Archief
Wim Meyles - Ietsnut
Wim Meyles is lightversedichter en schrijver. Van hem zijn inmiddels vijfentwintig boeken uitgekomen. Hij heeft zijn leven lang in het onderwijs gewerkt en voelde zich geroepen om aan zijn laatste dichtbundel twee minicursussen toe te voegen. Hij wil geïnteresseerde lezers de beginselen bijbrengen van het spelen met taal en de plezierdichtkunst. Recensent Inge Boulonois besprak ‘Ietsnut’.
Lof der nutteloosheid
Waartoe zijn wij op aarde? Zeker niet om te dichten. De wereld draait ook prima zonder poëzie. Ziehier een opvatting die door niet-poëzieliefhebbers breed wordt gedragen. En misschien ook door een enkele dichter, getuige een uitspraak van Herman de Coninck in Tirade: ‘Poëzie dient […] nergens toe en dat is op zich al een verdienste’. Een column van Rogier de Jong zomaar op een doordeweekse dag.
Maria do Rosário Pedreira – Scherven
Janine Jongsma liet zich meevoeren naar Portugal met de bundel ‘Scherven’ van Maria Do Rosário Pedreira, vertaald door Harrie Lemmens: ‘De gedichten hebben een verhalend karakter waarin de poëzie soms opspat als fris water door de ongekunstelde zinnen. Het speelt zich allemaal af rondom het huis, het strand en de zee, en er is een grote rol weggelegd voor de wind. De dichter trekt je mee in het gevoel van weemoed oftewel saudade in het Portugees. Een warme bundel vol passie.’
Nieuwsbrief 33 / 13 september
Wild Thing
Wat Karel Wasch betreft is de scheidslijn tussen popteksten en poëzie altijd een dunne geweest. Neem Bob Dylan, hij kreeg de Nobelprijs voor literatuur! Iemand waar je geen poëtische teksten van verwacht is Jimi Hendrix. In deze column zijn lied 'Castles Made of Sand'. Ook de nummers 'Angel', 'Little Wing' en 'The Wind cries Mary' hebben zo’n lading en zijn voorzien van prachtige teksten.
Sandra Roobaert
Dat wat je wilt van poëzie staat hier, alsof het altijd op ons als lezer heeft gewacht. ‘In het grootste geheim zijn de eerste zinnen geschreven.’ Wie dicht als Sandra Roobaert, “Als je het gezangenboek opent – ver genoeg - krult de rode kaft om tot een hart” heeft op authentieke en originele wijze het belang van poëzie onderstreept.
Maud Vanhauwaert - Het stad in mij
Recensent Marc Bruynseraede vindt ‘Het stad in mij ’, de dikke pil van Maud Vanhauwaert, lijken op een IKEA-catalogus vol dichterlijke strapatsen en originele vondsten en verzen: ‘Doorheen alle poëtische initiatieven zien we dat we hier met een dichteres te maken hebben die vele registers bespeelt en waarschijnlijk de meest inventieve is geweest van alle Antwerpse stadsdichters tot nog toe.’
Twee hoofdletters, een knipoog
Jan M. Meier is een Vlaams auteur en criticus. ‘Grote Gevoelens’ is zijn vierde bundel. Op de vraag wat een dichter doet wanneer hij overweldigd wordt door emotie, antwoordt hij zo heerlijk onvoorspelbaar voorspelbaar: 'blijft dan ook best boom gewoon met twee benen geworteld vergroeid met de stoel en met het houten tafelblad als enige laatste horizon' (uit ‘leven op een bierviltje’; zie blog Jan M. Meier).
Heldenleven - Jan Vanriet
'Heldenleven’ is de bundel van Jan Vanriet. Met gedichten en gouaches brengt hij zijn jeugd tot leven. Recensent Hans Franse vindt het een sieraad voor zijn boekenkast: ''Deze mooi verzorgde bundel is ‘meer dan een praatje met een plaatje’, veel meer zelfs, al was het alleen maar door de kwaliteit van het beeld, maar ik had graag een geïntegreerd kunstwerk gezien waarin de poëzie met louter poëtische middelen een meer autonome rol zou hebben naast de even zelfstandige gouaches.’’
Lena Vercauteren
In haar teksten verkent Lena Vercauteren ‘het menselijke en hoe we in de wereld staan’. Soms zitten we in een proefpanel van garnalen, een andere keer zijn we jager-verzamelaar klaar voor prooi en bessen en soms ook liggen we in de moestuin met groene haren, nog net schattig te zijn tot “tot naïviteit als schimmel over mijn huid kruipt”.
Willem van Toorn - De dagen
Hans Puper vindt ‘De dagen’ van Willem van Toorn een bundel die ertoe doet: ‘In de stijl en inhoud herken je de begaafde schrijver van korte verhalen: de gedichten zijn anekdotisch en hebben een sterke samenhang. (…) De laatste jaren van het leven, herinneringen die actueel blijven en de dood vormen de overheersende thematiek in de bundel, altijd in samenhang met een hartstochtelijke liefde voor het leven.’
Nieuwsbrief 32 / 6 september
Gouden tip
Gouden schrijftips bestaan niet. De een is een snelle werker, de ander een trage, maar elke schrijver en dichter passeert telkens weer de verschillende etages in de schrijfpyramide. Columnist Jan Loogman ligt na enkele dagen schrijfretraite met een paar gedichten op de bovenste etage, dat is de plek waar zijn ongeduld zich het beste thuis voelt.
Job Degenaar
Zomerse, lichte notities uit een lauwe wereld maar ook beschouwingen over het ouder worden, de zorgen voor alswel de codes in het sociaal verkeer, van likes tot een comité tot behoud van onszelf. Het werk van Job Degenaar schrijnt en schuurt, vraagt en geeft antwoord, confronteert maar ontroert tevens. We neigen tot een high five!
Diverse dichters - Rebelse sonnetten
De Boekenweek 2020 stond in het teken van rebellie. En dat is precies wat volgens recensent Ivan Sacharov gebeurt in de bundel ‘Rebelse sonnetten’: ‘’In de vorm van een sonnet natuurlijk, of iets dat daarop lijkt. Want dat is misschien waar ‘de rebellie’ van deze dichters zich nog het meest in manifesteert: in hun afwijken van de vertrouwde regels van het sonnet. Kwaliteit creëert zijn eigen norm en vorm. Dat maakt ‘vorm’ niet per se onbelangrijk, maar wel vrijwel nutteloos als maatstaf voor kwaliteit.’’
"Niets staat de verwondering in de weg zo lang wij onze ogen openhouden en onze zintuigen gebruiken."
Astrid Dewancker vermoedt dat dichters anders naar de wereld kijken maar daarvan is ze niet zeker. Schrijvende ontdekte ze dat ze veel kon vertellen met weinig woorden. Haar debuutbundel is het zetten van een punt en dit punt is gelijk het begin van iets anders. De lezer houdt ze aan haar zij, hij wandelt mee, schrijft soms mee, maar hij mag niet storend of dominant zijn.
Remko Koplamp - De held van Labbertong
Vorm en inhoud samen maken een gedicht. Maar wat gebeurt er als je de teugels van de vorm uiterst strak aanhaalt? Hoe ver kan een dichter formele regels aanscherpen zonder dat dit de inhoud van een gedicht geweld aan doet? Dat vroeg recensent Inge Boulonois zich af bij de lectuur van 'De held van Labbertong en andere letterkundige verzen'. Behoorlijk ver, bewijst Remko Koplamp. Deze dichter beschikt over een enorme spitsvondigheid in taal en tovert ondanks strenge restricties geestige light verse te voorschijn.
Koen Vlerick
Verontrustend, benauwend, tegelijk zorgzaam, nooit op afstand maar middenin, toekijkend en delend, de ogen altijd open. Dichter en kunstenaar Koen Vlerick raakt en duwt nog even, roert in de open wonde en dekt ons dan toe, het hart zonder meer op de juiste plek. Hij kan niet anders dan dit schrijven.
Poëzie Kort - 2020 / 4
In de vierde Poëzie Kort van dit jaar bespreken we vier bundels: Bloemlezing – ‘Geen vliegtuig trekt zijn streep’ (Janine Jongsma) Henny Vrienten – ‘De een is de ander niet’ (Eric van Loo) Kate Tempest – ‘Hold your own’ (Janine Jongsma) Jeanet van Omme – ‘Wees geen vreemde’ (Janine Jongsma)
Nieuwsbrief 31 / 30 augustus
Het mondkapje van Hugo
Hugo Claus, de alleskunner uit de zuidelijke lage landen, had op gevorderde leeftijd een sterke drang om zijn gedichten door de stofkam te halen. De wijsheid komt met de jaren, maar het is de vraag of het corrigeren van ‘jeugdzonden’ een vorm van voortschrijdend inzicht is of van schaamte. Of wilde Claus ons op het verkeerde been zetten? Een column van Rogier de Jong.
Antony Samson
Soms is een eerste versregel al genoeg om een sterke en originele dichter te herkennen. ‘Zijn voeten sluipen naar de jouwe op zoek naar raakvlak’ en inderdaad ‘wringt hij zich onderhuids’. Het is ‘de onzelfzuchtige warmte van zijn gelijk’, ‘het zijn de juiste woorden’. De dichter is Antony Samson en hij dicht uit noodzaak, het wordt hoofdzaak hem te lezen.
Alfred Schaffer - Wie was ik. Strafregels
Johan Reijmerink bespreekt ‘Wie was ik. Strafregels’ van Alfred Schaffer: ‘Door de hele bundel klinkt de stem van een vaardig dichter die in een rijke schakering aan beelden, situaties en invalshoeken oproept om in te zien dat we allen op zoek zijn naar erkenning en bestaansrecht. Herinneringen brengen hem telkens weer terug bij waar hij vandaan kwam. Het blijft voorlopig bij impromptu’s van een vreemdeling die blijft vragen om gelijkwaardigheid in een land dat zich nog niet voldoende bewust is van het onrecht.’
"Een leven in het teken van de letteren."
‘Op het rustpunt vind je de woorden, de zinnen en de logica ervan. Het vindt allemaal plaats in je hoofd, maar daar kun je doorheen navigeren op zoek naar die rust’. Een open gesprek tussen Mirthe Smeets en Miguel Santos (pseudoniem van Renato Proper) met daarin o.a. wat Corona met dichter en gedichten doet en een van zijn meest persoonlijke gedichten.