LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Taco van Peijpe
Taco van Peijpe
Al eerder mochten we genieten van het werk van Taco van Peijpe die ons meeneemt via een binnenweg en over een drempel in de tijd naar misschien wel de plek waar alles eens begon, daglicht kierend in een nieuwe ochtend.
Inge Nicole – Maanbrief aan het getij
Inge Nicole – Maanbrief aan het getij
‘Maanbrief aan het getij’ is het poëziedebuut van schrijfster en beeldend kunstenaar Inge Nicole. Evenals in haar romans en novellen speelt de beeldende kunst een grote rol. Tweeëntwintig gedichten zijn geschreven bij werk van diverse kunstenaars. De dichter weet zich in alle gedichten zeer goed in een ander te verplaatsen, en schuwt indringende onderwerpen niet. Hettie Marzak: ‘Op het eerste gezicht lijkt de poëzie van Inge Nicole onschuldig; pas bij nadere beschouwing wordt een onderhuidse dreiging waarneembaar. Zoals ook de schoonheid van het getij verraderlijk kan zijn.’
Nieuwsbrief 5 / 2 februari
Nieuwsbrief 5 / 2 februari
Ik in slam poetry
Ik in slam poetry
Gedichten kunnen heel goed gaan over de specifieke situatie van een dichter (waar vindt de dichter anders materiaal?) en toch betekenis hebben die deze te buiten gaat. Dat zijn de betere gedichten, op het podium en op papier. Dat stelt Jan Loogman in een reactie op een column van Rashif El Kadui over de ik in slam poetry (de Poëziekrant, 1e nummer 2020).
Rand Helawi
Rand Helawi
Deze Vlaamse dichter heeft soms nood om over actuele thema’s te schrijven, dat klinkt toch veel nijpender dan onze ‘behoefte’. En hoewel ze zegt dat ze soms ook inspiratie haalt uit kleine dingen, zijn het vooral de loodzware ervaringen hier die ons de adem doen inhouden en toch sijpelt het poëtische overal in door.
Dominique De Groen - Sticky Drama
Dominique De Groen - Sticky Drama
Ivan Sacharov vindt ‘Sticky Drama’ van Dominique De Groen hier en daar wel vermakelijk: ''De Groen schept er de hele bundel genoegen in om sprookjes te vertellen, en die hebben meestal een diepere laag van betekenis. Echter vind ik haar in biologische termen ondergedompelde beeldspraak een tikje eentonig en niet overtuigend genoeg. De echte meeslependheid beperkt zich tot enkele ‘poëtische’ momenten.''
"Hoe geven we onszelf (en anderen) vorm?"
"Hoe geven we onszelf (en anderen) vorm?"
Merel van Slobbe stelt zich vragen als "Hoe geven we onszelf (en anderen) vorm?” Ze denkt na en schrijft over (de kunstmatigheid van) identiteit en verkent het grensgebied tussen proza en poëzie en hoewel ze stelt dat het voldoening geeft om iets te doen wat geen direct nut lijkt te hebben, zijn haar observaties uiterst waardevol, pijnlijk en ontroerend.
Hilda de Windt Ayoubi - Geef me je taal. Dat ik je beter versta
Hilda de Windt Ayoubi - Geef me je taal. Dat ik je beter versta
‘Geef mij je taal. Dat ik je beter versta’ van Hilda de Windt Ayoubi is volgens Hans Franse veel meer dan een gedichtenbundel: 'Het is een essay, maar ook een pamflet. Het is een eerbetoon aan twee linguïsten: Frank Martinus Arion en Pieter Muysken. Maar het is ook een appèl voor het spreken en bestuderen van minderheidstalen in het algemeen en in het bijzonder het Papiamentu.'
De favorieten van Hettie Marzak
De favorieten van Hettie Marzak
In de serie "favorieten van Meandermedewerkers" presenteert Hettie Marzak drie van haar favoriete gedichten. Zij koos voor werk van de dichters Maria Vasalis, Czeslaw Milosz en Jan Eijkelboom.
Merel van Slobbe ‒ Aan de rand van een lichaam
Merel van Slobbe ‒ Aan de rand van een lichaam
Sinds 2014 publiceert Wintertuin Uitgeverij zogenaamde chapbooks: een soort proefuitgave als eerste kennismaking met een beginnend auteur. Van Merel van Slobbe, tweede prijs Turing Gedichtenwedstrijd 2017, verscheen onlangs ‘Aan de rand van een lichaam’. Inge Bak genoot van de inhoudelijk sterke teksten van deze dichter van een nieuwe generatie: ‘Als een chapbook wordt gezien als een eerste kennismaking met het literaire veld (…) kan ik niet wachten op de woorden die Merel van Slobbe heeft voor de weidse onbeschreven ruimte die nog voor haar ligt.’
Nieuwsbrief 4 / 26 januari
Nieuwsbrief 4 / 26 januari
Oprecht Veinzen
Oprecht Veinzen
In de trein naar Amsterdam hebben Leopold Groot Bunink en Johannes een boeiende discussie over het ik en oprecht veinzen. Daarna scheiden hun wegen zich weer. Een column van Hans Puper.
Ludo Bleys
Ludo Bleys
De ervaringen van dichter Ludo Bleys als vrijwilliger in de palliatieve thuiszorg en als voogd van niet-begeleide minderjarige vluchtelingen zijn sterk aanwezig in zijn – reeds uitverkochte - debuutbundel Link. In zijn nieuwe gedichten raadt hij ons aan “teken geen horizon: een streep door je blikveld” maar "verbeeld wat nog niet bestaat".
Gert de Jager - Schitterende, labiele knooppunten
Gert de Jager - Schitterende, labiele knooppunten
Recensent Herbert Mouwen: ‘’Na het lezen stel ik vast dat de bundel van Gert de Jager ‘Schitterende, labiele knooppunten’, een postmodernistische opzet heeft. Ik word niet emotioneel geraakt door de poëzie van De Jager, maar ik vraag me oprecht af of ik dat als lezer mag verwachten bij dit type gedichten. Ik ontken niet dat Gert de Jager een interessante dichter is, die op geheel eigen wijze met poëzie aan de gang is. Poëzie die vooral filosofisch van aard is.’’
"oefening kan leiden tot een goed in elkaar gezet gedicht"
"oefening kan leiden tot een goed in elkaar gezet gedicht"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het twintigste gesprek, met columnist Jan Loogman. Hij schrijft over wat hem treft in het nieuws of het dagelijks leven. en probeert dat te verbinden met regels uit bekende of onbekende gedichten. Hij noemt Meander een magazine dat gaat over een waardevol ambacht of is poëzie een waardevolle kunstvorm?
Diverse dichters - Ik wou dat ik een vogel was
Diverse dichters - Ik wou dat ik een vogel was
Ernst Jan Peters: 'Een poëziebloemlezing voor de jeugd met een natuurgedicht voor iedere dag van het jaar. Dat is 'Ik wou dat ik een vogel was'. Geïnspireerd naar Engels voorbeeld, de illustraties van Fann Preston-Gannon vormen dan ook de rode draad van de bundel. Voor de gedichten hebben de samenstellers succesvol geput uit de bibliotheek aan Nederlandse natuurgedichten. Klassiekers en nieuwkomers. Sommige speciaal voor kinderen geschreven, andere goed door kinderen te lezen.'
In memoriam Jules Deelder
In memoriam Jules Deelder
Jules Deelder herdacht door Dirk Hartman. “Een adembenemende verschijning, altijd onberispelijk gekleed, met schijt aan heel de wereld, zichzelf zonder uitzondering uitdrukkend in het Rotterdams. Een geweldige kerel!“ Zijn herinneringen aan deze bijzondere dichter delen wij graag.
Roel Richelieu Van Londersele – Hopper op de heuvel
Roel Richelieu Van Londersele – Hopper op de heuvel
Met ‘Hopper op de heuvel’ heeft Roel Richelieu Van Londersele een interessante onderneming vormgegeven waarin personages uit de schilderijen van Hopper tot leven zijn gebracht. Waar de eerste afdeling zeer dicht bij de schilderijen blijft, heeft hij in een tweetal dialogen en de daarop volgende afdelingen alle vrijheid genomen om zich door het werk van Hopper te laten inspireren. Het brengt de lezer op een poëtische manier in contact met het werk van deze beroemde Amerikaanse schilder. (recensie door Eric van Loo)
Nieuwsbrief 3 / 19 januari
Nieuwsbrief 3 / 19 januari
De tarantella van Pulcinella
De tarantella van Pulcinella
Hans Franse over het masker van Arlecchino, het een week lang niet wassen van je wang, de commedia dell’arte acteur Luca, de vriendschap met Pulcinella, de komische figuur uit Napels en de groep straatartiesten, ook tieners, die zich ook geoefend hadden als koorddanser, kunstfietser, steltloper en een spel met veldwachters in het chique Den Haag.
Klassieker 237: Jules Deelder – Spartaans gedicht
Klassieker 237: Jules Deelder – Spartaans gedicht
In Rotterdam is het ‘Spartaans gedicht’ van Jules Deelder al lang een Klassieker. Na zijn plotselinge dood, vlak voor Kerstmis, werden her en der regels uit het gedicht aangehaald. Dat maakte Eric van Loo nieuwsgierig naar het gehele gedicht. Het bespreken van dit gedicht leek hem een mooie manier om de nachtburgemeester nog een keer in het zonnetje te zetten.
Koenraad Goudeseune - Vrachtbrief
Koenraad Goudeseune - Vrachtbrief
Hans Puper: “In ‘Vrachtbrief’, de nieuwe bundel van Koenraad Goudeseune, is de ik-figuur opnieuw een romantisch buitenstaander en dat is niet verwonderlijk, want hij is een dichter van één thema: liefde of vergeefse liefde, eenzaamheid, drank en dood. (…) In het titelgedicht ‘noemt de ik, die sterk op Goudeseune lijkt, zich een middelmatig dichter die af en toe een goed gedicht schrijft. Het zij zo. Wat voor hem pleit, is dat hij een herkenbare stem heeft.”
"Als de dialoog er niet is en geen context, dan vormen zich ook geen betekenissen."
"Als de dialoog er niet is en geen context, dan vormen zich ook geen betekenissen."
De lang verwachte bundel van Akim A.J. Willems heet Op de rand van het zwijgen en gaat over het falen van menselijke communicatie, de taaluitingen van mensen zijn te vaak enkel nog meningen. De bundel beschouwt hij als de boeiendste evolutie in zijn schrijfproces. Marten Janse ging op zoek naar de mens achter de dichter.
Kurt De Boodt - Wake
Kurt De Boodt - Wake
Maurice Broere bespreekt de bundel van Kurt De Boodt – ‘Wake’: ‘Het sonnet is vanouds een favoriete dichtvorm. Wat drijft een dichter in de eenentwintigste eeuw om rijmende gedichten te schrijven? Rijm beperkt enerzijds, maar geeft wel klankrijkdom. Gekunsteldheid echter ligt altijd op de loer. Gelukkig gaat hij ook op zoek naar het experiment en je voelt de bevrijding, waarin de vorm niet langer dwingt en rijm meer toeval lijkt.’