Archief
Nachoem M. Wijnberg - Divan van Ghalib
'Hij is een van de allerbeste dichters die we hebben. Hij onderscheidt zich namelijk van andere 'moeilijke' dichters door zijn heldere, dagelijkse taalgebruik. In zijn meanderende, altijd logisch beginnende en pas later ontsporende zinnen zit altijd het gevoel van waarheid. Ze geven je het idee dat je ze, de volgende keer dat je ze leest, wél zult begrijpen. En dat is precies waarom je ze niet onmiddellijk moet willen overlezen. Nee, bij Wijnberg moet je dóórlezen, het overkoepelende verhaal proberen te zien of de muziek van de taal proberen te horen.' Bouke Vlierhuis toont zich onder de indruk van Nachoem M. Wijnbergs De divan van Ghalib.
Netjes alfabetisch tussen Claus en Ducal
Poëzie is voor Y.M. Dangre in de eerste plaats een scheppingsproces. Hij zegt daarover: 'Dichters zijn alchemisten, op zoek naar het goud van de schoonheid. Daarbij bewegen ze zich op het snijvlak van individualiteit en universaliteit. Een gedicht moet ten diepste van de dichter zelf zijn, maar dan op zo'n manier dat de ander er ook wat aan heeft. De lezer moet verrast worden door originaliteit.'
Nieuwe gedichten van Astrid Dewancker
Halverwege het vorige decennium publiceerde Meander zes gedichten en een verhaal van Astrid Dewancker (1949). Onlangs stuurde de dichteres recent werk in. Tijd voor een hernieuwde kennismaking.
Jabik Veenbaas, een ziel met aardse contouren
Nog niet zo lang geleden verscheen bij Uitgeverij De Contrabas De zon, het smalle bed, mijn lichaam, de nieuwste, prachtig vormgegeven bundel van Jabik Veenbaas. Sander de Vaan had een e-mailgesprek met deze opmerkelijke dichter over huismussen, lichtblauwe bikini’s, ecce homo en nog veel meer.
Gedichten
Astrid Dewancker
een manier van zwijgen
soms wil ik mezelf
te buiten gaan in breken en in snijden
als mijn hand een naakt wijnglas omklemt
reik ik naar scherven
aan jou doodgaan kan ik niet
jij die al mijn monden zingt
en met je ogen draait
als je oude Château La Tour proeft
dit is geen mime met de kiezen op elkaar
dit is woordloos voor de hand liggen
liefhebben is een manier van zwijgen
Gedichten
Y.M. Dangre
Twee meisjes zo zacht
Op een bank zit mijn schaduw en zijn rug
Gekromd in de zonneslag van een droom, ik kijk
Naar de schaduwjurkjes van de wind en leg mij
Languit in het geritsel van twee meisjes
Die schommelen in mijn losgewaaid verdriet.
Hun gezichtjes laaien op, zingend groeien ze
Het gebladerte van mijn ogen vol en blozen
De traag uitgezaaide dagen van mijn geheugen groen
Tevoorschijn. Ze gieten mijn eetbare nerven
Van oude liefde vol.
Twee meisjes zo zacht van aarde, zo lenig
In mijn vuurschors gekropen dat ik bijna barst
Van hun onderzeese honing en mijn huid
Terstond het licht, de dubbele plantengroei
Van hun adem aanneemt.
(advertentie Vooys)
(advertentie Sander)
Meanderen binnen zinnen
'Nee, het was niet moeilijker dan wanneer er negatief of lauwtjes op mijn debuut was gereageerd', zegt Thomas Möhlmann over het schrijven van zijn tweede bundel Kranen open. 'Ik geloof dat het me er juist eerder van overtuigde dat ik blijkbaar toch niet helemaal gek was. Of anders in elk geval niet in mijn eentje.'
Gedichten
Thomas Möhlmann
Nooit stil
Als een zebrapad dat van geen ophouden weet
een uitnodiging zonder datum of plaats alsof wanneer
hij stilstaat ik ook stil zal staan maar hij staat nooit stil
een grote omtrekkende beweging een stad zonder centrum
een opeenhoping van centra een verzamelpunt voor rukwinden
een genadeloze machine van mogelijkheden een voetganger
omringd door stoeptegels stoplichten op groen wachtende auto’s
voorrangverlenende fietskoeriers en nergens een bankje
om eens genoeglijk op in te storten alsof er kortom
iets moois aan staat te komen en iedereen gewoon de goede kant
op moet we zullen winnen als we maar willen en vooral alsof
ik iets voor hem in pe
Gedichten
Daan de Ligt
Haagse gaten
wat zijn dat toch voor vreemde ronde gaten
als holle ogen in een bleek gelaat
gevuld met zand, maar leeg en desolaat
welk wezen zou die sporen achterlaten
ze intrigeren mij in hoge mate
zijn het de stempels van een duivels kwaad
het werk van een ontsnapte psychopaat
die iets begroef in maanverlichte straten
de gaten wachten, vullen tijd met zwijgen
de leegte nam bezit van hun bestaan
wat komen zou, is nimmer aangekomen
eens zouden nieuwe stammen hier ontstijgen
de telgen van wat ooit is heengegaan
het wachten is op de beloofde bomen
Humor als façade
Daan de Ligt (1953) publiceerde vier dichtbundels en was tot voor kort stadsdichter van AD Haagsche Courant. Zes jaar lang schreef hij wekelijks een gedicht over zijn geboortestad Den Haag. 'Poëzie is te elitair geworden', vindt hij. 'Dat zie je ook terug in de verkoopcijfers van dichtbundels. Ik wil juist een publiek bereiken dat niet al te vaak met gedichten in aanraking komt. Dan is de krant een ideaal podium.'
Ed Bruinvis - Rivierklei
In zijn beoordeling van Rivierklei van Ed Bruinvis is Ivan Sacharov duidelijk ambivalent. Enerzijds laakt hij de conventionele, al te eenvoudige vorm van de gedichten, anderzijds onderkent hij proeven van prachtig taalgebruik.
Floor Buschenhenke - Eiland op sterk water
Floor Buschenhenke, prominent aanwezig in de Meanderbloemlezing Nog een lente, bewijst in Eiland op sterk water meer dan een belofte te zijn. Bouke Vlierhuis las een dichteres met een duidelijk eigen geluid, wier gedichten vaak kleine, absurde vertellinkjes zijn die met iedere regel verder afdwalen.
Micha Hamel - Nu je het vraagt
'In deze bundel komen we een gedreven dichter tegen, iemand die wordt voortgedreven door een passie die verder reikt dan hij zelf telkens weer vermoedt. Zijn poëzie heeft iets overweldigends, maar ook iets alledaags in de situaties, beelden en woorden die hij opvoert. Hamel weet de tijdgeest in rake bewoordingen en beelden op te roepen. De snelheid, de onrust, de wendbaarheid, dat alles zit volop in deze bundel.' Aldus Johan Reijmerink over Nu je het vraagt van Micha Hamel.
Klassieker 130: Mark Boog - Geluk
Joris Lenstra bespreekt 'Het geluk' van Mark Boog. Mark Boog (1970) debuteerde in 2000 met Alsof er iets gebeurt, een bundel waarvoor hij de C. Buddingh'-prijs kreeg. Hij schrijft mooie, ingetogen gedichten, waarin geen woord te veel staat. Als onderwerp kiest hij graag het onbehaaglijke in huiselijke setting. Het gedicht ‘Geluk’ is hierop geen uitzondering.
Gedichten
Jeanine Hoedemakers
Arme stilte
geluid tekent haar
schetst haar zo zij zich
uit haar rust getild voelt
en wij zeggen sorry
meer dan sorry
want wij waren het
wij gooiden de ramen en deuren
van de taal open en trillen nu na
in onze sponningen
sorry weer
we zetten haar terug in haar schoenen
wrijven haar de enkels
strelen haar het hoofd
geven klopjes op de rug van haar hand
met de goedheid van schuld
en zij zegt amen
zo gebedziek is ze
dat we haar het toonbeeld
noemen van geloof
of van geduld
of van aanvaarden
en we roemen haar landing
haar geruisloze landing
waarin enkel het piepen
van iets piepends nog klinkt
Portretteren, onderzoeken en observeren
Jeanine Hoedemakers: 'Als twintiger had ik het een poos nodig om dingen van me af te schrijven. Toen al had ik geleerd dat het best over jezelf mag gaan, als het maar origineel verwoord en deelbaar is. Inmiddels ben ik een streng criticus en laat mijn muze niet met zich sollen. Is het te veel ‘gottegot, die Jeanine’, dan schrap ik het hele vers'.
De flits waarmee het filmpje begint
Joris Miedema eindigde bij de laatste twintig dichters van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd, een wedstrijd waaraan ook bekende dichters meededen en die hij achter zich liet. 'Haal de naam en het oeuvre van een schrijver weg en zijn referentiekader verdwijnt. Wat overblijft is een jury met een persoonlijke smaak. Dan zijn verrassingen altijd mogelijk', aldus Miedema.
‘Get my fucking coat, man’
Taco Schreij en Joost van Zoest organiseren het poëziefestival Huis van de Poëzie. Sanne den Adel had een interview met hen over gepuzzel met de programmering, dichters in de cel, liefdesverklaringen van dronken bezoeksters, en de jas van Campert.
Gedichten
Joris Miedema
Ophoepelen
je hoorde de stilte aan mijn vader knagen
net zo lang tot hij een gat werd
met verjaardagen moest je altijd
oppassen dat je niet in hem
stapte
je wist precies waar hij was
want als er ergens een deur
open stond dan tochtte hij
moeder had een hoepel om hem
heen gebonden
zodat we konden zien waar
hij niet meer was
Chrétien Breukers - Het is niet anders
Ivan Sacharov las Het is niet anders van Chrétien Breukers en ging op zoek naar diens poëtica. Hij stelt een aangeboren neiging tot ambivalentie vast, die alles te maken lijkt te hebben met de stijl van zijn poëzie en zijn verhouding tot het geloof (en andere autoriteiten).
Gedichten
Ron Hoeks
Onze eigen Big Rip
Laat mij toch afgezaagd hier liggen,
verworpen uit een tuin die ooit bruiste,
zie jij niet dat het uitspansel
nooit meer zwart is?
Ik aarzel je uitgestoken hand
te aanvaarden, mij nog éénmaal
op te richten, maar vooruit,
laat ons nog een paar tellen ruggelings
naar het einde van de schepping kijken,
dertien miljard jaar is aan het verdampen –
misschien dat ik nog heel even mee
kijk tot de zon uitgaat
Dansen op de maan
Charlene Winne stond begin februari op het grote podium van de Dag van het Woord in Harelbeke. Juryleden Willy Spillebeen, Herman Leenders en Maarten De Pourcq vonden haar inzending voor de jaarlijkse poëziewedstrijd de beste. Bekende laureaten als Bernard Dewulf, Peter Verhelst en Frank Pollet gingen haar voor. Meanderredacteur Sylvie Marie was erbij en stelde het nieuwe talent enkele vragen.