Archief
Gedichten
Maud Vanhauwaert
dat de vader schimmelt tot schim
draderig uiteen te trekken als suikerspin
je eerste rimpel slap grijnzend op de stoep wacht
zich als sjaal omdoet
met u gaat wandelen
dat is normaal. De lucht is cataract
een emmertje kraakbeen voor de knieën voor de trap
voor als je vijfenzeventig
een frisse paling voor om de hals voor als het te warm
voor op een bankje. En toch
blijft de glimlach van een dode
de ontspanning van een spier
zakken mijn gesloten handen
door het wakke dijbeenvlees
schudden de bomen van nee, de bomen schudden van nee
in de herfst
Voorpublicatie 'Ik ben mogelijk' van Maud Vanhauwaert
Ruim een jaar geleden verscheen op Meander een interview met Maud Vanhauwaert (26). In het interview maakte Maud gewag van een te verschijnen debuutbundel bij uitgeverij Querido. En het is nu zover: Ik ben mogelijk wordt op haar verjaardag, 15 januari, voorgesteld.
Meander brengt drie gedichten in voorpublicatie.
Gedichten
Krijn Peter Hesselink
Droom
Toen de aarde eensklaps uit de bocht vloog
en stuurloos door het universum zeilde
vluchtten mijn zus en ik onder de grond
en reisden twintig jaar terug in de tijd
we kwamen Jean-Paul Sartre tegen die
niet wist dat hij de redacteur zou worden
van mijn twee eerste bundels, dat hij daarna
zou overlijden aan een hartaanval
en mijn derde boek zo in de kiem zou smoren
hij lachte glazig, geloofde er geen snars van
om hem te overtuigen wou ik al
een gedicht uit Als geen ander voor gaan dragen
toen ik bedacht: alles wat ik zeg
kan tegen mij gebruikt worden, straks doe ik
de toekomst van mijn poëzie teniet
er viel een stilte, door zijn brillenglazen
keek
Klassieker 140: Lucebert - twee handjes
Wim Kleisen bespreekt 'twee handjes' van Lucebert . In alle opzichten was de dichtkunst van Lucebert schokkend voor zijn tijdgenoten. Geen traditionele poëtische vormgeving. Met de ratio kom je bij het lezen van zijn gedichten niets verder. Het eerste vers lijkt al raadselachtig: een tichouten handje. Dat woord ‘tic’ komt verder in het gedicht in andere combinaties, maar ook zelfstandig voor. Dit moet dus voor ons haast wel de sleutel tot dit gedicht zijn.
Rim Sartori - Woordkunstwoord
De jonge Zwolse uitgeverij d'jonge Hond durfde het aan een prestigieus kunstboek te maken met werk van twee relatief onbekende kunstenaars. Woordkunstwoord bevat gedichten van Rim Sartori en portretten, tekeningen en fotografiek van Ivo Winnubst. Naast de kwaliteit van de reproducties viel Joop Leibbrand de uitstekende typografische verzorging op.
Aart G. Broek - Het lichten van de jaren
Aart G. Broeks poëziedebuut Het lichten van de jaren telt slechts zeventien gedichten, maar krijgt door de wijze van presenteren iets loodzwaars. Vijf betitelde afdelingen, vijf opdrachten, elf motto's, drie bladzijden met aantekeningen en een 'bio-en bibliografische voetnoot' van twee volle pagina's - er is niets tegen inbedding en omkadering, maar dit maakt een wel erg pretentieuze indruk. Niettemin is het een opmerkelijke bundel, op het snijveld van Curaçao, Istanbul en Katwijk.
Giselle Ecury - vogelvlucht
Giselle Ecury debuteerde in 2004 met Terug die tijd. Nu is er Vogelvlucht, een bescheiden bundel vol met goede bedoelingen, maar poëzie voor mensen die van een gedicht niet meer verlangen dan dat het gevoelig, herkenbaar en vooral begrijpelijk is. Dat mag, maar inhoudelijk en vooral qua taal moet er toch nog wel íets aan te beleven zijn, schrijft Joop Leibbrand.
Jacob Groot - Divina Noir
Divina Noir is een echte Groot. Maar het is ook een compleet nieuwe. Jacob Groot maakt poëzie die altijd uit een aantal herkenbare ingrediënten bestaat, maar voor iedere bundel mengt hij ze in een andere verhouding. Zo vindt hij zichzelf telkens opnieuw uit, zonder het typische Groot-geluid geweld aan te doen. Dat maakt iedere bundel van hemweer een belevenis. En dat maakt Groot briljant, aldus Bouke Vlierhuis.
Klaas de Groot (sam.) - Vaar naar de vuurtoren [Eiland, Isla, Island, Eilân]
Op 10-10-'10 werden Sint Maarten en Curaçao net als Aruba 'landen' binnen het Koninkrijk der Nederlanden en werden Bonaire, Sint Eustatius en Saba Nederlandse 'Openbare Lichamen'. Samen met de zes Waddeneilanden telt Nederland nu dus twaalf eilanden. Om dat voor een breed publiek zichtbaar te maken, ging Klaas de Groot voor In de Knipscheer, de uitgeverij die zoveel affiniteit heeft met het overzeese, in de literatuur op zoek naar gedichten over al deze eilanden. Het resultaat is Vaar naar de vuurtoren [Eiland, Isla, Island, Eilân], 112 gedichten in het Nederlands, Engels, Fries en Papiaments, waarbij die in de twee laatste talen ook in vertaling werden opgenomen.
'Ik ben doorschijnend van leegte'
Gerrit Pleiter was docent Nederlands aan het Stedelijk Gymnasium in Amersfoort. Hij schreef al jong gedichten en later bijdragen voor radio en televisie. Die luister- en televisiespelen waren dialogen en die staan, volgens hem, heel dicht bij de poëzie. Na zijn pensionering in 1999 keerde hij terug naar zijn geboortestreek in Overijssel en naar het schrijven van gedichten.
De encyclopedie van de mystiek heeft hij altijd binnen handbereik.
De taal maakt het gedicht
Paul Bogaert (1968) studeerde Germaanse filologie. In 1996 debuteerde hij met de bundel WELCOME HYGIENE. Daarna volgden nog drie bundels, waarvan de meest recente - de Slalom Soft - is genomineerd voor de VSB Poëzieprijs 2010. Verder is hij zeer begaan met de mogelijkheden die het internet biedt voor dichters om hun werk op nieuwe manieren te presenteren en daarbij dwarsverbanden te leggen met andere media, zoals beeld en geluid.
Gedichten
Gerrit Pleiter
gedachten die ik niet hoef te denken
roep mij niet terug ik heb genoeg aan
mijn verwondering onderweg
door een land zonder wegenkaart
de stilte zingt op mijn trommelvliezen
overal herinneringen aan een huis
nergens woont de echo van een welkom
een hond die mij blaffend tegemoet springt
een vrouw lachend tussen tochtdeuren
gedachten die ik niet hoef te denken
liggen te spiegelen op verregende paden
ik ben doorschijnend van leegte
de wegen achter mijn rug zijn opgebroken
waarom dan de stem die indringend mij roept
de vierdaagse dood op te geven
Gedichten
Lotte Dodion
BEDANKT VOOR DE BLOEMEN
Je bloemen tussen mijn knieën,
water gutsend uit de vaas,
ze verzuipen een beetje
in hun plantproduct.
Had je maar iets gegeven dat leefde,
naar adem hapte,
me zou aankijken
als ik er tegen praatte,
iets waarvan ik
het warm of koud zou krijgen.
Niet iets dat je doodmaakte
voor je het aan me gaf en nu
langzaam leegloopt onder mijn ogen,
als een tijdsbom tussen ons.
Nu is het bewezen,
we lopen zelf leeg in mekaar,
de wortels doorgeknipt,
losgetrokken.
Hoe harder we trekken,
hoe losser de bodem,
hoe meer grond
we aan elkaar verliezen.
Gedichten
Paul Boagert
STIL
Gij aarzelt niet als ge wat zegt
en gij lijkt sprekend als ge zwijgt
op iemand die het beter weet.
Maar nu er nog wat braaksel hangt
als woorden aan uw lippen,
aan uw open mond, nu krijgt
gij het niet uitgelekt, niet uitgelegd.
Trager moet gij leren inhaleren
als ik uw natte lippen kus,
uw tong van kippenvel.
De huig moet nu geparfumeerd:
gij moet de opening van de verstuiver
in de mondholte houden en drukken
en slikken, niet stikken.
'Dat het niet puur chance is'
Lotte Dodion omschrijft zichzelf als "Een 23-jarige schrijfster en performer, met een diploma internationale politiek en interreligieuze dialoog en toch zo zot van taal als een eerstejaars student Germaanse talen. Iemand met veel stekels maar nog veel meer zachte plekken. Iemand die goed wil zijn in alles, weet dat dat niet kan maar het toch probeert. Veel te veel nadenkt. Iemand die zot wordt van schrijven, maar het ook niet laten kan. Een wereldverbeteraar van de realistische soort. Een piekeraar en toch to the point."
De Romein - Ode
Dichter De Romein had voor Ode het originele idee een lofzang op de vrouw te schrijven door als een beeldend kunstenaar te werken - live te dichten - met levende modellen. Helaas valt de uitwerking ervan tegen: 91 bladzijden lang krijgen we titelloze, smalle stukjes geknipt proza voorgeschoteld, een soort minimalisme dat slechts af en toe een beetje tot leven komt.
Alexis de Roode - Gratis tijd voor iedereen
Gratis tijd voor iedereen, de nieuwe bundel van Alexis de Roode, is heel onderhoudend, maar heeft een misleidende titel. Er wordt geen tijd verstrekt op deze bladzijden, en al helemaal niet gratis. Ivan Sacharov gaat er gretig in op zoek naar gedichten met een 'bite'; het is even zoeken, maar hij vindt ze.
Martijn Neggers - Tegen de draad
Podiumdichter Martijn Neggers gaat in Tegen de draad niet in alle gedichten voor het makkelijke succes van de staccatopoëzie. Als hij de blues zingt, bijvoorbeeld, en vooral als hij zich waagt aan een heuse roman.
Erik Bindervoet - Het spook van de vrijheid
Erik Bindervoets Het spook van de vrijheid is volgens Bouke Vlierhuis een onevenwichtige bundel. Enerzijds laat Bindervoet zien dat hij een erudiet en vakkundig dichter is en levert hij een groot aantal interessante gedichten af, anderzijds staat er ook veel in deze bundel dat, hoe virtuoos ook, eigenlijk te 'dun' is.
Gedichten
Maarten van der Graaff
Brandende longen, schreeuwvogels
Hoofd zit vast in wat
brutaalweg nachten worden genoemd,
maar erg behendige, lichtgevende dingen zijn: ik vind
mij.
De lichamen van de goden worden vervuld, er
stort regenwater in de letter, luister!
Donkere nieuwsgierigheid is vrijgelaten uit de muil van de opwekkende natuurwetenschap.
Ik ben bang.
Ik heb het bestaan minder belangrijk gevonden en vervangen door brandende longen
schreeuwvogels: het zwijgen met de schroeven aan de
zijkant van de letter.
Ik zit neer, ik ben gevlucht tot aan de afgrijselijke lach van de zee.
Ik ga voor lange tijd op de open oceaan die opflakkert en terug naar de moerassen
waar een maaie
Ik zou willen dat een gedicht nooit af is
Schrijver en journalist Peter Swanborn (1963) debuteerde in 2007 als dichter met Bij het zien van zijn lichaam, in de Contrabas-reeks. In 2009 publiceerde hij in opdracht van de Zeeuwse Slibreeks een bundel met liederen over verdronken Zeeuwen: Een koud bad. Bij uitgeverij Podium verscheen later dat jaar Tot ook ik verwaai, een bundel waarin Swanborn in 37 gedichten de voortschrijdende dementie van zijn moeder beschrijft. "Ik schrijf graag over een thema dat dichtbij ligt. De kunst is alleen om zo te schrijven dat het ook voor de lezer dichtbij komt. En het één komt niet uit het ander voort, integendeel. Je moet zelf eerst afstand nemen, wil de lezer jouw werk oo
Gedichten
Maren Mostert
verlaten oord
boven de opgedroogde zee
een gebarsten woestijn
de meeuwen die blijven krijsen
en niemand die ze hoort
geen levende ziel sterft hier
een mooie dood
geen sterveling vindt hier
nog een teken van leven
alleen het zand schuurt
onverbiddelijk
langs verloren woorden
en verspilde tijd
zo naakt ben jij
zonder het te weten
Gedichten
Peter Swanborn
Draad
Een draad van glas hangt boven
het bed. Hij trilt en schittert, golft
langs kussens, lakens, over huid
naakt en doorzichtig, schermt af,
nodigt uit, maar heeft geen haast.
Lost hij op, straks, achter haar rug,
een ladder na de laatste drenkeling
binnengehaald? Of valt hij neer, wikkelt
het lijf dat achterblijft, klein en koud,
in windsels van onbreekbaar licht.
Maren Mostert
Maren Mostert is dichter en vertaler. Momenteel is ze bezig met de vertaling van een dikke fantasyroman van Juliet Marillier.
Voor haar is poëzie ‘een ode aan de eenvoud: met weinig woorden veelzeggende beelden scheppen’. Uit de gedichten die zij pas geleden instuurde blijkt haar trouw aan deze opvatting.