LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Wat Maakt Een Gedicht Goed? (68)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (68)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het achtenzestigste antwoord komt van Monica Boschman.
Iduna Paalman - Bewijs van bewaring
Iduna Paalman - Bewijs van bewaring
‘Bewijs van bewaring’ is de tweede bundel van Iduna Paalman. Herbert Mouwen was in 2019 onder de indruk van haar debuut, nu zegt hij dat zij in veel gedichten ‘de tijd openbreekt’ in haar poëtisch historisch onderzoek naar miskende vrouwen, ‘vrouwen die de tand des tijds niet of slechts gedeeltelijk overleefd hebben’. Toch vindt hij niet alle gedichten even geslaagd.
Nieuwsbrief 43 / 20 november
Nieuwsbrief 43 / 20 november
Het oprukkende woord
Het oprukkende woord
Hans Franse is een groot liefhebber van beeldende kunst en altijd geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen. Al vele jaren bezoekt hij de Biënnale in Venetië, nog fascinerender is Documenta in Kassel. Hij merkte veel taal op, veel luisteren en veel engagement met de dingen om ons heen, wat niet slecht is maar op een gegeven moment verlangde hij erg naar een verhelderend beeld.
Klassieker 265 : Roland Jooris – Giacometti
Klassieker 265 : Roland Jooris – Giacometti
Joost Dancet bespreekt het gedicht 'Giacometti' uit 'Vertakkingen' (2021) van de Vlaamse dichter Roland Jooris (°1923). Roland Jooris zet zijn portret in woorden van de gerenommeerde beeldhouwer visueel neer zoals de kunstenaar het zelf deed. Als lezer word je, nog meer dan in andere poëzie, uitgedaagd om traag en behoedzaam te lezen en te herlezen en zelf op zoek te gaan naar zin en betekenis, door verbanden te vinden tussen de woorden, en tussen de woorden en het onderwerp. 
Judith Herzberg - Doen en laten
Judith Herzberg - Doen en laten
Deze week opnieuw aandacht voor Judith Herzberg, vandaag bespreekt Maurice Broere ‘Doen en laten’, een bloemlezing van haar werk. ‘De gedichten staan stuk voor stuk door hun directheid en hun schijnbare eenvoud. Heel knap zijn haar korte verzen waar geen woord te veel in staat en waarin een wereld gesuggereerd wordt die je niet zelf in een paar zinnen zou kunnen weergeven. Suggestie is de kracht van haar poëzie.’
Interview Marijke Hanegraaf
Interview Marijke Hanegraaf
Marijke Hanegraaf is verknocht aan het dichten, maar kan dat pas als de emoties 'uitgedenderd' zijn. Het volle leven is soms te veel om te kunnen schrijven. Tijdens een bezoek aan haar dochter in Nieuw-Zeeland schreef ze maanden niet, thuis schreef ze in één ruk door. Een interview over het ontstaan van haar bundel 'Bestaansbegeerte', met identiteit als het sturende thema.
Juryrapport Rob de Vos-prijs 2022
Juryrapport Rob de Vos-prijs 2022
Ook dit jaar heeft de organisatie en jury van de Rob de Vos-prijs 2022 een juryrapport samengesteld voor alle deelnemers. Juryleden nemen het woord en geven een kijkje achter de schermen van onze poëziewedstrijd.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (67)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (67)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het zevenenzestigste antwoord komt van David Troch.
Judith Herzberg - Sneller langzaam
Judith Herzberg - Sneller langzaam
Judith Herzbergs nieuwste bundel, ‘Sneller langzaam’, wordt besproken door Johan Reijmerink: ‘Herzberg was en is toch vooral een dichter van de kortebaan: in weinig woorden maximale zeggingskracht leggen. Daarnaast is ze een dichter die de tegenspraak omarmt en daarin tegelijk een zekere terughoudendheid tentoonspreidt. In filosofische zin is ze voor mij een dichter die de idee van de deconstructie, zoals Jacques Derrida dat voorstaat, fraai toepast in deze bundel.’
Nieuwsbrief 42 / 13 november
Nieuwsbrief 42 / 13 november
Wiens brood men eet
Wiens brood men eet
Rogier de Jong over De Kwestie in Antwerpen, de rel die de stad stadsdichter-loos maakte. Hoe autonoom moet een (stads)dichter zijn? Honderd procent. En welke criteria mag een gemeente aanleggen bij het beoordelen van stadspoëzie? Alleen literaire. De autonomie van de dichter houdt namelijk in dat zijn enige schuldeiser de poëzie zelf is.
Rinske Kegel
Rinske Kegel
Niet eerder publiceerde Rinske Kegel in Meander terwijl haar gedichten zo leuk zijn, zo humoristisch en spitsvondig. Kleine observaties zijn het: van onszelf, geliefden, toevallige passanten, situaties en gebeurtenissen. Een magisch vierluik, noemt ze deze zelf. En gelijk heeft ze. En dan weer verliefd worden op ‘alles dat nog had moeten komen’.
Pieter Boskma - Het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen
Pieter Boskma - Het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen
Peter Vermaat over ‘Het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen’, de nieuwste bundel van Pieter Boskma: ‘Duik er in onder en ervaar de taal, dat is wat ik iedere lezer van deze bundel voorhoud en aanbeveel. Zowel bij de eerste als de herhaalde kennismaking met dit type poëzie zijn het klank en ritme die je een landschap binnenvoeren en je daarin geboeid, verliefd, verbijsterd houden en niet een – naar mijn stelligste overtuiging – vergeefse speurtocht naar onderliggende orde.’
Interview Geert Viaene
Interview Geert Viaene
Van Geert Viaene verscheen onlangs zijn derde bundel WAAGZIN. Hij geeft daarin in zekere zin een stem aan mensen en (bijvoorbeeld natuur-) belangen die in onze maatschappij minder aan bod komen. Voor zichzelf probeert hij de lat telkens hoger te leggen. Hoe kun je bijblijven, jezelf voortdurend aanscherpen? Belangrijk is dat er altijd een leeshonger is.
Miriam Van hee - voor wie de tijd verstrijkt
Miriam Van hee - voor wie de tijd verstrijkt
Johan Reijmerink bespreekt ‘voor wie de tijd verstrijkt’ van Miriam Van hee, alweer haar negende bundel: ‘Van hee confronteert ons met een intieme binnenwereld die we aan een buitenwereld kunnen aflezen. Het reizen, de natuur, de vogels, de eenzaamheid, het staren, het afscheid nemen en de vergankelijkheid spannen samen. Er zijn veel plaatsen in deze bundel aan te wijzen waarop haar dichterlijk ik graag in de gelukzaligheid van het moment zou willen achterblijven.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (66)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (66)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het zesenzestigste antwoord komt van Cora de Vos.
Co Woudsma - Zolang de stad maar vrolijk is
Co Woudsma - Zolang de stad maar vrolijk is
Æde de Jong bespreekt de nieuwste bundel van Co Woudsma: ‘’De poëzie van Co Woudsma is eenvoudig, maar niet simpel. In ‘Zolang de stad maar vrolijk is’ komt een wat duffe, saaie werkelijkheid tot leven door scherp verwoorde, nauwkeurige observaties, waar nodig aangevuld met fantasie. Net als bij hermetische poëzie verdient toegankelijke poëzie meerdere lezingen, omdat ook de minder gesloten gedichten pas na meerdere lezingen hun schatten openbaren.’’
Nieuwsbrief 41 / 6 november
Nieuwsbrief 41 / 6 november
Deze seconde en de volgende
Deze seconde en de volgende
Geluk vraagt niet om zware beschouwingen en evenmin past het in een vitrine, schrijft Jan Loogman. ‘Ik hoor het licht het zonlicht pizzicato / de warmte spreekt weer tegen mijn gezicht’ zijn regels van Hans Andreus, die dichter bij de ervaring van geluk komen dan die van Kopland of Boog. Geluk is licht zoals in het gelijknamig gedicht van Bart Moeyaert.
Erna Schelstraete
Erna Schelstraete
Schrijven is voor Erna Schelstraete de persoonlijke ervaringen en gevoelens (pijn, verrukking, verwondering) zodanig objectiveren dat ze op een universeler niveau getild worden en herkenbaarheid genereren. Ze wil toegankelijk schrijven maar ook beeldend en precies en deelt haar manier van kijken. De particuliere gedichten zijn een voorbeeld hoe helend poëzie kan werken.
Pim Lammers - Ik denk dat ik ontvoerd ben
Pim Lammers - Ik denk dat ik ontvoerd ben
De gedichten in ‘Ik denk dat ik ontvoerd ben’ van Pim Lammers zijn bedoeld voor kinderen van alle leeftijden. Herbert Mouwen draagt deze kinderpoëzie een warm hart toe: ‘Personen met de meest uiteenlopende namen en van verschillende geaardheid komen in deze bundel voor. Toch hebben de gedichten van Pim Lammers iets familiairs. Het lijkt alsof ze zich in een voor jou vertrouwde omgeving afspelen. Dichtbij-gedichten zou een aardige karakterisering zijn van deze poëzie, terwijl tegelijkertijd in de gedichten allerlei onbekende opvattingen en gedragingen aan de lezer gepresenteerd worden.’
Interview Rikkert Zuiderveld
Interview Rikkert Zuiderveld
Rikkert Zuiderveld: 50 jaar in het vak! Lang heeft Rikkert, vaak samen met zijn vrouw Elly, in de showbusiness gezeten. Na een halve eeuw heeft hij afscheid genomen van het vak. Gelukkig blijft hij plezierdichten, liedjes en cabaretteksten schrijven. Inge Boulonois sprak met hem.
Rob van Essen - Alleen de warme dagen waren echt
Rob van Essen - Alleen de warme dagen waren echt
Douwe Wilts recenseert de debuutbundel van Rob van Essen, 'Alleen de warme dagen waren echt' en hoort zijn innerlijke kind van vreugde zingen. ‘Het absurde en het alledaagse, de melancholie en de rouw, het verlies van een geliefde en het verlies van het innerlijke kind: deze bundel weet het allemaal met elkaar te verbinden.’ Wilts: ‘Met deze bundel heeft Van Essen zijn eigen stijl, die hij al in zijn proza bezigde, haast tot in de perfectie doorontwikkeld en dat levert een schitterend debuut op.’