Archief
Bert Van Raemdonck – Hier raken we mij kwijt
Bert Van Raemdonck confronteert de lezer met de toenemende stupiditeit van onze kleinburgerlijke maatschappij, als we de achterflap mogen geloven. Ivan Sacharov ervaart het lezen van zijn gedichten –misschien wel alle poëzie– als een kat- en muisspel tussen dichter en lezer. Een intrigerend spel. ‘Hier raken we mij kwijt’ biedt voldoende aanknopingspunten, de beelden van de dichter roepen een treffend beeld op van het huidige tijdsgewricht: ‘Alles moet als vanzelf gaan, maar we mogen er geen gevaar bij lopen.’
Nieuwsbrief 42 / 20 oktober
Die rare taal….
Over Italianen die nauwelijks een boek lezen en de uitzonderingen die het boek als cultuurgoed van ongekende waarde beschouwen. De uitpuilende bibliotheek in het dorp van Hans Franse met een verzameling boeken van oude expats, geeft in ieder geval voldoende inspiratie voor een column, excursie, televisie-uitzending, zelfs geruzie: daar ligt een boek in een wel heel rare taal....
Klassieker 234: N.E.M. Pareau – De sidderrog
Herman Jan Scheltema (1906 –1981) gold als een markante hoogleraar rechtsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vooral op jongere leeftijd publiceerde hij poëzie, onder het pseudoniem N.E.M. Pareau. Voor Pieter M. van Sterkenburg is ‘De sidderrog’ een bijzonder gedicht. Een klassiek sonnet, op het eerste gezicht wat archaïsch en bedaard. Maar leest u vooral door: het venijn zit hem in de staart.
H.H. ter Balkt - Stilstaand leeft alles hier. Een keuze uit de gedichten door Alfred Schaffer
‘Stilstaand leeft alles hier’ is een bloemlezing uit het werk van de in 2015 overleden H.H. ter Balkt. Peter J.R. Vermaat vindt hem een groot dichter. Over het gedicht ‘Grote beuk’ zegt de recensent: ‘In die grote, nu omgevallen en in zijn eigen gat begraven boom zie ik de dichter, die naar zichzelf kijkt als hij er eenmaal niet meer is. Wie zijn eigen dood voorspelt, is geen profeet, maar wie in dat vooruitzicht de verbinding tussen hemel en aarde kan leggen, is waarlijk een dichter.’
'Het is wellicht zelfs de enige rechtvaardiging voor het bestaan van de kunstenaar, het doorgeven van de kunst. '
'Ontleed mij tot ik weet waarvan jij bent gemaakt' is een regel van dichter Gijs ter Haar, want 'als niemand je snapt weet je niets te delen' en delen wil hij in de breedst mogelijke zin. 'Het is wellicht zelfs de enige rechtvaardiging voor het bestaan van de kunstenaar.' Poëzie was de trigger die hij op nodig had - dat zou best eens voor ons allemaal kunnen gelden.
Vrouwkje Tuinman - Lijfrente
‘Lijfrente’ van Vrouwkje Tuinman is een opgewekte bundel terwijl alle gedichten gaan over dood, afscheid nemen en rouw ervaren. Hoe kan dat, vraagt Ernst Jan Peters zich af. Is het de ironische afstand die maakt dat het gemakkelijker is om te praten over het grote gemis?
Johanna Kruit
Ze had niet veel te vertellen, zei deze bescheiden dichter toen we haar uitnodigden voor een interview, maar haar gedichten wilde ze wel delen. Johanna Kruit schrijft haar hele leven al poëzie voor volwassenen en kinderen, van haar verschenen ongeveer 50 dichtbundels en kinderboeken. Daar voegt ze regelmatig nog iets aan toe bijvoorbeeld via Facebook en gelukkig nu ook hier.
Moya De Feyter – Massastrandingen
De nieuwe bundel van Moya De Feyter wordt door haar uitgever aangeprezen als ‘een caleidoscopisch prozagedicht’. Herbert Mouwen vindt dat ‘Massastrandingen’ veel zelfwerkzaamheid van de lezer vergt: “De vele teksten die op allerlei wijzen verspreid zijn over de bladspiegel in verschillende lettertypes en met een variëteit aan al dan niet vetgedrukte zwart- en grijstinten roepen bij mij het beeld op van de lezer als strandjutter, die heel wat teksten die zijn aangespoeld op te rapen heeft.”
Nieuwsbrief 41 / 13 oktober
Dagboek van een redacteur (4)
Deze week neemt redacteur Eric van Loo de lezer mee voor een kijkje achter de schermen. Volgens ‘Onze Taal’ is zowel typfout als typefout correct. Dat neemt niet weg, dat we de tekst zonder typfouten bij de lezer willen bezorgen, zeker waar het gaat om het hart van de tekst: het gedicht. Er zijn dichters voor wie hoofdletters heilig zijn, anderen struikelen al over een komma.
Frans Terken
Frans Terken schreef vanaf 2008 een dichtwisseling met Joop Scholten, tot aan diens overlijden in 2018. Het gemis is voelbaar, de inspiratie minder en toch probeert hij in beweging te blijven want in poëzie immers schuilt zoveel troost en kracht. Het gedicht voor Joop Scholten is zo'n voorbeeld waarin stilte oplost omdat het benoemd wordt.
Rosa Schogt - Dansen te ontspringen
Kamiel Choi over ‘Dansen te ontspringen’ van Rosa Schogt: “De titel intrigeert. Welke dans ontspringen we in deze poëzie? Waarom heet de bundel niet ‘Dansen ontspringen’, maar ‘Dansen te ontspringen’? Het ‘te’ associeer ik met een imperatief, iets wat we te doen hebben. Dansen te ontspringen is dus zelf een bezigheid, ja het is zelf een dans. Dat maakt deze titel paradoxaal en intrigerend.’ Het is ‘verfrissende poëzie die ik veel liever lees dan doorwrochte metafysische zwaarwichtigheid”.
"Poëzie geeft mij ruimte om in een ander tempo een mening te vormen tussen alle snelle vormen van een reactie geven."
In het ouderlijk huis van dichter Meliza de Vries was geen stukje behang nog zichtbaar, op alfabetische volgorde stonden daar de boeken. Op ooghoogte voor haar stond de bundel van Neeltje Maria Min, Voor wie ik liefheb wil ik heten. Vanaf dat moment wist ze wat ze wilde: songteksten schrijven zonder muziek. Daarnaast betekent taal vooral communicatie.
Edward van de Vendel - Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt
Eindelijk een poëziebundel waar je wat aan hebt, dacht Ernst Jan Peters bij het lezen van ‘Wat je moet doen als je over nijlpaard struikelt’. Gedichten waar je wat aan hebt van Edward van de Vendel. Nuttige en leuke bundel, ook door de illustraties van Martijn van der Linden, en niet alleen voor kinderen! Een recensie maken was een makkie want het laatste gedicht was er een waar je als boekbespreker meteen mee aan de slag kunt, weer een gedicht waar je wat aan hebt dus...
Jan J.B. Kuipers
'De dogma's knisperen nog zacht', dichter Jan J.B. Kuipers schuwt grote woorden niet en brengt ons van Het veld van eer de geschiedenis in en weer terug om dan te eindigen bij een meisje met vleugels en veren rommelig verspreid op het grindpad. Deze ervaren publiekshistoricus, prozaïst, jeugd- en SF-schrijver en dichter publiceerde meer dan 70 boeken en bracht net zijn laatste uit!
Ânne de Jong – Kerven
Recensent Christina Vanderhaeghe weet zich geraakt door ‘Kerven’ van de Groningse dichter Ânne de Jong. Een bundel waarin grote thema’s worden aangesneden, en waarin de dichter poëzie maakt van de vragen die de mens, vroeger en nu, bestormen. ‘Als een spel, dat verdwijnen, dat herontdekken, heruitvinden van taal voor het smeden van een stem, een persoon, anders dan jij, anders dan ik.’
Nieuwsbrief 40 / 6 oktober
Poëzie om te bewaren
‘Waar is de tijd? Hier is de tijd’, is een regel van zowel Herman de Coninck als Esther Jansma. De een gebruikt hem in het gedicht Meisje, de ander in het sonnet Archeologie in de bundel Hier is de tijd. Jan Loogman zet de tijd stil in deze nostalgische column waarin hij zijn ouders terugziet, de beukenlaan rond de kerk, het café en de bundels in zijn boekenkast.
Yvette Rombouts
De gedichten van Yvette Rombouts zijn vaak observaties van alledaagse situaties, ze kijkt goed om zich heen, portretteert graag mensen en heeft een liefdevol oog voor de details. En bij alles dat ze ziet, stelt ze zich vragen die ze aan ons voorlegt in mooie zinnen. In de witregels zit nog een andere wereld verscholen, waarin we ons even kunnen terugtrekken alvorens verder te lezen.
Jacobus Bos - De waan en zin van het bestaan
Kamiel Choi over ‘De waan en zin van het bestaan’ van Jacobus Bos: “Waanzin is niet de afwezigheid van zin, maar op hol geslagen zin. We mogen poëzie verwachten die vanuit het perspectief van de waan de zin op de hielen zit. (…) Naar mijn smaak hebben veel gedichten net niet de kracht om bij herlezing te ontkomen aan hun zelfontkenning of verkitsching, wellicht omdat ze te ‘uitleggerig’ zijn en het perspectief van de waan voortijdig opgeven, waardoor ook de zin vervluchtigt.”
'Het is moeilijk, zo niet onmogelijk, om objectief een gedicht te beoordelen.'
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het zestiende gesprek, met Janine Jongsma. Als organisator van de Rob de Vos-prijs geeft ze haar mening over poëziewedstrijden, laagdrempeligheid, juryleden, verdienmodel èn de bekendste gedichtenwedstrijd: de Turing. Na tien jaar als deelnemer aan wedstrijden, is het heel bijzonder nu aan de andere kant te staan.
Jan Vanriet – Kouwe kleren. Gedichten 2008-2019
‘Kouwe kleren’ van schilder en dichter Jan Vanriet is samengesteld uit drie eerdere bundels en niet eerder gepubliceerde gedichten. Romain John van de Maele richt zich in deze recensie op de wisselwerking tussen woord en beeld enerzijds en ’s dichters engagement anderzijds. Van de Maele: [Bij Vanriet is] ‘de taal is onze eerste en laatste burcht. Met woorden kunnen we ons herdefiniëren en verdedigen. Een dubbeltalent als Vanriet kan bovendien die strijdbare houding ook in beelden vorm geven.’
De favorieten van Paul Roelofsen
In de serie "favorieten van Meandermedewerkers" presenteert Paul Roelofsen zijn drie lievelingsgedichten. Hij koos voor werk van de dichters Menno Wigman, Carlos Drummond de Andrade en Jan Wagner.