Archief
Vergeten dichters (V)
Zijn deze dichters vergeten? Werk van A.C.W. Staring, Jef Last en Dirkje Kuik. Eenlingen in hun tijd, andersdenkenden, wegbereiders voor volgende generaties met woorden en daden waarvan zij hoopten dat die anderen zouden inspireren. Hebben ze geleid tot iets van nu?
Wie zit er achter het podium (1)?
Wie zit er achter het podium? (1) Een serie korte gesprekken met organisatoren van poëziebijeenkomsten. Waarom doen ze het, waarin onderscheidt hun podium zich van een ander, waarom hebben ze zoveel met poëzie en staan ze zelf ook wel eens op het podium? In de eerste aflevering de overbekende Catelijne van het Einde van de Wereld, dè boot aan de Javakade in Amsterdam.
Nieuwsbrief 41 / 29 oktober
Bij een huis in Bergen
Het Roland Holst Huis is sinds 2001 een huis waar schrijvers of vertalers voor een schappelijke huurprijs zich een maand kunnen terugtrekken om zich op hun werk te concentreren. In 1921 liet Holst senior in Bergen aan de Nesdijk het huis voor zijn zoon bouwen. Roland Holst en zijn vrienden (Bloem, Marsman, Slauerhoff) waren aan dit huis zeer gehecht.
Interview Jan van Gulik
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het negenenveertigste gesprek, met Jan van Gulik. Over hoe een recensie moet prikkelen, aanzetten tot lezen zonder dat er een expliciet oordeel wordt geveld, het oog voor verwondering, Martinus Nijhoff en een goede docent Nederlands, en dat ene gedicht van hem zelf dat nu wel de wereld ingaat.

Een kerkhof
Misschien zag Hans Franse het verkeerd op dat mooie Romeinse kerkhof en had de tragiek van de romantiek hem teveel beïnvloed: het hart van Shelley, de gestorven geliefde, romantische liefde, innige smart, heimwee naar Rusland, de melancholie van Anton Tsjechov, maar elke keer als hij die dodenakker achter de piramide bezoekt, staat haar beeld hem voor ogen.

Interview Marc Kregting
Een interview dat afsluit met een open vraag. Marc Kregting over het verlangen naar een echte literaire kritiek, los van netwerken, zijn redacteursdrift als waarheidsvinding, het zijn van een informatiejunk en een taalmaniak en hoe het soms jaren duurt voor het hem duidelijk wordt in welk genre die informatie het fijnst terug mag worden gegeven aan de medemens.
Alja Spaan - Het langzaam voorovervallen
In de nieuwste bundel ‘Het langzaam voorovervallen’ van Alja Spaan, heeft zij indrukken verzameld uit de periode dat zij voorlas aan ouderen in een zorginstelling. Volgens Onno-Sven Tromp leest de bundel als een samenhangend verhaal: ‘Je hebt de neiging om ze allemaal achter elkaar door te lezen, en de hele bundel dus in één keer uit te lezen.’

Blijft het bij geklots aan de Schelde?
Ruth Lasters kreeg de Arkprijs van het Vrije Woord omwille van haar kritische houding ten aanzien van de behandeling van het beroepsonderwijs en haar verzet tegen de beknotting van de vrije meningsuiting. Alleen onafhankelijk denken kan tot een zinvol debat leiden. Haar ontslag als stadsdichteres van Antwerpen – daarin gevolgd door de vier andere stadsdichters – is meer dan een symbool.
Tom Driesen - Inschepen en vertrekken
Podiumdichter Tom Driesen debuteert officieel met zijn bundel ‘Inschepen en vertrekken’. Tom Veys is onder de indruk, hij ziet het talent van Driesen om zijn leefwereld aanspreekbaar te maken: ‘Zijn gedichten zijn uitspreekbaar en empathisch, ze passen op een podium en op papier.’
Nieuwsbrief 40 / 22 oktober

Carla Bogaards, de bruinvisvrouw
Waarschijnlijk hoort de dichteres en prozaschrijfster Carla Bogaards ook al toe aan de groep Vergeten dichters. In 1995 ontving ze de Johnny van Doornprijs voor de gesproken letteren. Geen prijs voor haar poëzie. Dat vindt Pieter Sierdsma nogal mager. Hij is enthousiast over de stroom levendige poëzie, het talent en de overgave waarmee die geschreven is.
Klassieker 274 : Richard Minne – Lentefanfare
René Leverink bespreekt 'Lentefanfare' uit de bundel 'In den zoeten inval' (1927) van de Vlaamse dichter Richard Minne (1891-1965). Het is een vrolijk gedicht voor de natuur - daar is de lente - én voor een grievende weduwe, maar met een ietwat ironische, ontnuchterende eindzin.

Dorota Walczak - Noordzee/Morze Północne
Dorota Walczak schrijft een ode aan de Noordzee in de bundel 'Noordzee/Morze Północne'. Hettie Marzak vindt dat slechts zeventien gedichten te weinig is om overtuigend te zijn. Ze komt dan ook tot de conclusie dat 'de Noordzee veel dieper is dan deze gedichten.'

Interview Alja Spaan
Alja Spaan heeft altijd geschreven. Het schrijverschap is een perfecte dekmantel gebleken voor al haar creatieve uitingen. Haar zevende bundel is geïnspireerd op de verrijkende verhalen van haar voorleesgroep met wie ze door de tijd reist. Het is het relativeren van de dagelijkse werkelijkheid, de waan in de wereld, het is het verhaal achter ieder mens. Ze houdt van verhalen.

Sander Grootendorst – Jouw nectar is mijn inkt
Maurice Broere bespreekt ‘Jouw nectar is mijn inkt’ van Sander Grootendorst. Een verrassende bundel: ‘Je waant je in een beschrijving van de werkelijkheid en ineens bevind je je in een soort parallel fantasiewereld.’
Vergeten dichters (IV)
Zijn deze dichters vergeten? Werk van Maurice Gilliams, Simon Vestdijk en Richard Minne, beduimelde bundels, lang gekoesterde verwachtingen en woorden waarvan zij hoopten dat die anderen zouden inspireren. Hebben ze geleid tot de poëzie van nu?
Edward Hoornaert - Weten welke huid je aan moet
De tweede bundel, 'Weten welke huid je aan moet', van Edward Hoornaert wordt besproken door Peter Vermaat: 'Evenals veel moderne schilderkunst houdt de stijl van Hoornaert het midden tussen figuratief en abstract, waarbij de bovenste laag van een gedicht vrijwel altijd voldoende concreet is voor beeldvorming, maar tevens nooit zo eenduidig dat er sprake kan zijn van een anekdote.'
Nieuwsbrief 39 / 15 oktober

Verdonkeremaande poëzie
‘Ook dat is dus van alle tijden.’ Eén zinnetje uit, opnieuw, een boordevolle column van Hans Franse, dit keer met zijn verbluft kijken naar Etruskische kunst, de bloederige Etruskische opstand, een volk van hoge cultuur, het moderne uit haar beeldhouwwerk, zoekgeraakte poëzie en historie, en de prangende vraag ‘hoe kan dit alles verdwijnen?’ Zijn fascinatie wordt de onze.

De verzen van Spinvis
De verzen in een lied zijn misschien toegankelijker dan de verzen op papier. De suggestie blijft echter groot, zeker in combinatie met de prachtige muziek, de stemmen of het geluid. In die zin overlappen liedjesteksten en slam poetry elkaar. Tom Veys over de verzen van Spinvis: een zanger met een dichtersziel, een maker zoals de oorspronkelijke betekenis van poëzie het aangeeft.

Winnaar Rob de Vos-prijs 2023
De scores zijn berekend, de uitslag is bekend. De winnaar van de Rob de Vos-prijs 2023 is Steven Van Der Heyden met zijn gedicht 'Woonzorgcentrum'. De tweede prijs gaat naar Annika Cannaerts met haar gedicht 'Laatste groet aan mijn lichaam'. Johan Clarysse wint de derde prijs met zijn gedicht 'Het afscheid voorbij'.

Interview Bianca Boer
Bianca Boer over het altijd denken in beelden. ‘Door krachtige beelden in een gedicht tegenover elkaar te zetten, of naast elkaar, ontstaat in het hoofd van de lezer een bruggetje. Zo maakt de lezer zelf betekenis.’ Taal is vaak onbeholpen en ontoereikend maar we zoeken nou eenmaal verbinding met anderen en dit is wat we hebben.

Bloemlezing Poëziesterren - Dingen die licht geven
'Dingen die licht geven' is een verzameling gedichten uit de poëzieproductie Poëziesterren van de afgelopen twee jaar die geschikt zijn voor het secundair onderwijs in Vlaanderen. Want: 'Poëzie is taal die feestviert!' Een bespreking van Herbert Mouwen.