Archief
Ingmar Heytze
Ingmar Heytze (16 februari 1970, Utrecht) publiceerde acht dichtbundels, drie dagboeken, een bundel miniaturen en Het beste en de rest, een keuze uit eigen werk. Naast eigen werk schrijft Ingmar Heytze een wekelijkse stadskroniek voor het AD Utrechts Nieuwsblad en een sportcolumn voor de maandageditie van de Volkskrant. In november 2008 ontving Ingmar Heytze de Utrechtse C.C.S. Croneprijs voor zijn gehele oeuvre. Op 15 maart 2009 werd hij officieel geïnstalleerd als eerste Stadsdichter van Utrecht. Ingmar Heytze is op dit moment de hoogst genoteerde levende auteur in de Utrechtse Literaire Canon van de SLAU. Wanneer hij in 2011 afzwaait als stadsdichter, met achterlating va
Hanneke van Eijken
Hanneke van Eijken groeide op in een klein dorpje in Zeeland. De zee is dan ook vaak terug te vinden in haar werk. Haar poëzie werd gepubliceerd in diverse literaire tijdschriften en bloemlezingen en ze treedt regelmatig op bij literaire podia. Hanneke werkt als vrijwilligster bij het Poëziecircus en organiseert verschillende literaire activiteiten in Utrecht. Daarnaast schrijft ze een proefschrift over Europees burgerschap bij de leerstoel Europees recht. Hanneke houdt van Europees recht, reizen en ananas.
Daniël Vis
Daniël Vis woont sinds september 2008 in Utrecht waar hij, bij wijze van een bitter tussendoortje, wijsbegeerte studeert. Sinds 2009 treedt hij met enige regelmaat op, vooral in en om Utrecht. In januari 2010 werd van hem een gedicht opgenomen in de Dichtslamrap dichtbundel. Verder zal hij in de zomer voordragen op Dichters in de Prinsentuin en wordt een gedicht in de bijbehorende festivalbloemlezing geplaatst. Daarnaast stond hij afgelopen maart op de planken van i-Poetry live te Utrecht.
Anne Broeksma
Anne Broeksma (1987) studeert Nederlandse literatuur in Utrecht. Ze schrijft al sinds haar 15e gedichten onder het pseudoniem Kamerplant, maar treedt er sinds 2009 ook mee op. Ze deed vele dichtpodia aan waaronder Onbederf’lijk Vers en Dichters in de Prinsentuin en won enkele poetry slams. Ook organiseert ze vanuit het Poëziecircus iedere tweede woensdag van de maand de talkshow Slok op Utrecht, met nieuws, dichters en muziek. Haar favoriete dichteressen zijn Andrea Voigt en Esther Naomi Perquin.
Wouter Godijn - Wiegeliederen en blaaskikkermuziek
Bouke Vlierhuis las Wouter Godijns Wiegeliederen en blaaskikkermuziek en genoot van de hilarisch-hyperbolische beeldtaal erin, al realiseert hij zich dat dit ook een zelfondermijnend aspect is. Maar Godijn lezen is nu eenmaal je onderdompelen in onzekerheid.
Driehoeksverhoudingen in de poëzie
Tom van Haerlem (1957) publiceerde al een aantal malen in Meander. In 2005 verscheen de bundel Daglelies bij uitgeverij De Distel (Brussel 2005). Yvonne Broekmans had een gesprek met hem over streven naar perfectie en driehoeksverhoudingen in de poëzie.
Gedichten
Tom van Haerlem
de cirkelkwadratuur
Niets is zo
volmaakt als Pi. Zo af.
O marmeren bol! Zo gepolijst,
zo glad, dat vingertoppen hun houvast
verliezen als in eenzaamheid, jij bent de
ruwe schets, de onvolkomen replica van ‘t
perfecte! Zoals het Delftse 1521/484 dit is: de
onvolmaakte cirkelkwadratuur, aldus van Ceulen.
Dus Ludolph rekende stevig door naar het mooie:
Π> 3,14159265358979323846264338327950288,
Π< 3,14159265358979323846264338327950289.
Edoch helaas! Ook deze Delftse afgeleide was te
variabel als de uitkomst. Wiskundelippen bleken
niet in staat om het getal een staart te geven.
Pi ontglipte. Lambert be
José Saramago (1922-2010)
Peggy Verzett - Vissing
Volgens Johan Reijmerink gaat de poëzie van Peggy Verzett in Vissing ten onder aan een kakofonie van geluiden, doordat de lezer te grote sprongen moet maken. Verzett doet nauwelijks een poging om te voorkomen dat de lezer op doodlopende dwaalwegen van betekenis achterblijft.
Klassieker 133: Hendrik de Vries - Mijn broer
Wim Kleisen bespreekt 'Mijn broer ' van Hendrik de Vries uit de bundel 'De nacht' (1920). Een sfeer van beklemming en angst beheerst vanaf het eerste vers het hele gedicht.
Gedichten
Maarten Embrechts
Hetzelfde
Jij en ik wij zijn onvolmaakter in elkaar
gezet dan onze vaders We denken dat
we hen herhalen en vechten ’s nachts
Zal ik het mannetje Zal jij het vrouwtje
Onder de lakens spuwen we hun ergste
zonden uit Steeds willen we van opzij
naar de geboorte van de wereld kijken
De handzame krukken van de poëzie
Maarten Embrechts (1946) is een poëtische laatbloeier. Niettemin ontpopt hij zich in een tempo dat de lente eer aan doet. Vorig jaar stonden zijn gedichten in De Brakke Hond, komend najaar verschijnen ze in Het Liegend Konijn. Nu is de beurt aan Meander.
Daniël Dee - Monsterproof
'Televisiereclames, alcohol, de dood, de liefde: als thema's voor poëzie zijn ze volledig uitgekauwd en onuitputtelijk tegelijkertijd. Er is een dichter van formaat nodig om over deze onderwerpen nog iets origineels op papier te zetten. Daniël Dee (1975) is zo'n dichter', stelt Bouke Vlierhuis vast en hij levert er in zijn recensie vervolgens de argumenten bij.
Schrijven: een heilig en heerlijk moeten
'Leuk, leuk, dat is zo’n woord', antwoordt Carla Boogaards op de vraag wat er leuk is aan het geven van schrijflessen. 'Ik hou van lesgeven, kennis doorgeven. Ik ben een beroepsgek. Streng, dat ook. Talent kan ik mijn studenten niet geven, ik kan wel helpen het talent te ontwikkelen. Dat ze teleurgesteld zijn als het niet in één keer lukt, dat snap ik niet. Echt, ik snap niets van dat bozige en verongelijkte.'
Gedichten
Carla Bogaards
Schon wieder ist von meiner Zeit ein Lebensjahr dahin *
De tijd van een minnaar zo jong dat hij van een beetje coke al in mijn bed plaste,
zocht ik jaar op jaar naar het vuurwerk van de Chinese families,
er een camee in mijn ogen werd geprojecteerd
vanaf de straathoeken die ik op mijn zoektocht overstak,
er joegen Wedgewood blauwe sneeuwstormen door de lege bossen van onze verjaarskalender,
backstage dronken we whisky en champagne, we rookten filtersigaretten,
gulzigaards dat waren we, ik ook, maar ons lichaam deelden we,
Jezus volgend; neem dit brood dit is mijn lichaam, drink deze beker wijn, mijn bloed,
ik verdien meer dan
Jongleren met de werkelijkheid
Jelmer van Lenteren won onlangs in de regio Gouda de voorronde van WriteNow!, de schrijfwedstrijd voor jongen in Nederland en België die erom bekend staat nieuw talent te lanceren. Meander merkte zijn inzending op en legde hem enkele vragen voor. Jelmer schrijft al sinds zijn dertiende. Op wat theaterteksten na was het altijd poëzie.
Gedichten
Vera De Brauwer
Kalme zee
Zo is het ons uiteindelijk vergaan:
als schepen zonder lading reizen wij.
Niet doelloos, neen, de sterren en de maan
zijn onze gids, zoals weleer toen zij
het trekken langs een vaste hemelbaan
aan ons als voorbeeld stelden. Ieder tij
bracht wrakhout mee uit onze oceaan.
Toch ging de dreiging, leek het, ons voorbij
toen wij voor anker lagen op de ree.
We deelden in de haven nog een kade
maar dan is elk een eigen koers gaan varen
alsof de trossen nooit verstrengeld waren.
Nu mijden we elkanders breedtegraden
en schrijven in ons logboek: kalme zee.
Gedichten
Jelmer van Lenteren
Mama
Niets dan kracht ontglipt mij bij het dragen van jouw haar.
Een Albert Heijntas dient als doodskist voor jouw krullen.
Toen het uitviel zei je soms: "Geen haar op mijn hoofd
dat denkt aan blijven." Nu lig je daar broos en kaal.
Je wilde altijd al weg. Je wilde naar de dierentuin.
Naar een andere stad. Of gewoon een blokje om.
En als je was waar je was wilde je daar vandaan.
Jij kon nergens zijn. Alleen maar naar ergens anders onderweg.
Maar weg willen is wat anders dan weg moeten.
Ik bedek met mijn handen je hoofd. Ze worden een pruik.
Ik houd een spiegel bij. Je glimlacht nog een laatste maal.
Je zwakke blik is nog een vragende. Je wilt dat ik
'Alsof ik eindelijk de baljurk aantrok'
Vera De Brauwer: 'Mijn eigen gedichten moeten zo open zijn dat een lezer zich erin kan spiegelen, zonder dat ze per se multi-interpretabel zijn. Ik wil geen draadjes raffia aanreiken en de lezer een matje laten vlechten. Ik wil een eigen matje tonen waarvan de lezer de kleuren en het patroon herkent.'
Schrijven zonder internet haast ondenkbaar
Komend najaar bestaat Meander vijftien jaar. Internet - dat wil zeggen openbaar toegankelijk internet - bestaat niet veel langer. Internet heeft vast de literatuur veranderd, maar op welke manier? En wat kunnen we de komende jaren nog verwachten? We vroegen het aan Louis Stiller. De journalist, schrijver, hoofdredacteur en uitgever houdt zich al lang bezig met e-literatuur.
Frans Kuipers - Wolkenherdersliederen
Frans Kuipers schreef met Wolkenherdersliederen opnieuw een overrompelende bundel. Rijk, warmbloedig, geëngageerd, van de eerste tot de laatste bladzijde het waard om te delen. Een feest om te lezen.
Gerrit Komrij - De 21ste eeuw in 185 gedichten
Ivan Sacharov gaat uitvoerig in op Gerrit Komrij's De 21ste eeuw in 185 gedichten, vergelijkt deze met de Meanderbundel Nog een lente en doet zijn best de criteria van de samenstellers te achterhalen. Het niveau van beide bundels is gelijkwaardig, maar misschien kiest Komrij net wat 'schalkser'. Zou het een kwestie van de verhouding mannen - vrouwen in de bundels zijn?
Klassieker 132: Floor Buschenhenke - Magnetic resonance imaging scanner
Wilma van den Akker is danig onder de indruk van 'Magnetic resonance imaging scanner' van Floor Buschenhenke: Zelden krijg ik gedichten onder ogen die zo knap zijn opgebouwd en zoveel hoofd- en zijingangen bieden.
Pim te Bokkel - De dingen de dingen de dans en de dingen
'Pim te Bokkel is een veelzijdig en ambitieus dichter. Hij wil in zijn gedichten de wereld niet alleen bekijken en beter leren begrijpen, maar laat ook zien dat hij iets teweeg kan brengen, dat hij de wereld van de lezer kan veranderen. Als hij in dit tempo doorgaat zijn dichtkunst te perfectioneren staat ons van hem een indrukwekkend oeuvre te wachten.' Bouke Vlierhuis in de slotalinea van zijn lovende bespreking van het recent verschenen De dingen de dingen de dans en de dingen.