LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Jonathan Griffioen - Gedichten met een Mazda 626
Jonathan Griffioen - Gedichten met een Mazda 626
Hans Puper over ‘Gedichten met een Mazda 626’ van Jonathan Griffioen: ‘Ontsnappen uit de afgebakende ruimten van het kantoor naar onbegrensde vlakten, van etikettenplakkerij naar de vrijheid van de Mazda 626 die harder optrekt dan een Golf, de Mazda met overmoedige inzittenden die een onvoorwaardelijke liefde en vriendschap voor elkaar voelen.’ Poëzie is het middel daartoe. Een heel goede bundel.
Willem Tjebbe Oostenbrink
Willem Tjebbe Oostenbrink
De poëzie van Willem Tjebbe Oostenbrink lijkt op het eerste oog verbonden met zijn geboortegrond, het Groninger Westerkwartier, maar is bij nadere beschouwing breder, universeler. In 2016 trad hij voor het eerst op met Nederlandstalige gedichten, in 2017 deed hij mee met de Meander Dichtersprijs. In dat jaar verscheen ook zijn geprezen bundel Zolt en Stof.
Roger de Neef - Grondgebied
Roger de Neef - Grondgebied
In de afdeling ‘Grondgebied’ uit de gelijknamige bundel behandelt Roger de Neef de puur menselijke tragiek van het wonen en samenwonen van en met oorlogsvluchtelingen en migranten in onze open en evenzeer gesloten samenlevingen. Volgens Maurice Broere de interessantste afdeling van de hele bundel, die volgens hem enigszins disharmonisch in elkaar steekt. ‘Als er wat meer gedichten geschrapt zouden zijn, zou dat een beter geheel hebben opgeleverd.’
"Het woord is zwak geworden"
"Het woord is zwak geworden"
Koen Stassijns 'probeert de lezers te ontroeren, bij het nekvel te grijpen'. Hij doet in zijn werk zowel verslag van maatschappelijke betrokkenheid als van existentiële eenzaamheid. 'Ooit hebben gedichten revoluties ontketend in tal van landen. Ik vrees dat die tijd voorgoed voorbij is. Het woord is zwak geworden.'
Bert van den Helder -  Een jaar is vier kwartaal in tweeënvijftig lichte gedichten
Bert van den Helder - Een jaar is vier kwartaal in tweeënvijftig lichte gedichten
Inge Boulonois over het debuut ‘Een jaar is vier kwartaal in tweeënvijftig lichte gedichten’: ‘Van den Helder dicht toegankelijk, luchtig en speels. Zijn onderwerpen zijn zeer divers. Van een schrikkeldag tot een bitterbal, een schoolbank tot een mand, van dieptemeditatie tot een wasknijper: je kunt het zo gek niet verzinnen, of hij kan er een vers over schrijven. Kenmerkend voor zijn dichtstijl is het verrassende slot.’
Kees Godefrooij
Kees Godefrooij
Kees Godefrooij is dichter te Amsterdam en verzorgt middels Stichting Spleen bijzondere uitgaven waaraan heel veel dichters belangeloos meewerken, net zo enthousiast als de initiatiefnemer. Zij laten zich net zo gemakkelijk inspireren door Edgar Allan Poe als door Verlaine, Marsman of Godefrooij.
Bernard Dewulf – Naar het gras
Bernard Dewulf – Naar het gras
Het heeft even geduurd voor Bernard Dewulf een nieuwe dichtbundel liet verschijnen. ‘Kleine dagen’ dateert uit 2009, en vier jaar geleden bundelde hij zijn werk dat hij in de twee daaraan voorafgaande jaren als stadsdichter van Antwerpen had geschreven (‘Stadsgedichten’, 2014). Ondertussen bleef Dewulf actief als columnist, essayist en kunstcriticus. Romain John van de Maele is goed te spreken over diens nieuwe gedichten. Geen postmoderne poëtica, maar heldere en zeer toegankelijke versregels. ‘De gedichten van Dewulf nodigen de lezer uit tot een stil gesprek.’
Klassieker 226: Peter Verhelst – De dag dat we van de berg afdaalden
Klassieker 226: Peter Verhelst – De dag dat we van de berg afdaalden
Peter Verhelst nam onlangs als eerste winnaar de Sybren Poletprijs in ontvangst. De jury prees hem "als een van de meest veelzijdige Nederlandstalige auteurs” en typeert hem als "een magistrale oeuvrebouwer". Wij prijzen ons gelukkig, dat Joost Dancet deze maand Peter Verhelst nogmaals in het zonnetje zet met een mooie analyse van een van zijn gedichten.
Jan van der Geer - Heimwee
Jan van der Geer - Heimwee
Joop de Vries over ‘Heimwee’ van Jan van der Geer: ‘De gedichten van Jan van der Geer zijn alleszins leesbaar, bevatten levensdrang, hebben oog voor kleine, onbeduidende voorvallen uit het verleden en getuigen van een gesoigneerd en bijwijlen creatief taalgebruik. En toch … er hangt een stilte, een ijdel wachten op die ene versregel die het hart beroert en nog lang daarna het gemoed trembleert.’
“iets meer jij, en wat minder ik”
“iets meer jij, en wat minder ik”
Bibi Dumon Tak ontving dit jaar de Theo Thijssenprijs voor haar hele oeuvre. Naar aanleiding van het gedichtenboek Laat een boodschap achter in het zand (over evenhoevigen, met illustraties van Annemarie van Haeringen) laat Meander haar graag aan het woord, immers 'een goed gedicht voor kinderen is ook een goed gedicht voor volwassenen'.
Piet Gerbrandy - Vloedlijnen
Piet Gerbrandy - Vloedlijnen
‘Alleen waar ontbreekt is behoefte aan stem’ schrijft Gerbrandy in ‘Vloedlijnen’. Gemis leidt bij hem tot zeer goede poëzie. Voeg daarbij de typering die op het achterplat staat en u begrijpt dat u deze bundel niet kunt missen: 'Poëzie met een soort ruige kracht, een woeste drang die toch ingehouden lijkt te zijn en heel geestig’. (Hans Puper)
Els de Groen
Els de Groen
Met de bundel Wakker vallen debuteert schrijver, publicist en beeldend kunstenaar Els de Groen in 2018 officieel als dichter. In haar bundel betrokkenheid bij de maatschappij, de medemens en de politiek als oproep aan ons allemaal. In al haar werk 'wisselen herinneringen en waarnemingen elkaar af'.
Akwasi – Laten we het er maar niet over hebben
Akwasi – Laten we het er maar niet over hebben
Akwasi staat bekend als een inspirerende persoonlijkheid, die vaak maatschappelijke kwesties aankaart en daarbij van zijn hart geen moordkuil maakt. ‘Gaan we nu doen alsof er niets aan de hand is?’ Akwasi wil de dingen liever bij zijn naam noemen. En dat doet hij met verve. Toch hoopt recensent Eric van Loo dat hij bij zijn nu al aangekondigde tweede bundel meer zal schaven en schrappen. Dat hoort immers ook bij het ambacht van de dichter.
Petra van Rijn
Petra van Rijn
Petra van Rijn schrijft sinds jaar en dag gedichten over alles wat haar raakt en stelde vijf bundels samen die ze in eigen beheer uitgaf. In 2017 verscheen haar vijfde bundel, Alle kanten uit.
Astrid Arns - Mijn naam op de deur
Astrid Arns - Mijn naam op de deur
Astrid Arns is de moeder van Jana en de nicht van Frouke Arns. Maurice Broere over ‘Mijn naam op de deur’: ‘Een debuut dat naar meer smaakt, mooie puntige zinnen, opvallende observaties. Een schrijfster die wat te zeggen heeft in mooie melodische taal. Soms wel wat somber, het leven is niet altijd een feest. Een waardig lid van de dichtfamilie.’
"Die honger ben ik nooit meer kwijtgeraakt."
"Die honger ben ik nooit meer kwijtgeraakt."
In de serie 'gesprekken met Meandermedewerkers' het vijfde: Alja Spaan praat met Levity Peters. "Ik denk dat ik zelf beter heb leren schrijven doordat ik telkens met mijn neus op ‘het ambacht’ werd gedrukt."
Marleen de Crée – Stilte in mij
Marleen de Crée – Stilte in mij
Romain John van de Maele:‘Stilte in mij’, een bundel die gedichten van Marleen de Crée bij beeldend werk van Goedele Peeters bevat, valt […] onmiddellijk op door de aparte vormgeving (…). De stilte stelt de dichteres in staat om het verleden te exploreren, de tijd toen nog veel mogelijk was: de groei, het spel en de vreugde. De tijd toen nog veel woorden werden gebruikt om het leven te begeleiden en/of vorm te geven. De tijd die als tegentijd de dood uiteindelijk verzacht.’
Onno-Sven Tromp
Onno-Sven Tromp
In zijn vijfde sonnettenbundel Een euro of een groet ontmoeten we opnieuw Onno-Sven Tromp, de dichter, romanticus en wereldburger die ons oproept tot een nieuwe revolutie.
Ingmar Heytze – Ik wilde je iets moois vertellen
Ingmar Heytze – Ik wilde je iets moois vertellen
Ingmar Heytze wilde zijn dochtertje iets moois vertellen. Maar zoals het krijsende baby’s betaamt, viel ze in slaap voor het verhaaltje uit was. Recensent Eric van Loo heeft vijftig bladzijden lang ademloos geluisterd. Naar hoe het moderne vaderschap op de hak wordt genomen. Naar hoe de dood op onverwachte momenten in het leven opduikt. En nog veel meer. Dit alles natuurlijk vervat in Heytzes onnavolgbare stijl, waarbij associatieve gedachtesprongen en absurdistische humor vaak de motor van het gedicht vormen.
Miel Vanstreels
Miel Vanstreels
Miel Vanstreels (1951) blikt in zijn onlangs verschenen bundel De eerste zeventien met eenvoudige, anekdotische gedichten terug op zijn jeugdjaren. Vanaf de eeuwwisseling schrijft hij alleen nog fiets- en wielergedichten terwijl daarvoor ouderdom en dood de voornaamste thema's in zijn werk waren.
Poëzie Kort 2018 / 4
Poëzie Kort 2018 / 4
In ‘Poëzie Kort 2018/4’ recensies van Yolandi de Beer, Hans Franse, Hans Puper en Lennert Ras over ‘Voor ek my kom kry’, de bundel van Pirow Bekker die het soms rauwe leven in Zuid-Afrika weerspiegelt, het debuut ‘Hemeltranen’ van Esther de Beun, ‘Het Liegend Konijn 2018/2’ en de vervreemdende bundel ‘Dembrandt’ van Marc van der Holst.
"Het juiste woord"
"Het juiste woord"
In de serie 'gesprekken met Meandermedewerkers' het vierde gesprek: Marten Janse met Inge Boulonois die belang hecht aan de logica van taal, veel voldoening put uit haar passie voor poëzie en stilte nodig heeft om te kunnen schrijven en zo haar idioom van geluk vormt.
Stefan Hertmans - Onder een koperen hemel
Stefan Hertmans - Onder een koperen hemel
Herbert Mouwen is zeer ingenomen met de nieuwe bundel van Stefan Hertmans: ‘Onder een koperen hemel’ is wat de vorm en leesbaarheid betreft een toegankelijke dichtbundel, maar dat geldt zeker niet voor de inhoud.’ Maar wie de moeite neemt om in de bundel door te dringen wordt beloond. Mouwen typeert hem als een betekenisvolle bundel, die in zijn ogen nu al een mijlpaal is in de dichtkunst van de lage landen.
Harmen Malderik
Harmen Malderik