LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Alicja Gescinska - Trojaanse gedachten
Alicja Gescinska - Trojaanse gedachten
‘Trojaanse gedachten’ is het debuut van filosoof Alicja Gescinska. Wim Platvoet ervaart de bundel als een volkomen leeg en hol paard. ‘De gedichten overtuigen noch poëtisch, noch inhoudelijk. De zinnen klinken als een pose. Misschien moet poëzie, om filosofische inzichten bij de lezer op te roepen, juist geen filosofische inzichten op een directe wijze uitdrukken. Als er sprake zou kunnen zijn van een betrekking tussen filosofie en poëzie moeten beiden binnen die betrekking hun eigen specifieke uitdrukkingsvorm behouden.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (26)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (26)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het zesentwintigste antwoord komt van Yvonne Broekmans.
Hester van Hasselt, Bianca Sistermans – Een mogelijk begin van veel. 29 dichters aan het werk.
Hester van Hasselt, Bianca Sistermans – Een mogelijk begin van veel. 29 dichters aan het werk.
‘Een mogelijk begin van veel’ is een interviewbundel en fotoboek van Hester van Hasselt en Bianca Sistermans. Achterin het boek zijn van iedere dichter een of meer gedichten opgenomen. De hoofdvraag was hoe poëzie ontstaat. Een lastige vraag, want niet iedere dichter kan daar een helder antwoord op geven. Desondanks staat er een aantal goede interviews in het boek. Een recensie van Hans Puper.
Nieuwsbrief 1 / 2 januari
Nieuwsbrief 1 / 2 januari
Speelkwartier in kwade tijden
Speelkwartier in kwade tijden
Als poëzie spelen met taal is, kan de vraag gesteld worden of dit wel een tijd voor poëzie is. Wie doet er in crisistijden aan speelkwartier? Jan Loogman over Orwell die schrijft “In vreedzame tijden zouden vooral esthetische motieven mijn schrijven bepaald hebben.” In de tijd waarin hij feitelijk leefde, kon hij zich deze luxe niet veroorloven. Toch toont hij vooral in zijn columns vrolijke speelsheid.
Beste bundels 2021
Beste bundels 2021
Beste, beste....er was wat gemopper in de Meandergelederen, want net als kiezen voor een favoriet gedicht (of dichter) zou het bijna onmogelijk zijn iemand of iets aan te wijzen als 'de beste'. Liever, zo zei men, spreken we over 'bundels die ons bijgebleven zijn' en nog steeds zullen bijblijven...want dat doen die 'besten'. Gelukkig nieuwjaar in ieder geval!
Sarah Michaux - Onder wolken
Sarah Michaux - Onder wolken
In het debuut van Sarah Michaux ‘Onder wolken’ mist Peter Vermaat het evoceren van het onzegbare: ‘In de bundel van Michaux wordt die ontoereikendheid wellicht veroorzaakt doordat de dichter te veel leunt op de semantiek van haar taal, met name op de beelden die daaraan verbonden zijn. Het zijn plaatjes of op zijn best filmfragmenten zonder geluid die de lezer gepresenteerd krijgt.
Solosonnettenkransenkransen
Solosonnettenkransenkransen
Olax is een bijzondere eend in de poëtische bijt. Hij schrijft in z’n eentje kransenkransen. Dit jaar verscheen zijn vijfde, getiteld Zo feestend leef ik naar het einde toe. Zijn eerste dateert van 2018 en vormde de primeur in de Nederlandse taal. Hij ziet dichten vooral als puzzelen en streeft ernaar een solosonnettenkransenkransenkrans te schrijven van 2955 gedichten. Hij ontwierp zelfs een sonnettengenerator. Inge Boulonois sprak met hem
Wim Hofman - Er is altijd wel iemand
Wim Hofman - Er is altijd wel iemand
Hettie Marzak beveelt de verzamelbundel ‘Er is altijd wel iemand’ van Wim Hofman van harte aan: ‘Hoe meer je bladert in Hofmans bundel, hoe meer het opvalt dat de gedichten steeds beter worden naarmate de dichter ouder wordt. Haast ongemerkt gebruikt hij diverse literaire technieken, stopt verwijzingen naar beeldende kunst en literatuur in zijn gedichten en verpakt harde waarheden in ogenschijnlijk onschuldige waarnemingen. Tederheid, liefde, eenzaamheid, in alle gedichten heeft Hofman iets van zichzelf gelegd.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (25)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (25)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het vijfentwintigste antwoord komt van Geert Zomer.
Hans Franse - Umbrisch getijdenboek
Hans Franse - Umbrisch getijdenboek
Ivan Sacharov gaat in het ‘Umbrisch getijdenboek’ van Hans Franse op zoek naar poëtische gebeden. Hij ziet een dichter met een klassieke achtergrond, een heiden die vervult is met mystieke verlangens en een oude man die het voorbijgaan van het licht vreest. Hij vindt gebeden en gedichten. Het ‘Umbrisch getijdenboek – Le ore canoniche umbre’ is uitgevoerd in het Nederlands en in het Italiaans.
Nieuwsbrief 49 / 26 december
Nieuwsbrief 49 / 26 december
Kerst
Kerst
Drie kerstgedichten, zorgvuldig voor u gekozen door Hettie Marzak, Paul Bezembinder en Hans Puper. We wensen u een Kerst vol warmte, vrede en geluk, in goede gezondheid!
Tijl Nuyts - Vervoersbewijzen
Tijl Nuyts - Vervoersbewijzen
De bundel ‘Vervoersbewijzen’ van Tijl Nuyts heeft iets weg van een drukke vertrekhal van een groot vliegveld, met zijn veelsoortige eet- en drinkgelegenheden, zijn luxe tax free shops en zijn verfrissings- en toiletruimten, volgens Herbert Mouwen. ‘In de ruimte van Nuyts’ gedichten, die openbaar is en dus voor iedereen toegankelijk is, is de mogelijkheid dat je als lezer verdwaalt groot; de kans dat je de weg terugvindt, is duidelijk minder.’
"Dichter: iemand die te bang is om het volle leven aan te gaan en zich verschanst in een indirecte werkelijkheid van woorden."
"Dichter: iemand die te bang is om het volle leven aan te gaan en zich verschanst in een indirecte werkelijkheid van woorden."
Wat we zouden willen koesteren, vergeten we vaak. En wat we kwijt zouden willen raken, blijft maar in ons hoofd rondspoken, zegt Marie Brummelhuis. “Gelukkig is de poëzie er om de scheidslijn tussen kostbare schatten en levenslittekens enigszins te verzachten en soms zelfs op te heffen.” Haar werk is origineel, vol humor en ironie en, we zijn het met Ingmar Heytze eens, “noodzakelijk”.
Waarom eigenlijk?
Waarom eigenlijk?
In zijn laatste column vroeg Hans Puper zich af wie de schepper is van Evi Aarens, de fictieve dichter van ‘Disoriëntaties’. Maar waarom wil hij dat zo graag weten? Maakt het wat uit of je te maken hebt met een echte dichter of een fictieve? Het werk moet toch voor zichzelf spreken?
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (24)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (24)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het vierentwintigste antwoord komt van Herbert Mouwen.
Geert Jan Beeckman - Woestijnzucht
Geert Jan Beeckman - Woestijnzucht
Wim Platvoet verdiepte zich in ‘Woestijnzucht’ van Geert Jan Beeckman: ‘’De lezer raakt soms met zichzelf in de knoop omdat hij het gevoel heeft dat hij ondanks herhaaldelijk lezen het gedicht niet ‘ziet’: hij ziet slechts leegte om zich heen, een woestijn. Kan kijken in de woestijn leiden tot zien? De lezer ziet vooral de dichter die enkele van zijn ervaringen op een poëtische wijze verwoordt.’’
Nieuwsbrief 48 / 19 december
Nieuwsbrief 48 / 19 december
O suver maeght van Israel….
O suver maeght van Israel….
Hans Franse vraagt zich af “Wie kan nog genieten van dat prachtige lied: ‘O suver maecht van Israel’, waarin sprongsgewijs de annunciatie en de geboorte worden beschreven?” Hij voelt zich een beetje als die ‘oude dwaze in het schrijven verliefde’ waarover Slauerhoff schreef. Is de Engelse ziekte in ons feest geslopen? We hoeven ons niet te schamen, noch voor de Nederlandse teksten noch voor de muziek.
Klassieker 256 : Martinus Nijhoff – Het bruidje
Klassieker 256 : Martinus Nijhoff – Het bruidje
Pieter M. van Sterkenburg bespreekt 'Het bruidje', een gedicht van de toen 24-jarige Martinus Nijhoff (1894 - 1953). Een gedicht met een religieuze dimensie waarin plots een zachttreurige stemming het gemoed van het bruidje overschaduwt. Is het wellicht een bijna elegisch verdriet om wat voorbij is?
Maarten Doorman - Wie niet
Maarten Doorman - Wie niet
Johan Reijmerink bespreekt de bundel ‘Wie niet’ van Maarten Doorman: ‘Doormans poëzie heeft iets alledaags, iets terloops en onnadrukkelijks, en toch reikt het voorbij het eindige. In deze bundel gaat de afdaling in de catacomben, het weer bovengronds komen en de kritische vaststelling van onrecht over in het verlangen de werkelijkheid van onder tot boven te aanschouwen met alle risico van dien.’
De wereld: een korrel stof
De wereld: een korrel stof
Hans van Rossum raakte al jong onder de indruk van de poëzie van Omar Khayyam (Khorassan, circa 1040-1123). Recentelijk kwam Van Rossum met een selectie van 144 kwatrijnen in boekvorm (Probook, Utrecht). De uitgave werd geredigeerd door de dochter van Hans, dichter Ruth van Rossum. Sander de Vaan sprak met deze bezorger van een boeiend, tijdloos boek.
Rozalie Hirs - oneindige zin
Rozalie Hirs - oneindige zin
Paul Roelofsen laat de poëzie uit de nieuwe bundel van Rozalie Hirs, ‘oneindige zin’, als instrumentale muziek over zich heenkomen en ziet zich beloond met een toenemend genoegen. Het gebrek aan kapitalen en interpunctie en een ingewikkelde syntaxis vragen veel van de lezer, maar ‘vooral de slotregels van meerdere gedichten eindigen prachtig.’ Ook de combinatie van een opgewekte en bevrijdende stemming enerzijds en wat zwaarmoedige gedichten anderzijds doen de bundel goed.