Archief
Daan Cartens - Mijn vriend herinnering
De vijfde bundel van Daan Cartens, ‘Mijn vriend herinnering’, geeft meer prijs naarmate je hem vaker leest, vindt Hans Puper. Dood, verleden en het nu zijn in iedere afdeling nauw met elkaar verbonden. Door herhaling van woorden en begrippen zet hij op een onopvallende manier een interne symboliek op en de vormgeving van de gedichten is schijnbaar eenvoudig, maar vaak tot in details verrassend.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (19)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het negentiende antwoord komt van Janine Jongsma.
Marie Brummelhuis - Nee, niet weer over vlinders
In de verrassende debuutbundel van Marie Brummelhuis, ‘Nee, niet weer over vlinders’, vindt recensent Hettie Marzak een dichteres die zich niet opnieuw probeert te verliezen in herinneringen en rouwbeklag, maar die juist gedichten schrijft als vlinders ‘licht, kleurig en dansend van onderwerp naar onderwerp’. Brummelhuis schrijft directe, persoonlijke gedichten in toegankelijke taal en: ‘haar originele invallen en verwoordingen daarvan zijn verfrissend en zetten alledaagse dingen in een ander licht, alsof je een caleidoscoop een kwartslag draait.’
Nieuwsbrief 43 / 14 november
Plagiaat
Columnist Karel Wasch over plagiaat. “Ieder bedrog heeft nieuwe ontwikkelingen in zijn kielzog!” zo stelt hij maar “de vraag blijft: waarom overschrijven? Beter goed gejat, dan slecht zelf verzonnen? Wie het weet mag het zeggen!” Terwijl Dylan Thomas ‘Fucked out Yeats’ riep toen hij een gedeeltelijk overgeschreven gedicht onder ogen kreeg gekopieerd van een vers van W.B.Yeats, horen we Wasch roepen ‘De smeerlap’!
Literaire herinneringen aan Groningen (1)
Voor wie het nog niet wist: de stad Groningen heeft een rijk literair verleden. Vasalis, Belcampo, Waskowski, De Vries…Hermans, Kopland, Van Wissen, Rawie… al deze namen en nog veel meer zijn verbonden met de Martinistad waarin dichter, columnist Rogier de Jong geboren en opgegroeid is. Het eerste deel van een drieluik over zijn literaire herinneringen aan de stad Groningen.
Arjan Peters – Belvedère
In de debuutbundel ‘Belvédere’ maakt literair recensent Arjan Peters de overstap naar dichter. Kamiel Choi vindt het dapper, maar het debuut heeft geen eeuwigheidswaarde: ''Dit is een dichterschap dat veel heeft afgekeken en de effecten beheerst, maar uiteindelijk niet weet te overtuigen. 'Belvedère' is een persoonlijke bundel van een groot poëzieliefhebber wiens handen zijn gaan jeuken om een proeve af te geven van zijn eigen kunnen.''
"Poëzie en literatuur zijn een vorm van kunst, en kunst heeft meer nodig dan techniek, het schrijfvak alleen."
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het zevenendertigste gesprek, met Jinze de Klerk. Over hoe het misschien nodig is voor een magazine als het onze om wat interactiever te worden, verbindingen aan te gaan, met ruimte voor discussie, debat, interpretatie en andere sociale media maar ook over poëzie en literatuur als een vorm van kunst.
Hansko Visser - wuivend en buigend
De debuutbundel ‘wuivend en buigend’ van Hansko Visser, staat vol met mededelingen die voor de dichter relevant zijn, maar de vraag is wat de lezer ermee moet? Wim Platvoet: ‘Hetzelfde geldt voor woorden, plaatsen, situaties en gebeurtenissen die waarschijnlijk voor de dichter zelf uiterst betekenisvol zijn, maar die voor de lezer door het gedicht toch niet tot leven komen.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (18)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het achttiende antwoord komt van Hettie Marzak.
Hafid Bouazza – Schoon in elk oog is wat het bemint
Paul Roelofsen heeft genoten van ‘Schoon in elk oog is wat het bemint’ van Hafid Bouazza. ‘Deze uitgave van vertalingen van de erotische klassieke poëzie van Arabische dichters bevat integraal vijf herziene bundels van Bouazza en beslaat bijna 800 pagina’s aan liefdespoëzie, een zee aan voetnoten en aantekeningen, bronvermeldingen, een personenregister en een inleiding bij elk deel.’ Een longread.
Nieuwsbrief 42 / 7 november
Een gunstige wind
“De dichter en de luisteraar treffen elkaar op een plek in hun leven, een plek in een stad of dorp en het moment van de ontmoeting bepaalt mede of de woorden de dichter en de toehoorder – in de woorden van Jahan Valianpour – meenemen naar de hemel.” Jan Loogman beschrijft in deze column zo’n “opgetild moment”.
els van thuyne
Van els van thuyne prachtige observaties met ingehouden emotie. Een verademing eens niet over de dichter zelf te lezen maar over ‘de banale dood van een poes’, zoals de dichter zelf haar woorden begeleidde. Dichten is wèl mijn leven, zegt ze. Alsof ze zelf nog verwonderd is over haar gave de alledaagse dingen in woorden te vatten.
Bloemlezing - Ik wil de slak zijn die haar huis draagt
‘Ik wil de slak zijn die haar huis draagt’ valt meteen op door de kleurrijke cover, ook de inhoud is speels en aantrekkelijk en dat is niet voor niets. Deze bloemlezing is bedoeld om de jeugd in aanraking te brengen met poëzie in het secundair onderwijs in Vlaanderen. Over tien jaar zou een - nu gloednieuwe exemplaar - beduimeld in iedere schoolkast moeten liggen vanwege intensief gebruik. Een recensie van Janine Jongsma.
Ivo de Wijs leeft dit jaar een halve eeuw van pen en stem.
Aangezet door zijn grote passie voor de natuur en de taal werd Ivo de Wijs cabaretier, tekstdichter, presentator, kinderboekenschrijver, wat al niet. Het aantal liedjes dat hij schreef, zal ruimschoots de duizend overstijgen. En op zijn lauweren rusten is er nog niet bij, al zal hij zich niet meer wagen aan bewerkingen van oude Nederlandse literatuur. Een interview van Inge Boulonois.
Corinne Hoex - Et surtout j’étais blonde / en daarenboven blond
Maurice Broere recenseert de bundel ‘Et surtout j’étais blonde/en daarenboven blond’ van Corinne Hoex, vertaald door Katelijne De Vuyst. Hij vindt in de compacte taal een sfeer van spanning en dreiging, van mishandeling en seksueel misbruik. De foto op de omslag en de dramatiek in de gedichten maken het misbruik bijna tastbaar. ‘Een bundel met een indrukwekkend thema.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (17)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het zeventiende antwoord komt van Ivan Sacharov.
Amanda Gorman – The Hill We Climb
Het veelbesproken inaugurele gedicht ‘The Hill We Climb’ van Amanda Gorman deed denken aan de ‘I have a dream’-toespraak van Martin Luther King. Over de Nederlandse vertaling is veel gedoe geweest. Nu is de bundel uit in de vertaling van Zaïre Krieger. Recensent Herbert Mouwen ging er eens voor zitten. Waarom bleef uitgeverij Meulenhoff niet achter hun keuze staan voor van Rijneveld? Nee toch, sensitivityreaders? Hoe is de vertaling uiteindelijk uit de verf gekomen? Hij dook in de hele kwestie en schreef een longread.
Nieuwsbrief 41 / 31 oktober
Melkwoud, geen melkbos
Gastcolumnist Jan van der Vegt over het laatste meesterwerk van Dylan Thomas, Under Milk Wood, en de diverse vertalingen van dit - als stemmenspel voor radio geschreven - stuk dat zo zinderde van leven en drama dat het ook in het theater opgevoerd kon worden. De kracht van Claus, de foutloze versie van Bindervoet, blijft het taalplezier even meeslepend en herkenbaar als in de eerste versie?
Robin Veen
De poëzie van Robin Veen is intrigerend, alsof ze op iets belangrijks wijst dat anders net buiten ons waarnemingsveld valt. Wat is ruimte nog, zegt hij, als je erin opgesloten bent. Op zoek naar het juiste woord voor stilte, verdwijnt de tijd en vergeet hij wanneer het gisteren was. En wij met hem.
Rob de Vos-prijs 2021 Eervolle vermeldingen (II)
De laatste drie dichters met hun werk stellen zich vandaag voor. Ook zij werden genomineerd en kregen een eervolle vermelding bij onze poëziewedstrijd. Drie verschillende sterke gedichten die indruk maakte op de jury. Laat u verrassen en lees het vakkundige commentaar van onze jury.
"De rol die de poëzie in m’n leven speelt is louter existentieel."
Ruud Offermans maakt gedichten van het restmateriaal van zijn verhalen. Zijn poëzie wordt geheel intuïtief geschreven terwijl zijn proza meer op het denkvermogen geconcentreerd is. De rol die de poëzie in zijn leven speelt is louter existentieel: waar ben je? waar ga je naartoe? waar kom je vandaan?, wat wil je? Zijn universele thema is taal en landschap. Vooral daar waar beide samenkomen.