Archief
Een gemankeerde zoektocht
Roel Weerheijm werd in 1983 geboren in Middelburg. Hij is literair redacteur bij De Boekenkrant. Daarnaast schrijft hij een column voor Juncto, het tijdschrift van de rechtenfaculteit van de Universiteit Utrecht. Voorts schrijft hij verhalen, gedichten en essays, die in o.a. Dighter, Kluger Hans en Deus ex Machina verschenen, en die op verschillende podia te horen waren.
Gedichten
Erik Spil
Bejaardenbal
vanuit het balkon gezien,
-de nabije dood;
blauwspoeling met permanent
als een schuimende rivier, daarin
hoofden als kale rotsen
hun dansen is slechts
het kreuken van ruiten en bloemen
in colberts en jurken
de vloer is van pantoffels.
een glaasje advocaat als zonnige gedachte
naar vroeger; dagen aan het strand;
ze staan vast op die bruine foto's,
nooit een dag ouder geworden.
Robert Hass - gedichten
Robert Hass
EZRA POUNDS GRONDSTELLING
Schoonheid is seksueel, en seksualiteit
Is de vruchtbaarheid van de aarde en de vruchtbaarheid
Van de aarde is economie. Ofschoon hij op het punt van financiën
Geen aanbeveling voor dichters is,
Dacht ik aan hem in de drukkende hitte
Van nachtelijk Bangkok. Niet ouder dan veertien slentert ze op je af
Buiten het Shangri-la Hotel
En zegt in verstaanbaar Engels,
‘Wat denk je van een feestje, stoere jongen?’
Zo gaat het min of meer in z’n werk:
De Wereldbank regelt het krediet waarna de stuwdam
Driehonderd dorpen onder water zet en de dorpelingen hun weg vinden
Naar de stad waar hun dochters in de bomvolle straten oplossen,
En de
Johanna Geels - Detox
Detox, de tweede bundel van Johanna Geels, beweegt zich tussen de polen mierzoet en inktzwart. Lieve meisjes met roze slapen worden wreed aan stukken gescheurd. Het opgeven van hun onschuld, een kinderlijke sprookjeswereld, gaat gepaard met ernstige ontwenningsverschijnselen. En het zijn, zo leest Wilma van den Akker, niet alleen de meisjes met wie gruwelijke dingen gebeuren.
Je zoekt een weg en komt uit bij de restruimte
Marijke Hanegraaf (1946) werkte als chemisch analiste en schreef jarenlang artikelen, reportages en verhalen voor de jeugdbladen Okki en Taptoe. Vanaf 1994 concentreerde ze zich steeds meer op het schrijven van poëzie, wat in 2001 leidde tot haar de debuutbundel Veerstraat bij De Arbeiderspers. Deze werd enthousiast ontvangen en in 2002 genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs. In 2006 verscheen haar tweede bundel, Proefsteen, in de zomer van 2010 gevolgd door Restruimte. In deze nieuwste bundel speelt zij met dit begrip: restruimte is de ruimte in de marge, onbestemd en toch onmisbaar. Ook in onze geest kunnen we zo’n restruimte vermoeden.
De jonggestorven dichters van Jürgen Smit
Jürgen smit houdt een buitengewoon boeiend weblog bij over jonggestorven dichters. Sander de Vaan vroeg hem waar die belangstelling voor deze onfortuinlijke groep poëten vandaan komt.
Nieuwe gedichten van Ruud Offermans
Tijdens een stage in het tropisch regenwoud van Guyana ging Ruud Offermans gedichten schrijven. In 1998 resulteerde dat in de bundel In het midden van de stilte' (Fantastikè, Maastricht). In 2009 is de bundel Aan de andere kant van de winter uitgekomen, een bloemlezing uit 16 jaar dichten.
De zee is een weg
Tania Corrèa Alegria werd in Brazilië geboren maar woont tegenwoordig in Lissabon. Ze studeerde rechten en Sociale Wetenschappen en werkte in de maritieme transportsector. In 2008 publiceerde ze de tweetalige Spaans-Portugese bundel InVerso en in 2010 het Spaanstalige Memorial de Exorcismos.
Fa Claes vertaalde een aantal van haar gedichten en Sander de Vaan had een mailgesprek met de Braziliaanse, die zich prima thuisvoelt in haar ‘nieuwe’ vaderland Portugal.
Gedichten
Tania Alegria
ZELFS LACHEN DOET PIJN
Die droefheid is zelfs niet behandelbaar.
Als endogene en kwaadaardige cel
sticht ze wisselvalligheden in mijn uren,
slaat in mijn aders, ondergronds,
bij het pompen van de systole van de tijd
om de gang der dagen vooruit te duwen.
Ik weet niet wanneer ze kwam, niet hoe, niet vanwaar,
of iemand ze met de hand tot aan mijn oevers bracht;
de jaren die aan hun juk zijn gebonden sleepten haar mee
of ze kwam op haar voeten, geslepen en hebzuchtig,
meegesleurd door de gal van mijn stigma’s.
Zeker is dat de voorkant van de klokken primeert
en het touw rond mijn nek snoert
met haar ogen van afgrond,
haar handen van metaaldraad.
Onder haar
Gedichten
Marijke Hanegraaf
Een ster, een kind
Schemering zet licht op een hoogwerker
een gave ster en grijpbaar.
In de duisternis ontstaat een oude vraag:
hoort bij de ster een kind?
Zo’n kind gezien
vanuit een hemelsblauwe trein
met care erop jagend langs grijze seinen
door de winter van Europa
met aan de route een versleten hek
ademend in zijn hangslot
zo’n kind dat zwaait
naar het geratel in de avond
een porseleinen pop
tot barstens in de armen.
Gedichten Ruud Offermans
Ruud Offermans
Lente
Limburgs landschap in het ginder
plukjes wit tegen een helling
de eerste bloesem van het jaar
ze versieren het landschap
bloemen doen me denken aan thuis
aan overal waar we zijn gebleven
Lieke Marsman - Wat ik mijzelf graag voorhoud
'Lieke Marsman is twintig. Als ze de rest van haar leven iedere twee à drie jaar een bundel produceert, zit er een oeuvre van tientallen bundels in. Wat een rijkdom zal dat zijn voor de Nederlandse poëzie.' Aldus Bouke Vlierhuis aan het slot van zijn bespreking van Wat ik mijzelf graag voorhoud.
Klassieker 141: Marnix Gijsen - De krantenvrouw
Karin Doornik bespreekt 'De krantenvrouw' van Marnix Gysen. Wij worden als lezer meegenomen naar een tafereel in een stad bij nacht, we zoomen als het ware in op die ene straat in een onbekende stad die tegelijkertijd elke stad kan zijn. Dit hele gedicht gaat over de vergeefsheid van de boodschap van Jezus in het Nieuwe Testament, de mensen horen en zien de verkondigingen in de Bijbel niet. Tot zover de zedenles. Tegelijkertijd kunnen we in dit gedicht ook de toekomstige agnosticus zien die Gijsen later zou worden.
Marc Tritsmans - Studie van de schaduw
Tritsmans is zich voluit bewust van de vergankelijkheid van dit leven. Met zijn dichterschap probeert hij zich te weer te stellen tegen de moeite die het bestaan hem geeft. Wie ben ik? Waarom ben ik hier? Waarnaar ben ik op weg? Twijfel, scepsis, maar ook momenten van hoop, het zoeken naar de heilige graal, telkens opnieuw weer. Er zit vaart in zijn gedichten. Ze intrigeren. Hoewel het allemaal al eens gezegd is, weet Tritsmans je mee te nemen in zijn existentiële excursies, zo stelt Johan Reijmerink in zijn bespreking van Studie van de schaduw.
Bernlef - Kanttekeningen
Plato zocht naar kennis waaraan men niet behoeft te twijfelen. Zij is niet in deze wereld, maar voorbij deze wereld, in het Rijk der Ideeën of Vormen. Wij mensen dragen het onveranderlijke wezen van de dingen, zoals de kleur, de liefde, de schoonheid, de zuiverheid nog rudimentair in ons. Bernlef heeft in zijn nieuwe bundel Kanttekeningenzijn ideeën over fundamentele verschijnselen, gewaarwordingen en ervaringen in krachtige gedichten bijeengebracht. Ze lijken, zo stelt Johan Reijmerink vast, zijn kleine ideeënleer in kort bestek te bevatten.
'Een spel moet je ernstig spelen'
In het jongste nummer van nY vielen Jeroen Dera de gedichten van Maarten van der Graaff (1987) op. Wie is deze dichter die de kitsch en het sentiment in zijn poëzie wil opzoeken?
Maren Mostert
Maren Mostert is dichter en vertaler. Momenteel is ze bezig met de vertaling van een dikke fantasyroman van Juliet Marillier.
Voor haar is poëzie ‘een ode aan de eenvoud: met weinig woorden veelzeggende beelden scheppen’. Uit de gedichten die zij pas geleden instuurde blijkt haar trouw aan deze opvatting.
Gedichten
Peter Swanborn
Draad
Een draad van glas hangt boven
het bed. Hij trilt en schittert, golft
langs kussens, lakens, over huid
naakt en doorzichtig, schermt af,
nodigt uit, maar heeft geen haast.
Lost hij op, straks, achter haar rug,
een ladder na de laatste drenkeling
binnengehaald? Of valt hij neer, wikkelt
het lijf dat achterblijft, klein en koud,
in windsels van onbreekbaar licht.
Gedichten
Maren Mostert
verlaten oord
boven de opgedroogde zee
een gebarsten woestijn
de meeuwen die blijven krijsen
en niemand die ze hoort
geen levende ziel sterft hier
een mooie dood
geen sterveling vindt hier
nog een teken van leven
alleen het zand schuurt
onverbiddelijk
langs verloren woorden
en verspilde tijd
zo naakt ben jij
zonder het te weten
Ik zou willen dat een gedicht nooit af is
Schrijver en journalist Peter Swanborn (1963) debuteerde in 2007 als dichter met Bij het zien van zijn lichaam, in de Contrabas-reeks. In 2009 publiceerde hij in opdracht van de Zeeuwse Slibreeks een bundel met liederen over verdronken Zeeuwen: Een koud bad. Bij uitgeverij Podium verscheen later dat jaar Tot ook ik verwaai, een bundel waarin Swanborn in 37 gedichten de voortschrijdende dementie van zijn moeder beschrijft. "Ik schrijf graag over een thema dat dichtbij ligt. De kunst is alleen om zo te schrijven dat het ook voor de lezer dichtbij komt. En het één komt niet uit het ander voort, integendeel. Je moet zelf eerst afstand nemen, wil de lezer jouw werk oo
Gedichten
Maarten van der Graaff
Brandende longen, schreeuwvogels
Hoofd zit vast in wat
brutaalweg nachten worden genoemd,
maar erg behendige, lichtgevende dingen zijn: ik vind
mij.
De lichamen van de goden worden vervuld, er
stort regenwater in de letter, luister!
Donkere nieuwsgierigheid is vrijgelaten uit de muil van de opwekkende natuurwetenschap.
Ik ben bang.
Ik heb het bestaan minder belangrijk gevonden en vervangen door brandende longen
schreeuwvogels: het zwijgen met de schroeven aan de
zijkant van de letter.
Ik zit neer, ik ben gevlucht tot aan de afgrijselijke lach van de zee.
Ik ga voor lange tijd op de open oceaan die opflakkert en terug naar de moerassen
waar een maaie
Erik Bindervoet - Het spook van de vrijheid
Erik Bindervoets Het spook van de vrijheid is volgens Bouke Vlierhuis een onevenwichtige bundel. Enerzijds laat Bindervoet zien dat hij een erudiet en vakkundig dichter is en levert hij een groot aantal interessante gedichten af, anderzijds staat er ook veel in deze bundel dat, hoe virtuoos ook, eigenlijk te 'dun' is.
Martijn Neggers - Tegen de draad
Podiumdichter Martijn Neggers gaat in Tegen de draad niet in alle gedichten voor het makkelijke succes van de staccatopoëzie. Als hij de blues zingt, bijvoorbeeld, en vooral als hij zich waagt aan een heuse roman.
Alexis de Roode - Gratis tijd voor iedereen
Gratis tijd voor iedereen, de nieuwe bundel van Alexis de Roode, is heel onderhoudend, maar heeft een misleidende titel. Er wordt geen tijd verstrekt op deze bladzijden, en al helemaal niet gratis. Ivan Sacharov gaat er gretig in op zoek naar gedichten met een 'bite'; het is even zoeken, maar hij vindt ze.