LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Wiel Kusters - Zonder palet
Wiel Kusters - Zonder palet
Wiel Kusters heeft ‘Zonder palet’, dat voor het merendeel uit sonnetten bestaat, alfabetisch geordend. Dat kan willekeurig overkomen, maar het is functioneel. Hans Puper: ‘[Het] leven verloopt niet rechtstreeks van geboorte naar dood, je hoofd houdt zich niet aan tijd en ruimte. Herinneringen, associaties, plaatsen, het denken over de dood: ze lopen voortdurend door elkaar en het is aan niemand anders dan aan jou om daar betekenis aan te geven.’ Hij vindt het een mooie bundel.
Tsead Bruinja, de dichter die zich nooit vrij voelt, en telkens weer doorgaat (1)
Tsead Bruinja, de dichter die zich nooit vrij voelt, en telkens weer doorgaat (1)
Tsead Bruinja is Dichter des Vaderlands maar was natuurlijk altijd al een geëngageerd dichter én een grote taalliefhebber. Hoe gaat hij om met het dichterschap in de coronatijd? Zit hij wel eens vast in een gedicht en hoe gaat hij om met kritiek? Bruinja stelde zich kwetsbaar op en vertelde Mirthe Smeets dingen die niet iedereen weet.
René Smeets - Straks gaat het jenever sneeuwen
René Smeets - Straks gaat het jenever sneeuwen
In poëzie werd en wordt drank regelmatig bezongen, niet in het minst in het genre van light verse. Dankzij René Smeets is er nu een boek op de markt gekomen met uitsluitend gedichten over jenever, een drank die voor het eerst in de Lage Landen werd gestookt. Voor de bloemlezing ‘Straks gaat het jenever sneeuwen’ bracht hij maar liefst ruim honderd jenevergedichten bij elkaar. Een recensie van Inge Boulonois.
Albert Hagenaars
Albert Hagenaars
Men kijkt echt met andere ogen naar kunst als er regels bijkomen van schrijver en dichter Albert Hagenaars. Zijn blik omvat verwondering, ontroering, leert ons ‘het samenspel van beschouwen en begrijpen’. Alsof er nog meer zonlicht valt of een extra spotje het kunstwerk belicht en de schilder terugkomt om met het hoofd te knikken en onze hand te schudden.
Annet Zaagsma - Ongedierte dat niet bevriest
Annet Zaagsma - Ongedierte dat niet bevriest
Annet Zaagsma toont zich maatschappelijk betrokken in haar bundel ‘Ongedierte dat niet bevriest’. Inge Bak aan het woord: ‘Je kunt meegaan in de diepte van de dichter die door het inzetten van haar scherpe observatievermogen je laat wankelen. De taal van Zaagsma is in balans in betekenis, vorm, ritme en klank. Het overkomt mij niet vaak dat ik een bundel lees waarin bijna ieder gedicht een regel bevat die ik wil citeren omdat hij in alle opzichten mooi is.’
Nieuwsbrief 40 / 1 november
Nieuwsbrief 40 / 1 november
Alle zegen komt van boven
Alle zegen komt van boven
Waar een wandeling tot prangende vragen leidt als ‘was Staring een goede dichter?’ Jan Loogman loopt naar De Wildenborch, het kasteel van Staring. In de Achterhoek was hij bekend als notabele die de agrarische vooruitgang bevorderde maar landelijke bekendheid verwierf hij als dichter. De wandeling lijkt te worden verstoord en niet in het minst door de regen.
Bart Verstraete
Bart Verstraete
Een eerste zin kan ons al overtuigen, “nog voor de stad haar nachtkleed uitglipt”. Ritmisch en in zachte beelden met “onder haar gehemelte” de werkman die de “ochtendgeur van de straten borstelt”. De dichter als werkman, Bart Verstraete overtuigt ook hier zoals hij dat in zijn debuutbundel deed. “Hoe het verder moet”, wij weten het wel…
Poëzie Kort - 2020 / 5
Poëzie Kort - 2020 / 5
Vandaag een Poëzie Kort met besprekingen van vijf bundels: Bette Westera & Sylvia Weve – 'Uit elkaar' (Herbert Mouwen). Alain Delmotte – 'Twee dochters' (Marc Bruynseraede). Jeroen Dera en Charlotte Van den Broeck - 'Woorden temmen' (Kamiel Choi). Haiku Kring Nederland - 'OmNietsOmAlles' (Herbert Mouwen). Kreek Daey Ouwens - 'Guillaume' (Marc Bruynseraede).
“Het blijft bijzonder, het ogenblik dat je ergens door geraakt wordt en woorden vindt om daar uitdrukking aan te geven.”
“Het blijft bijzonder, het ogenblik dat je ergens door geraakt wordt en woorden vindt om daar uitdrukking aan te geven.”
Dichten is voor Jabik Veenbaas een levensbehoefte. “De poëzie kan me helpen om dingen te verwerken en het stelt me in staat om iets moois te maken dat er nog niet is.” Het verlangen om dat te doen heeft hij van jongs af aan. Zijn poëzie staat niet los van zijn filosofische werk. Bij beiden gaat het om je toewijding, over de waardering voor je werk gaan anderen.
Jeroen Messely - Nachtlus
Jeroen Messely - Nachtlus
Recensent Peter Vermaat bespreekt ‘Nachtlus’ van Jeroen Messely: ‘De taal in de hand van Messely is afkomstig van een woest palet, waarin binnenrijm of klankverwantschap met het ene woord een ander het gedicht in sleurt en het geheel daarmee tot een veelkleurige kolkplas vormt. Het is geen sinecure voor de lezer om in de kolkende overvloed van kleur, beeld en volume de drone te vinden die het geheel vanaf een bruikbare hoogte in perspectief zet.’
Wim van Strien
Wim van Strien
Dichter Wim van Strien heeft een groot en goed taalkundig gevoel en is in zijn onderwerpkeuze en behandeling daarvan zo divers dat hij nergens onder te brengen is. Hij was graag eerder aan dichten begonnen. Soms luchtig, soms vermanend, soms actueel en soms in herinnering aan. Nu “Er taal noch teken komt van het Daarachter” zijn we blij met zijn woorden.
Annie M. G. Schmidt & Sylvia Weve – Miauw, miauw, miauw!
Annie M. G. Schmidt & Sylvia Weve – Miauw, miauw, miauw!
Herbert Mouwen bespreekt het poëzieprentenboek ‘Miauw, miauw, miauw!’ van Annie M. G. Schmidt & Sylvia Weve. Met daarin aantrekkelijke en grappige tekeningen: ‘Dertien van de eenentwintig gedichten gaan over katten. Ook zonder het maatschappelijke engagement van de auteur zijn de gedichten aantrekkelijk voor kinderen. Ze bevatten een strak metrum, dan weer een speels ritme. Een heldere opbouw en het anekdotische karakter zijn altijd aanwezig in de gedichten.‘
Nieuwsbrief 39 / 25 oktober
Nieuwsbrief 39 / 25 oktober
What's in a name
What's in a name
Dankzij een marskramer ging Hidde Puper (1868 – 1936) fier door het leven. Een freule maakte daar genadeloos een eind aan; Hidde kwam daar nooit meer overheen. Een column van Hans Puper.
Rob de Vos-prijs 2020 Eervolle vermeldingen (II)
Rob de Vos-prijs 2020 Eervolle vermeldingen (II)
De laatste drie dichters die genomineerd werden voor de Rob de Vos-prijs stellen zich vandaag voor. Ook zij kregen van de jury een eervolle vermelding. Opnieuw mooie gedichten en vakkundig commentaar van onze juryleden.
Inge Boulonois - Vers gekruid
Inge Boulonois - Vers gekruid
‘Vers gekruid’ van Inge Boulonois is een heel prettig leesbare bundel met een erg gevarieerd aanbod van dichtvormen, volgens Maurice Broere. ‘Voor de lezer die niet bekend is met het light verse is dit een uitgelezen gelegenheid om er kennis mee te maken. Nergens worden de verzen flauw of nietszeggend, wat in dit genre wel op de loer kan liggen. Boulonois slaagt er wonderwel in om het in meer dan honderd gedichten boeiend en grappig te houden en de diepgang ontbreekt zeker niet.’
Schilderen met water
Schilderen met water
Eerder dit jaar verscheen bij uitgeverij In de Knipscheer ‘Grenstekens’, een Nederlandstalige bundel van de Amerikaan Scott Rollins. Deze schrijver/vertaler woont sinds 1972 in de Lage Landen en vertaalde o.a. werk van J. Bernlef, Albert Helman en Leon de Winter. Sander de Vaan sprak met Rollins, die een zwak heeft voor alles wat met zee te maken heeft.
Saya Yasmine Amores - Het verdriet van de fluit
Saya Yasmine Amores - Het verdriet van de fluit
Geert Zomer bespreekt de bundel ‘Het verdriet van de fluit ’van Saya Yasmine Amores: ‘Het is beschrijvende, vaak schrijnende tweetalige, poëzie. Ieder tweetalig gedicht spiegelt op haar beurt het innerlijk van de dichter. De dichteres lijkt verwikkeld in een spel tussen afstand en nabijheid, welke overbrugd wordt door verlangen, maar ook door boosheid, blijheid, angst, verdriet en pijn.’
Rob de Vos-prijs 2020 Eervolle vermeldingen (I)
Rob de Vos-prijs 2020 Eervolle vermeldingen (I)
Vandaag de eerste vier dichters die genomineerd werden voor de Rob de Vos-prijs en een eervolle vermelding kregen van de jury. Maak kennis met de dichters en lees hun gedichten. Laat u verassen door de verschillende benaderingen van ons wedstrijdthema en lees wat onze vakkundige jury ervan vond.
Lamia Makaddam - Je zult me vinden in elk woord dat ik schrijf
Lamia Makaddam - Je zult me vinden in elk woord dat ik schrijf
Hettie Marzak over de bundel 'Je zult me vinden in elk woord dat ik schrijf' van Lamia Makaddam: 'De gedichten in deze bundel zijn niet bedacht, niet geschreven met een pen die steeds weer schrapt. Deze gedichten moeten direct in het hart zijn opgeweld en rechtstreeks op papier gezet, zonder doorhalingen of correcties, zo ongeveer op de manier waarop Mozart volgens de overlevering zijn muziek noteerde. Het zijn gedichten over liefde, lichamen, vrouw-zijn. Hier is een vrouw aan het woord die ongeremd het leven zelf bezingt.'
Nieuwsbrief 38 / 18 oktober
Nieuwsbrief 38 / 18 oktober
Herwarth en Paul
Herwarth en Paul
Hans Franse over de ontplooiing van een Prins der Nederlandstalige dichters: Paul van Ostaijen. Het geweld van de Eerste wereldoorlog heeft het werk van van Ostaijen bepaald. Hoe kwam van Ostaijen in Berlijn? Wat was zijn band met uitgever Herwarth Walden van het tijdschrift ‘Der Sturm’ en met wie maakte hij allemaal kennis? Over inspiratie en revolutie, serieuze menselijkheid en klankpoëzie.
Klassieker 244: Menno Wigman - Promesse de bonheur
Klassieker 244: Menno Wigman - Promesse de bonheur
Het liefdesgedicht ‘Promesse de bonheur’ uit de bundel 'Mijn naam is Legioen' was niet enkel een favoriet van Menno Wigman zelf, ook recensenten en samenstellers van verzamelbundels blijken het te koesteren. Het gedicht is dus hard op weg om een klassieker te worden. Joost Dancet - ondertussen de nieuwe eindredacteur van deze reeks - vindt dat volkomen terecht!