Archief
Esmé van den Boom - Eigen kamers
Esmé van den Boom interviewde tientallen vrouwen over hun wensen, angsten en toekomstdromen. In haar debuutbundel ‘Eigen kamers’ wordt de inhoud van die gesprekken op indringende wijze gestalte gegeven in gedichten. Recensent Inge Bak: 'Het zijn stuk voor stuk inkijkjes in de hoofden en levens van verschillende vrouwen. De taal laat zich in alle toonaarden zien met zeer tot de verbeelding sprekende zinnen. De dichter laat je heel dichtbij komen. Dat maakt het tot een intieme en waarachtige bundel.'
"het is handig dat ik een bepaalde afwijking heb"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het drieëntwintigste gesprek, met Alja Spaan. Zij ziet literatuur, en kunst in het algemeen, als troost in het leven. Haar dagelijks schrijven is rond haar elfde vanzelfsprekend geworden; ze noemt zich schrijver, geen dichter. Een van de leukste dingen die ze doet, is het wekelijks voorlezen van een groep ouderen.
Erik Jan Harmens - kom
Kamiel Choi is onder de indruk van ‘kom’ de bundel van Erik Jan Harmens: ‘De gedichten zijn recht voor z’n raap, ieder woord dat er staat is weerbaar, stram. Er ontstaat door die strakke taal en de korte regels een intensiteit waarin je de dichter bijna hoort ademen. Om in die ruwe, woordkarige vorm iets van hoop te laten doorklinken zonder dat het kitsch wordt, vergt ontzettend veel poëtische discipline.’
Elbert Gonggrijp
Elbert Gonggrijp schrijft en publiceert dagelijks op zijn blog en op Facebook. Zijn gedichten kennen het onvervulbare verlangen naar heelheid en het daaraan gekoppelde heimwee. Zijn werk is zijn handschrift, onmiskenbaar en betekenisvol en nooit zonder reden. Pogingen om iets te kunnen duiden en vast te kunnen houden. “Om het te kunnen begrijpen moet je het langzaam leren lezen.”
Peter Verhelst – ZON
In ‘ZON’ van Peter Verhelst spelen de gedichten zich af op het strand of in zee, in een auto of in een lichtgevend huis, maar altijd speelt de zon een rol. ‘Hij zet zijn poëtisch relaas in een wereldomspannend en mythisch perspectief neer’, aldus Johan Reijmerink. ‘Dat alles heeft Verhelst in een breed uitwaaierende beeldenstroom op gang gebracht en laten uitmonden in een maatschappijkritische oproep tot een ascetisch besef van rentmeesterschap.’ Niet voor niets is deze bundel genomineerd voor de Grote Poëzieprijs.
Nieuwsbrief 9 / 1 maart
Het peloton der dichters
Gaat de betere dichter niet ten onder in het peloton van slechte dichters? In 'Intimiteit onder de melkweg' nam Herman de Coninck 'Een pleidooi voor tweederangsdichters' op. Hij noemt hen vakkundige dichters van wie de gedichten kwalitatief ‘een heel behoorlijk gemiddelde’ hebben, maar bij wie hoogtepunten ontbreken. Columnist Jan Loogman over een tweede, een derde en zo nodig een vierde Ronde van Nederland.
Leen Verheyen
Naast het werken aan een doctoraatsonderzoek over de cognitieve waarde van literaire fictie, voltooide filosofe en schrijfster Leen Verheyen vorig jaar haar eerste boek Wat de lezer leert: filosofen over het nut van literatuur en schreef ze nieuwe gedichten. Gelukkig ook maar ‘want het is daar, dat in blikken gloeiend, die dagen zijn bewaard’.
Maarten van der Graaff - Nederland in stukken
Levity Peters bespreekt ‘Nederland in stukken’ van Maarten van der Graaff: ‘Aan de hand van documenten, flarden van pamfletten, interviews etc. probeert de dichter ons een beeld te geven van wat er in Nederland leeft. De schrijver als episch centrum van een chaotische stortvloed aan informatie. Een land van taal, maar wel van een taal die grotendeels van zijn muzikale, zijn dichterlijke en zijn emotionele aspecten is ontdaan’.
"Taal staat niet los van emotie of gevoel of überhaupt zintuiglijkheid. Integendeel: taal begint daarmee."
Annelie David, danser, dansmaker en dichter debuteerde in 2013 met de bundel Machandel. Haar tweede bundel, Schokbos, kwam onlangs uit. Het gaat hierin ‘niet om de mens maar om dat gewonde bos en het leven in dat bos’, stelt David, ‘veel te lang hebben we onze blik gericht op ons – de mens – het wordt tijd voor een ander perspectief: dat van de natuur.’
Scott Rollins - Grenstekens
In ‘Grenstekens’ geeft Scott Rollins een verslag van zijn reizen. Niet in feitelijke, maar in poëtische vorm, volgens onze nieuwe recensent Geert Zomer: ‘Hij verlaat tijd, ruimte en logica om zich in de mythe onder te dompelen en zijn innerlijke wereld te vertalen naar poëzie. Poëzie die de lezer meeneemt op deze voortreffelijke reis’.
Rogier de Jong
Dichter Rogier de Jong houdt niet van raadsels en geheime genootschappen, zegt hij in een column die hij eerder voor ons schreef, en dus niet van hermetische poëzie. Dat is te merken aan het eenvoudig en direct taalgebruik in zijn gedichten, dat overigens geen afbreuk doet aan de poëtische kracht. Het is toegankelijk, verrassend en toereikend.
Lévi Weemoedt – Gezondheid!
‘Door menigeen vergeten / ben ik voor dood versleten / versleten ben ik wel / maar dood is iets te snel.’ Eric van Loo keek er afgelopen december wel even van op, toen hij Lévi Weemoedt tijdens het reclameblok op de radio hoogstpersoonlijk zijn nieuwe bundel ‘Gezondheid!’ hoorde aanprijzen. Met veel plezier las hij de bundel, die –minstens zo uitzonderlijk– drie maanden in de CPNB Bestseller 60 bivakkeerde.
Johannes dicht uit mededogen
Johannes heeft een goed hart. Hij trekt zich het lot aan van verlegen performers en zoekt naar oplossingen om ook hen te laten spetteren op het podium. De nieuwe column van Hans Puper.
Nieuwsbrief 8 / 23 februari
Elmer Kollaard
Elmer Kollaard schrijft als de taal van alledag ontoereikend is en wat is het geweldig als je dan die mogelijkheid en deze gedichten achter de hand hebt of onder de knop; zijn eerste publicatie bereikte hij door op onze “Dat kan ik ook” button te drukken. Literatuur, kunst en wetenschap blijven hem bezighouden, geluk dat lichter maakt.
Monica Boschman - Nieuwe wegen voor Mariken
Janine Jongsma bespreekt ‘Nieuwe wegen voor Mariken’ van Monica Boschman: 'De hele bundel staat in het teken van de vertelling van Mariken van Nieumeghen (Nimwegen). De illustraties van Jet Westbroek versterken de gedichten. Over deze bundel is goed nagedacht, alles klopt tot in detail. Boschman geeft het Marikenverhaal een nieuwe vorm. Mooie bundel in een goddelijke drie-eenheid: poëzie, proza en beeld.’
"Het schrijven van gedichten zie ik zelf vooral als oplosbaar probleem."
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het tweeëntwintigste gesprek, met Peer van Hoven. Als penningmeester schreef hij vorig jaar speciaal voor een nieuwsbrief een gedicht waarvan hij hoopte dat het zou leiden tot gulle donaties. Helaas was het resultaat een dieptepunt in de donatiehistorie van Meander. Hij nam zich voor om nooit meer een gedicht over geld te schrijven!
Giorgio Bassani – Epitaaf
Paul Roelofsen bespreekt Giorgio Bassini – ‘Epitaaf’: ‘Bassani centreert de tekst in al zijn gedichten. Bij de beknopte ziet dat er wel sierlijk uit, bij de langere gedichten maakt het echter een onrustige indruk. De meer voldragen gedichten zijn herderlijk en nostalgisch van aard. De vertaling is van Jan van der Haar en hij vindt soms mooie oplossingen, toch staan er hier en daar ook kromme regels in zijn vertalingen.’
Martin Wijtgaard / Charlotte Samuels
De zevende aflevering van dichtdruk, een project van het Grafisch Atelier Alkmaar in samenwerking met Bibliotheek Kennemerwaard en literair platform Reuring, vandaag met dichter Martin Wijtgaard en kunstenaar Charlotte Samuels. De titel van de prent is Hibakujumoku. De presentatie was 25 januari j.l. met optredens van uiteraard Martin Wijtgaard, dichters Robin Veen en Elly Stolwijk en singer/songwriter Annemarie Brijder.
T.S. Eliot – Gedichten 1917 – 1930
Hans Puper recenseerde de tweetalige uitgave ‘Gedichten 1917-1930’ van T.S. Eliot, vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Paul Claes. ‘[Het] is een mooie, gedegen uitgave, die inzicht geeft in de ontwikkeling van Eliot’s dichterschap.’ Dat Claes aanleiding geeft ‘na te denken over het mogelijke belang van biografische elementen in zijn werk (…) is een welkom extraatje.’
Nieuwsbrief 7 / 16 februari
Poëzie in de klas
De vader van Hans Franse bracht de toenmalige gedichtenbundels voor de jeugd, prachtig verzorgde, meesterlijk geïllustreerde en getypografeerde boeken onder de titel ‘De muze en….’ mee naar huis. Hij kent ze nog uit zijn hoofd. De moderne poëzie kwam pas later in de klas. Toen hij leraar werd en geen zin had in ontleden of dictee, lazen zijn studenten poëzie.
Klassieker 238: Frank Koenegracht – 1975
Het gedicht ‘1975’ van Frank Koenegracht oogt bedrieglijk eenvoudig. Een beknopte kenschets van een tijdsbeeld in tien regels, met een hilarisch einde. Bij de analyse van het gedicht stuitte Jeroen van den Heuvel op twee verwante gedichten, die elk op een eigen manier diepgang verschaffen aan de lezing van het gedicht. Drie klassiekers voor de prijs van één.