Archief
Martine Brander
“Wat wil je later worden als je groot bent?” het antwoord “schrijver”. Onlangs heeft Martine Brander besloten dat later nu is, en zij groot. Gelijk heeft ze. Haar gedichten hebben een prachtige beeldtaal, ‘de ribfluwelen schouders van de nacht, het dorp een blokkendoos vol opgerolde mensen, zachte armen van kastanje, sterrenmossen aarde, door boomwortels gewiegd als een houten kind.’
Miriam Van hee & Hester Knibbe – Er staat te gebeuren
Recensent Herbert Mouwen las het Poëziegeschenk 2023, ‘Er staat te gebeuren’ van Miriam Van hee en Hester Knibbe, dat zij in het kader van de Poëzieweek van 2023 schreven. Het thema van deze week en van deze bundel is ‘Vriendschap’, vandaar ook de keuze voor deze twee bevriende dichters. Mouwen constateert dat poëzie en vriendschap hand in hand kunnen gaan, en dat er veel antwoorden worden gegeven op vragen die de moeite van het lezen meer dan waard zijn, maar vindt het ‘jammer dat de kwaliteit van de twee gedichten te weinig in evenwicht was’.
Nieuwsbrief 13 / 26 maart
Leren van de natuur in de poëzie van Leo Herberghs
De natuur kan van een grote omvattende harmonie zijn of van een eigenzinnig voortwoekerende macht. Bij Leo Herberghs is het een poging het geheim te ontsluieren waarin de elementen van bomen lucht en veld zich hullen. Een criticus noemde Herberghs 'een notulist van het veronachtzaamde'. Pieter Sierdsma over Ochtend, een gedicht uit de vroege bundel Lessen in landschap.
Poetry International viert de verbeeldingskracht van dichters
Had u al eens gehoord van het Bruto (Inter)Nationaal Geluk? Wilt u zichzelf verrijken? Uw toekomst verduurzamen? Heeft u daarbij wel eens aan dichters gedacht? Ontmoet op het 53ste Poetry International Festival verrassende dichters uit de hele wereld en laat u inspireren door hun grenzeloze verbeeldingskracht; als optimistische bron van nieuw inzicht. There is a poem for that!
Renée van Riessen - Het komende leven
Æde de Jong heeft genoten van ‘Het komende leven’, een bundel van Renée van Riessen: ‘’Deze bundel is van opnieuw beginnen doordrongen. Waar de dood voor steeds meer mensen het grote niets inluidt, een mooie term voor botweg het einde – althans voor ‘het zelf’, als dat al bestaat – is het komende leven het leven dat de Messias zal inluiden. Hoe dat komende leven eruitziet, daarover verschillen de meningen, maar Van Riessen doet enkele suggesties.’’
Interview Sara Eelen
Sara Eelen stelt dat het ‘de tijd is die ons controleert’. Ze weet niet of ze zich met zoveel gemak in de huidige tijd beweegt, de verwachtingen of eigenaardigheden die komen kijken bij onze digitale, individu- en materie-gerichte samenleving. Ze merkt dat ze ‘als vanzelf’ altijd over de invloed van tijd schrijft. Poëzie biedt verstilling, vertraging. Poëzie moet niet pretenderen ons te kunnen redden.
Philip Huff - Ik meld mij af, ik meld mij aan
Peter Vermaat vraagt zich af of ‘Ik meld mij af, ik meld mij aan’ van Philip Huff geen bijproduct is van zijn meest recente roman? En ook of debuteren als dichter toevallig op de bucket list stond van Huff? Want: ‘Niet alles wat je met witregels doorspekt, wordt daarmee tot poëzie. Niet alle teksten die je nummert met I tot en met IV krijgen daarmee een samenhang. Niet iedere vergelijking van het een met het ander wordt daarmee beeldspraak.’
Elly Stolwijk
Dichter Elly Stolwijk schreef deze winter over ‘vader en de narigheid die hij in de oorlog heeft meegemaakt.’ Terwijl een huisbewaarder zegt ‘zo ziet het eruit in de lente’ concludeert zij ‘zo zullen verschijnselen altijd samenkleven, / versterkt door een litteken op het hoornvlies’. Liefdevol roept ze een dode geest tot leven, haar vader ‘bestaat nu uit letters, woorden, zinnen, een onaffe sage.’
Tarek Eltayeb – Hier loopt niemand achter iemand aan
Maurice Broere buigt zich over Arabische poëzie met de bundel ‘Hier loopt niemand achter iemand aan’ van Tarek Eltayeb. Lore Baeten stond garant voor de Nederlandse vertaling. Hij concludeert: ‘Een boeiende bundel met aansprekende thema’s zoals: liefde, schaduw, dichten, fantasie, je eigen weg gaan.’ Ook over de vertaling is hij te spreken.
Nieuwsbrief 12 / 19 maart
Honderd Jaar Dada
Hans Franse over een kunststroming die geen kunststroming was, maar alles te maken had met de Eerste Wereldoorlog: DADA. Een groep kunstenaars, bijeengebracht door de vlucht voor de oorlog, brak de taal die medeverantwoordelijk was voor die onmenselijke oorlog af en ridiculiseerde de hogere kunst van de goddelijke, hemels geïnspireerde dichters met een Hoofdletter D: het zorgvuldige estheticisme bleek een leugen.
Klassieker 269 : Peter Verhelst – ‘Man met piano, Kiev, Oekraïne, 2014’
In de bundel 'Wat ons had kunnen zijn' (2018) noemt Peter Verhelst (°1962) zijn gedicht ‘Man met piano, Kiev, Oekraïne, 2014' een ode aan Markiyan Matsekh, de man die tijdens een betoging zowaar piano speelde. Achter zijn rug bevond zich een groep demonstranten, tegenover hem vormde de oproerpolitie een ondoordringbare muur. Het bijzondere, geëngageerde gedicht wordt besproken door Herbert Mouwen.
Liesbeth Lagemaat - Simones en Dianina
De bundel ‘Simones en Dianina’ van Liesbeth Lagemaat, vertelt een mythisch scheppingsverhaal. Hettie Marzak noemt het betoverende poëzie en zegt: ‘Met grote verbeeldingskracht en vanuit een nog grotere belezenheid vertelt Lagemaat deze ontstaansgeschiedenis in bevreemdende beelden en magische taal. Dromen en realiteit worden dooreen geweven en lenen zich voor diverse interpretaties, waarvan met geen mogelijkheid te zeggen is welke de juiste is.’
Interview Fleur Bourgonje
De nieuwe bundel van Fleur Bourgonje, ‘Het geheugen van een huis’, is aanleiding voor een gesprek. Over hoe eeuwenoude kunst de alledaagse destructie overstijgt, schoonheid het wint van lelijkheid, de intensiteit van de zintuigelijke waarneming, vluchtelingen, nomaden, ontheemding en ontreddering, bescherming en veiligheid van een thuis en toekenning van waarde. En dan vergezeld van prachtige gedichten.
Jacob Groot - Lichttabletten
Recensent Douwe Wilts leest en bespreekt de nieuwste bundel van Jacob Groot, ‘Lichttabletten’, en krijgt het gevoel dat hij niet alleen poëzie leest, maar ook een toneelstuk bekijkt, in een stijl ‘alsof er nog weinig vaststaat, alsof de personages elk moment hun zinnen kunnen hernemen.’ Hierin herkent Wilts ook het thema van de bundel: de mogelijkheid dat de geschiedenis alsnog gewijzigd wordt, dat het genomen afscheid niet definitief is. De poëzie van Groot doet wat Wilts betreft precies wat goede poëzie moet doen: ‘de wereld in een ander licht zetten.’
Sneeuwwitje op haar Elburgs
Wie kent niet het sprookje van Sneeuwwitje, die volgens een toverspiegel de mooiste van het land is, hetgeen de woede wekt van haar stiefmoeder de koningin. Dichter Jan G. Elburg zette dit sprookje drastisch naar zijn hand en creëerde een heel nieuwe versie. Jan van der Vegt las het gedicht dat in de nagelaten papieren van Elburg werd aangetroffen.
Ruth Lasters - Tijgerbrood
Volgens Marc Bruynseraede is de taal in ‘Tijgerbrood’ van Ruth Lasters, een reddingsboei om de imperfectie te lijf te gaan. ‘De essentie waar ze naar streeft, de zwarte doos van het gedicht of het archetypische beeld, dat blijft hangen in de gedachten, maken van haar meer dan ooit een boeiende dichteres en een onafhankelijk Stadsdichter in de ware zin van het woord.’
Nieuwsbrief 11 / 12 maart
Anders gebekte buren
Rogier de Jong over ‘het Vlaamse gevoel versus Hollands verstand’. Het Nederlandse taalgebied kent twee dichtvormen, een Zuidelijke en een Noordelijke, die blijkbaar uit elkaar drijven. Maar is dat erg? Wellicht beïnvloeden we elkaar over de grens heen en dat is mooi – maar echt Zuidelijk zullen wij Hollanders nooit worden zoals de Vlamingen onze calvinistische inborst als een curiositeit zullen blijven beschouwen.
Karel Wasch
Karel Wasch is verliefd. Waren het in zijn meest recente bundel nog dichters die over engelen droomden, nu is het ‘alsof uit de sterrenlucht een God naar beneden reikte, ons optilde, in zijn hand bekeek, om daarna een nieuw sterrenbeeld van ons aan de hemel neer te zetten’. De zon werd gewassen tot karmijnrood. De wanhoop is vervlogen.
Wouter Godijn - Poging een luchtig gedicht te schrijven
Voor wat betreft de bundel ‘Poging een luchtig gedicht te schrijven’ van Wouter Godijn vraagt Ivan Sacharov zich af: ‘Wat is er – voor een gerenommeerd dichter – moeilijk aan om een luchtig gedicht te schrijven?’ Hij geeft zelf het antwoord op deze hamvraag: ‘’Ja, het is zéker moeilijk om een luchtig gedicht te schrijven! Niet omdat de wereld om ons heen als een kaartenhuis in elkaar stort, maar omdat een gedicht in essentie uit (bewegende) lucht bestaat. Als het een goed gedicht is, natuurlijk. Een gedicht met een vleugje ‘geest’ erin.’’
Interview Taco van Peijpe
Stilstaan, nadenken en dromen doet dichter Taco van Peijpe altijd, soms letterlijk op een wandeling. Wat hij denkt en voelt hoef hij niet per se op te schrijven, maar het dichten voorziet wel in de behoefte creatief bezig te zijn. Misschien dat oudere dichters wat voorzichtiger zijn omdat ze hun eigen beperkingen hebben leren kennen?
Johanna Pas, Lies Colman, Koen Broos – Voor mij alleen
Maurice Broere bespreekt ‘Voor mij alleen’ van Johanna Pas, Lies Colman en Koen Broos, respectievelijk dichter, pianiste en fotograaf. Een bijzondere en verzorgde uitgave geïnspireerd op het leven en de muziek van de Belgische componist Guillaume Lekeu. Wat betreft de gedichten stelt Broere: ‘Enerzijds zijn ze helder en begrijpelijk, anderzijds blijft veel vaag.’ Dit, in combinatie met de geringe hoeveelheid gedichten, stelt hem enigszins teleur.