Archief
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (14)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het veertiende antwoord komt van Peer van den Hoven.
Bloemlezing - zo helpt poëzie
Een bundel vol troost is de bloemlezing ‘zo helpt poëzie, 101 gedichten over de zorg’, die is samengesteld door Bert Keizer. Met alle bekende dichters van wie de mooiste en meest intieme gedichten zijn opgenomen. De afdelingen volgen de levensloop van geboorte, tot en met de rouw na de dood. Een mooie uitgave en een prachtig geschenk. Een recensie van Janine Jongsma
Nieuwsbrief 38 / 10 oktober
Imitatie
Karel Wasch, de enige èchte, over beroemde pastiches, oftewel teksten in de stijl van een andere schrijver en meesters in het persifleren, en hoe dat heel iets anders is dan stukken overschrijven van andere auteurs. Kees van Kooten als Carmiggelt bijvoorbeeld. Marcel Proust als de gebroeders Concourt. André van Duin als Jules Deelder, inclusief stem en kleding!
Marc Bruynseraede
De recensent Marc Bruynseraede als dichter of als grootvader spelend met zijn kleinkinderen. De Vlaming in het Noord-Hollandse Heiloo. Op ontdekkingstocht, steeds nieuwe woorden vindend, en schelpen, borrelnootjes, pioentulpen, Maltese ridders, hemeltergende tweewielers, overstekende padden, brillenglazen, oogopslagen, aalmoezen, mouwen en keldergaten, een roterende rotonde, vanille-met-bosbessenijs, calamiteiten, toeristen, heimwee en onregelmatige werkwoorden. En het mooiste: ‘opklaringen zijn ophelderingen’.
Gershwin Bonevacia - Toen ik klein was, was ik niet bang
Marc Eyck ziet, in tegenstelling tot de landelijke media, geen dichterstalent in de tweede bundel ‘Toen ik klein was, was ik niet bang’ van Gershwin Bonevacia: ‘De bundel die vooral bestaat uit korte verhaaltjes draait met name om Gershwin en zijn verhouding tot zijn jongere ik. Uiteraard is dat laatste een legitieme insteek voor een bundel. Verwacht alleen niet dat anderen de inhoud als poëzie herkennen door er het etiket ‘Gedichten’ op te plakken.’
"de lijfeigene van de taal"
Cultuurwetenschapper, schrijfster en dichteres Hedwig Selles betast en beproeft met haar hele lichaam het woord. ”Slaat het aan op mijn hart of mijn ziel of mijn hoofd of mijn buik, mocht het een plek hebben gevonden dan bepaalt dat de grondtoon van de omgeving die ik voor het woord zoek.” Gedichten schrijven is een eerste levensbehoefte.
Frits Criens - Vreemde onthullingen
Als je nog niet zo heel erg vertrouwd bent met het schrijven of lezen van een ollekbolleke, dan heb je, na het lezen van ‘Vreemde onthullingen’ van Frits Criens, in feite een cursus gevolgd, volgens Jeanine Hoedemakers. ‘’De bundel is een gezellige reis langs prachtige klassieke schilderijen van oude meesters, met daarin de, soms op het randje, ondeugende en speelse dialogen en gesprekjes. Na de eerste foto begrijp je waarom Criens dit ‘pictobollekes’ noemt.’’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (13)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het dertiende antwoord komt van Marten Janse.
Elly Stolwijk - de laatste framboos
De bundel ‘de laatste framboos’ van Elly Stolwijk is een autobiografisch poëtisch verslag over haar doodgeboren dochter in 1995. Baby Renée Sterre stierf toen Stolwijk achtenhalve maand zwanger was. De poëzie van dit gewonde moederdier is wars van sentiment, aards en sterk. Een aangrijpende bundel. Een recensie van Janine Jongsma.
Nieuwsbrief 37 / 3 oktober
Bier en wijn in San Saba
Jan Loogman is een Romein, althans in deze column. Is hij een toerist? Hij leest een poëziebundel van Montale met daarin de wonderschone regels “Ik daalde met jou aan mijn arm minstens een miljoen trappen af / en nu je er niet bent, wacht een leegte na iedere tree.” Dan klinkt Jacob Israël de Haan in zijn hoofd, Kopland. Reizigers vinden eigenlijk overal hun thuis.
Veel liefs uit Bohemen
Waarom worden vrijgevochten types zoals kunstenaars bohemiens genoemd? Wat verbindt hen met die historische regio in Tsjechië? Rogier de Jong in deze column over de levensstijl die niet alleen gekenmerkt wordt door scheppingsdrang maar ook door aversie tegen al wat burgerlijk is. Is bohemien zijn wel een keuze of een bestemming, een noodlot?
Rosalie en Virginie Loveling - Les sœurs Loveling / De zusters Loveling
Wim Platvoet bespreekt de tweetalige bundel ‘Les sœurs Loveling – De zusters Loveling’ van Rosalie en Virginie Loveling, waarin moderne dichteressen met een gedicht reageren op de poëzie van de zussen. 'De acht hedendaagse gedichten hebben een sterk uiteenlopend karakter, zeker gezien de context van de lezende ontmoeting met het gedicht waardoor elke dichteres is geïnspireerd.'
‘Stil verzet in een spiegel van zand’
Christophe Ywaska in dialoog met debuterend dichter Kenneth Swaenen. “Ik vergelijk poëzie en haar maakproces graag met een zandloper. Het zand loopt traag door een dunne hals van glas, gestold uit witgloeiend zand…het puzzelstuk past. De lezer keert de zandloper om…vanaf dan stopt het gedicht op papier en leeft het verder in andermans hoofd.”
Maxime Garcia Diaz - Het is warm in de hivemind
De debuutbundel ‘Het is warm in de hivemind’ van Maxime Garcia Diaz wordt uitgebreid besproken door Peter Vermaat: ‘De pagina’s lange gedichten ervaar ik stuk voor stuk als een lappendeken van fragmenten van uiteenlopende oorsprong, waarvan het verband in het uiterste geval moet zijn dat de dichter ze heeft samengebracht en in deze vorm gerangschikt, maar die mij niet bijblijven door hun muzikaal klankkarakter of in het oog springende verwoordingen.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (12)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het twaalfde antwoord komt van Jinze de Klerk.
Saskia van Leendert - Restwarmte
Een bespreking van ‘Restwarmte’, de nieuwste bundel van Saskia van Leendert, door Herbert Mouwen: ‘Deze bundel is de moeite van het lezen waard en behandelt veel onderwerpen op een onderzoekende manier. De gedichten bevatten originele beelden, het taalgebruik is zorgvuldig, de toon is enigszins ingehouden en de gedichten zijn in het algemeen toegankelijk.’
Nieuwsbrief 36 / 26 september
Iets kleins volstaat
In hun herinneringen aan Eric van Loo, afgelopen mei, schreven Janine Jongsma, Alja Spaan en Hans Puper dat zij hem een postume bundel gunden. Tot ons genoegen komt die er en snel ook: in oktober. De titel is 'Iets kleins volstaat'.
De column van Hans Puper.
Koen Vlerick
Een beetje een gekke, spannende en zeker intrigerende tekst van dichter, beeldend kunstenaar Koen Vlerick. Mooie poëtische en ongerijmde beelden, een zekere muzikaliteit door de opbouw en herhalingen, een portie onbegrijpelijkheid die niet stoort en humor. Een eigentijdse interpretatie, dit alfabetgek gedicht op een liedje van Mayday. Nu zelf de melodie erbij zoeken en gaan dansen!
Peter Verhelst - 2050
Kamiel Choi duikt in de toekomst met de bundel ‘2050’ van Peter Verhelst: ‘’Omdat de bundel vooral bestaat uit concrete voorstellingen (de poëzie van Verhelst wordt ‘lichamelijk’ genoemd) ligt het voor de hand te schrijven dat de bundel met poëtische middelen een scan maakt van de toekomst van het jaar 2050. De auteur bestookt de lezer met een spervuur aan fantasie, een carnavalsstoet van bonte kostgangers die de verbrande aarde ‘na ons’ bewonen – toekomstige kostgangers met wie wij nu al te doen hebben, uit estheticisme of engagement.’’
"Het vergt moed om als auteur naar buiten te komen met je werk"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het vijfendertigste gesprek, met Sandra Roobaert die het beoordelen van kopij als een soort slijpsteen voor haar eigen schrijven ziet. “Het tempo waarin nieuwe bundels een recensie krijgen en interviews en gedichten verschijnen ligt bij Meander erg hoog. Voor een dichter vormt die voortdurend aangevulde inhoud een soort schatkist waarin je kunt graven, of een humuslaag die potentieel je eigen schrijven voedt.”
Willem M. Roggeman - Verdwaalde personages in een denkbeeldige tuin
Maurice Broere is enthousiast over 'Verdwaalde personages in een denkbeeldige tuin' van Willem M. Roggeman: 'Roggeman blijft een fascinerende dichter die in ons meeneemt in zijn universum. Zijn zeggingskracht is ongebroken en onverminderd boeiend. Kortom, een prachtige bundel die je aan het denken zet.'