Archief
Monique Leferink op Reinink
Zinnen als ‘er groeien gaten in de kamer’ en ‘alleen wat scheurt is bang’ geven de kwetsbaarheid en tederheid weer in de poëzie van Monique Leferink op Reinink maar ook de onvermijdelijke vergankelijkheid en het moeten loslaten. Haar woorden geven de ander bestaansrecht en troost en een ‘maan die als een moeder oprijst’.
Nachoem M. Wijnberg - Joodse Gedichten
Martijn Benders las ‘Joodse Gedichten’ van Nachoem M. Wijnberg waardoor de lachmachine in zijn hoofd regelmatig afging: ‘In deze bundel staan veel gedichten die te genieten zijn, want Wijnberg is zoals gezegd een van de meest virtuoze telgen van zijn generatie. Zijn gedichten volgen loepzuiver de wetten van de observational comedy: de spanning schuilt hem erin of de komiek op het podium wel of niet een clou gaat vertellen.’
"Alle dichters, op straat geboren"
Welk gedicht komt het vaakst voor in de openbare ruimte van Nederland en Vlaanderen? Wat blijkt er nog meer uit het onderzoek van Kila van der Starre naar straatpoëzie? Worden de beste dichters op straat geboren? “Poëzie is altijd al multimediaal is geweest en het publiek gebruikt gedichten op uiteenlopende manieren, in verschillende manieren voor verscheidene doelen in het dagelijks leven.”
Esther Jansma - Rennen naar het einde van honger
‘Reizen naar het einde van honger’ van Esther Jansma bevat originele en krachtige poëtische beelden volgens Kamiel Choi: ‘Het is een prachtige en prettig afgewerkte bundel. Jansma is haar onderwerp volledig de baas en heeft een unieke stem. Er staan heel weinig overbodige gedichten in deze bundel, en heel veel schitterende poëzie. Zowel haar wetenschappelijke werk als haar poëzie lijken een verzet tegen de vergetelheid.’
het nieuwe jaar
Anne Marie de Wit heeft het in haar nieuwjaarsgedicht al over de lente! We kijken er reikhalzend naar uit!
Patrick Conrad - En de bomen
Marc Bruynseraede vindt in de bundel ‘En de bomen’ van mastodont Patrick Conrad, poëzie die het verdient om gelezen en herlezen te worden: ‘Een bundel die een uitzicht biedt op de eeuwigheid, voorbij de woordeloze droefheid van het verlies en de esthetisch-erotische strapatsen van de dandy die hij was. Reflecterend over dat wat voorbij is en afrekenend met de schijnwereld van het bestaan, de aloude angsten die hem achtervolgen en de afgemeten traagheid van de ouderdom.’
Nieuwsbrief 1 / 3 januari
Geef mij maar een vraag
‘Aan het einde van dit alles moet / een nieuw begin te vinden zijn,’ luidden in november de slotregels van het gedicht "Herfst in Zutphen" van Otteline van Panthaleon van Eck, een van de Zutphense stadsdichters. Het is niet de enige dichtregel die Jan Loogman aanhaalt in zijn eerste column van het nieuwe jaar. “We leven van letters van licht en lucht.”
geluk
Met een nieuwjaarsgedicht van Viviane Burssens wensen wij u al het goede in het nieuwe jaar.
Marleen de Crée - Toen gisteren nog vandaag was
De bundel ‘Toen gisteren nog vandaag was’ van Marleen de Crée is voor Hans Franse een aangename verrassing: ‘In deze herfst vol melancholie en bezinning over de eindigheid, versterkt door de pandemie die soms op fluwelen voeten lijkt te naderen, is dit een bundel die die melancholie verwoordt met een muzikaliteit in een vorm die perfect bij de woordkeus en de thematiek van de poëzie aansluit. Ik constateer een bijna perfect meesterschap over de taal.’
"het creëren van bewustwording"
Monique Wilmer-Leegwater voelt een urgentie om bepaalde zaken op te schrijven, ze vindt het mooi bewustwording te creëren. Ze voelt zich erg verbonden met de natuur, met alles wat leeft. Schrijven is een proces dat soms weken in beslag neemt, research gaat daar aan vooraf, maar uiteindelijk zijn “dit de momenten waarvoor je het doet”.
Johan Reijmerink - De dans van de dichter
‘De dans van de dichter’ is een bundel met 35 poëziebesprekingen van Johan Reijmerink. Op een na zijn het bewerkingen van recensies die eerder in Meander en de Poëziekrant verschenen. Hij heeft veelal een metafysische invalshoek. Hans Puper over Reijmerink: ‘Een lezer herschept gedichten en het is boeiend om te zien hoe hij zijn interpretaties beargumenteert. In gedachten ging ik vaak met hem in discussie – wat betekent dat ik de besprekingen waardevol vind, anders doe ik dat niet.’
Klaas Decock
Hoe likken wij ‘in wijzerzin schuimkragen weg’? En is het in deze verwarrende tijden niet heel toepasselijk dat ‘woorden en beelden elkaar voor de voet lopen’? Dichter Klaas Decock helpt ons een andere invulling te geven aan de Kerstgedachte. Laat angst geen attractie zijn langs onze kronkelwegen, het is tijd tevoorschijn te komen en niet langer te wankelen.
Els de Groen - Hebben mollen weet van zonsondergangen?
Maurice Broere aan het woord: “In de bundel ‘Hebben mollen weet van zonsondergangen?’ van Els de Groen maken we kennis met allerlei dieren die ze op een originele manier weet te typeren. Ze heeft uitvoerig het gedrag geobserveerd en geeft aan die observaties een talige draai. Geen duidelijke oproep om wat aan het dierenleed te doen, maar wel probeert de dichter ons bewust te maken waar we mee bezig zijn en wat er in onze naam gebeurt.”
Nieuwsbrief 48 / 27 december
Multatuli, Idee 80 en Antjie Krog
Met zijn ‘Max Havelaar’ had Multatuli een ethisch oogmerk: het verbeteren van het ellendige lot der Javanen. Er waren echter lezers die die zich lieten verblinden door de magistrale vorm van de roman en tot zijn verdriet niet zagen (of niet wilden zien) waar het hem echt om ging. Antjie Krog heeft daar geen last van, hoewel ook zij een meester is in de vorm. De maandelijkse column van Hans Puper.
Een Kerstgedachte
Met een kerstgedicht van Hedwig Du Jardin wensen wij u fijne Kerstdagen!
"Ergens grip op proberen te krijgen is ook gewoon heel leuk"
“Ik doe gewoon mijn best”, zegt Maarten Buser. Zijn ideaal voor een gedicht: iets dat je misschien niet direct begrijpt, maar dat je wel direct aanspreekt en waar je graag de tijd voor neemt. Hij vindt het belangrijk om buiten je eigen taalgebied en medium te kijken. “Echt wild zie ik mezelf nog niet worden, maar iets minder prutsen op de vierkante centimeter mag best”. Wij zien geen gepruts.
Peter Holvoet-Hanssen - De wolkendragers
Volgens Geert Zomer is de bundel ‘De wolkendragers’ van Peter Holvoet- Hanssen een ode aan onze laatste vrijplaats; die van de poëzie en nodigt de bundel uit tot speurwerk:
‘Schrijvers, begrippen, tijdslagen, nieuw gecreëerde woorden, opsommingen, gemeenplaatsen, fantasiecreaties, echo’s, vaartuigen en mythologische wezens buitelen over elkaar heen. Om in te verdwalen, om jezelf in te verliezen, vonken over te laten schieten, je te laten dragen door de taal.’
Michaël Van Remoortere
Met vaste hand leidt Michaël Van Remoortere ons naar en van elkaar. Een beschrijving van het gemis dat zo fysiek kan zijn. “Leegte wordt minder door haar maar niet jouw naam te geven” schrijft hij of “Elke dag zie ik hier wat ik door jou dacht in mindering gebracht”. Ontroerend en ontluisterend opgeroepen beelden.
Liesbeth Lagemaat - Vissenschild
Martijn Benders bespreekt in zijn eerste recensie de bundel ‘Vissenschild’ van Liesbeth Lagemaat en constateert dat de dichter eindeloos aan het associëren is: ‘Toch heeft deze dichter hier en daar echt mooie beelden in het hoofd, maar ze zijn te spaarzaam, en worden bijna direct weer ondergraven door de volgende potpourriassociatie. Maar goede epiek en goede lyriek zijn van nature zeldzaam, en het verlangen een episch meesterwerk te schrijven is dat helaas niet.’
Nieuwsbrief 47 / 20 december
Pandemie
De wereld onder de Italiaanse berg van Hans Franse kleurt geleidelijk meer oranje en wordt langzaamaan roder: de pandemie trekt zich van grenzen niets aan en zal zelfs de helling beklimmen. De pandemie doet hem denken aan de pest en brengt hem bij het meesterwerk van Giovanni Boccaccio, de Decamerone. Wie weet welke verhalen we elkaar nu vertellen en wat daar uit voortkomt.
Klassieker 246: K. Schippers – The Beatles
Jeroen van den Heuvel laat zijn licht schijnen over een readymade van K. Schippers uit 1965. Zijn bespreking van dit gedicht is veel meer dan een nostalgische trip down memory lane een bezinning over poëzie en kunst.