Campert en Benjamin Herman improviserend op zijn sax, maakte veel indruk op Erwin. Regelmatig draagt hij zijn ‘antwoorden’ voor.