Archief
Yentl van Stokkum - IK ZEG EMILY
Paul Roelofsen over ‘IK ZEG EMILY’ van Yentl van Stokkum: ‘Een originele en sterke debuutbundel met gedichten die je meesleuren in de vervoering en verwarring van een vertelster overmand door haar gevoelens voor een auteur van wie ze aanvankelijk dier literaire leven dacht te onderzoeken, maar bij zichzelf uitkwam.’
Meander top drie uit De Gedichtenwedstrijd
Meander heeft zo haar eigen favorieten, ook uit de top 100 van De Gedichtenwedstrijd filtert ze haar keuze. Wat maakt een gedicht goed, waaraan moet het werk voldoen, wat is er belangrijker: vorm of inhoud? Die discussie eindigt nooit, toch gaan wij hem aan. Hier maar binnenkort ook in een nieuwe serie!
Carl Norac - Beeldenraper
‘Beeldenraper’ van Carl Norac is een schitterende bundel die elke liefhebber zou moeten aanschaffen, volgens Martijn Benders. Zelden zag hij een mooier vormgegeven bundel. ‘Norac is een begenadigd lyricus en zijn poëzie leren kennen is ook in deze vertaling van Hilde Keteleer nog een lust voor het oor. De gedichten zijn ingetogen maar staan juist daardoor vaak bol van de spanning.’
Nieuwsbrief 17 / 25 april
Zesde kring, achtste kloof
Je hebt uitgevers en handelaren in bedrukt papier. Driemaal ‘De hel’ van Dante.
De maandelijkse column van Hans Puper.
Wim Vandeleene
“Alles van waarde ligt onder de wondkorst”, dicht Wim Vandeleene. In zijn nieuwste werk weegt de verantwoordelijkheid zwaar, “we gooien herinneringen overboord, morgen spoelen ze aan met plastic flessenpost, kwallen en wier, verspreide drenkelingen.” Maar er zijn ook “maanzieke bestuivers van dromen, bondgenoten van prinsen die zwichten voor hun wit en alle schrikkleuren afzweren” en “engelen uit dezelfde klei geboren.”
Ingmar Heytze - De honderd van Heytze
Best een bijzonder boek: ‘De honderd van Heytze’ waarin Ingmar Heytze zijn eigen top 100 heeft samengesteld en een inleiding geeft bij ieder gedicht, vindt Ivan Sacharov. ‘Heytze blijft – heel verstandig – ver weg van het verklaren van zijn poëzie. Ik geloof dat Heytze een bij uitstek romantisch dichter is. Een soort Liszt in de poëzie, met een duidelijk theatrale aanleg. Iets dat zijn populariteit bij een tamelijk groot publiek verklaart.’
"De Poëzie bestaat niet, toch?"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het tweeëndertigste gesprek, met Mirthe Smeets waarin ze vertelt hoe ze in groep 3 bij het leren schrijven al de wens had een eigen schrift te vullen met verhalen. Taal is soms een wondermiddel. Van haar interviews leert ze de wereld op een andere manier te bekijken. Het hoeft niet allemaal begrijpelijk te zijn
Jidi Majia - Ik schrijf omdat ik een toeval ben
Recensent Hettie Marzak bespreekt de bundel ‘Ik schrijf omdat ik een toeval ben’ van de Chinese dichter Jidi Majia, samengesteld en vertaald door Silvia Marijnissen. ‘Een bundel met vrij eenvoudige gedichten, zonder veel stijlfiguren, maar fris en sprankelend als een bergstroom die ontspringt uit een eeuwenoude bron, die een ander, maar niet minder weids poëtisch uitzicht biedt dan we gewend zijn.’
Christophe Vansteeland
Christophe Vansteeland “kijkt als een kind met twee ogen dicht.” Dat levert gedichten op met prachtige beelden van het onderweg zijn, het kind-zijn of een vrouw onder de douche. Ze kust ons voorhoofd maar we blijven alleen. Zoals de dichter voelen we de samenhang maar ook de eenzaamheid, de treurnis en het zon-gele, het licht van de vroege en de laatste uren.
Paul Demets – Het web van omtrek
‘Het web van omtrek’ is een ode aan kunstenaar Roger Raveel, een belangrijke dichtbundel in het oeuvre van Paul Demets en heeft alles in zich om een klassieke bundel te worden volgens Herbert Mouwen. ‘Het is niet altijd gemakkelijke, maar wel boeiende poëzie. Het is eigenlijk niet te bevatten dat deze bundel met 49 titelloze gedichten zolang onbereikbaar is geweest voor een groot lezerspubliek.’
Nieuwsbrief 16 / 17 april
De tuin van de vergeten vruchten
In Italië heeft Hans Franse een boekenkast vol met uitnodigende titels en schrijvers. Via Arthur Japin komt hij dit keer bij Tonino Guerra, scenarioschrijver voor onder andere Fellini, in het stadje Pennabilli, in de Marche. Dat betekent een wandeling door velden vol gele zomerbloemen, een bisschoppelijk paleis, een muur met gevelstenen (‘het toevluchtsoord van de verlaten madonna’s’), en tuinen vol vergeten vruchten.
Klassieker 250: Nico Slothouwer – De man en zijn huis
Dirk Rodenburg bespreekt 'De man en zijn huis', het eerste gedicht uit de debuutbundel van Nico Slothouwer uit 1985. Een dichter die direct de boel op scherp zet met een programmatische eerste regel en met parlando lichtvoetigheid veel zaken aanroert. Maar er is meer stilistisch taalvernuft te ontdekken in dit ultracompact gedicht.
Jozef Deleu (samenstelling) - Het Liegend Konijn 2021/1
De recensiepauze van Hans Puper is voorbij. Hij besprak met plezier het eerste deel van ‘Het Liegend Konijn’ van 2021. Hij was opnieuw verrast door het talent van Evi Aarens, de jongste van allen, en vindt haar canto het beste gedicht van de bundel. Het is een gevarieerd deel: zo staan Maarten van der Graaff en Jens Meijen naast nog betrekkelijk onbekende traditionele dichters. Ook de romanticus Jabik Veenbaas kreeg een plaats.
"Ik heb de beste beslissingen in mijn leven op de fiets genomen."
Ik zou niet weten, zegt Harmen Malderik, wat ik zou moeten als ik niet zou kunnen fietsen, wandelen, enzovoorts. Het is voor mij zelfs belangrijker dan schrijven. En als hij schrijft voelt het alsof hij op zijn racefiets zit, in cadans. Hij maakt geëngageerde sportgedichten die tegenwicht moeten bieden, want, zo zegt hij, het ethisch gehalte in de sport is bedroevend.
els van dinteren - Dubbelportret / Doppelporträt
Uit de bundel van Els van Dinteren ‘Dubbelportret – Doppelporträt’, vertaald door Uta Fleischmann, blijkt dat de Nederlandse gedichten sfeertekeningen zijn in een weinig muzikaal taalgebruik. De Duitse vertalingen daarentegen zijn rijker en ritmischer en leveren ook op betekenisniveau meer op. Peter Vermaat zegt: ‘Ik vermoed dat Uta Fleischmann een wat steviger hand in de Duitse vertalingen heeft gehad dan Van Dinteren zelf’.
Reve en de religieuzen
Hans Franse noemt ze zelf ZKV's, zeer korte verhalen, een term die door A.L. Snijders gemunt is. Columns of ZKV’s, het maakt ons niet uit, als er maar poëzie aan te pas komt. Hier op ‘de avond der avonden, waarop het licht zou doorbreken en een mens zou vertellen over zijn mystieke ervaring’ onthult Gerard Reve ook dichter te zijn.
Tjitske Jansen - Iedereen moet ergens zijn
Johan Reijmerink bespreekt de nieuwste bundel van Tjitske Jansen: ‘Iedereen moet ergens zijn’. Zij gebruikt vroegere levenservaringen om zich te verdiepen in de zin van haar leven. ‘Jansen beschikt over een associatieve geest, een wispelturige verbeelding, een sterk ontwikkeld gevoel voor absurditeit en een groot inlevingsvermogen om de geest van kinderen en volwassenen binnen te dringen.’
Nieuwsbrief 15 / 11 april
Hillenius
Het raadsel van de geboorte is door veel dichters bezongen. De dichter/bioloog Dik Hillenius (1927-1987) publiceerde er één vers over, dat in zijn eenvoud bijzonder diepzinnig is. Karel Wasch over dat gedicht en de schrijver ervan. “Zijn poëzie onderscheidde zich niet essentieel van zijn proza: observaties en ideeën waren hier tot hun absolute kern teruggebracht.”
Jabik Veenbaas
“Meer dan een armvol zijn we niet / zand, wind en water / soms haast een eiland / dat op nieuw leven hoopt” dicht Jabik Veenbaas. Op onze ‘leeftocht’ graaien we deze troost bijeen en gaan we door. Oeroude voorwaarden, grillige goden en hulpeloze schepselen. En dan is daar de dichter.
Dichters bij Raveel - Met Heldere Verf en Verlangen
Carl De Strycker stelde een bundel samen ‘Met Heldere Verf en Verlangen’ door Dichters bij Raveel, waarin de gedichten een dialoog aangaan met een werk van Raveel. Wim Platvoet ging op onderzoek uit: ‘De hamvraag voor iemand die deze gedichten leest is natuurlijk: kijkt hij tijdens het lezen voortdurend naar het werk van Raveel, dat zo prominent is afgebeeld, of leest hij tijdens het kijken voortdurend het gedicht? Denken zijn ogen of kijken zijn hersenen?'
Naakt als een pasgeboren baby
Alleen de titel van zijn bundel wekt al het vermoeden dat hier geen doorsneedichter aan het woord is: 'Gisteren droomde ik dat ik een dj was.' Sander de Vaan maakte een interview met dichter-performer Frank Báez over buigende politieagenten, menselijke papegaaien, naakte gedichten en nog veel meer.