Archief
Nieuwsbrief 45 / 4 december
Leven in Rome
Jan Loogman was in Rome en zag wat Hester Knibbe ooit opschreef: 'Beelden van Huisraad, Golfplaat, Afvoerbuis: een tempel van god Onooglijkheid'. Wie niet waagt, komt niet verder in deze stad die behalve van rommel ook bruist van lawaai. Is het wel lawaai, vroeg hij zich af. Hollanders zijn gewoon niet ervaren in het spel van geluid.
Dandy-isme en esthetiek als verzet in de poëzie
De afkeer van het burgerlijke, het concrete, eenduidige, was vanaf de jaren vijftig in de Vlaamse poëzie al aangesneden door schrijvers als Paul Snoek en Hugo Claus. In de jaren zestig werden zij opgevolgd door Nic van Bruggen en Patrick Conrad met een poëzie muzikaal van factuur, op woordklank gericht en meer of minder expressionistisch. Pieter Sierdsma komt met prachtige voorbeelden.
Joke van Leeuwen - Aan tafels
Æde de Jong recenseert de nieuwste bundel van Joke van Leeuwen, 'Aan tafels' en laat zich meevoeren in één lange, meanderende stroom poëzie. ‘Dat de lezer meegevoerd wordt in die zee van beelden komt ook door het bedwelmende, pakkende ritme.’ Met herkenbare motieven als de verstrijkende tijd en gemis ‘weet Van Leeuwen onze wereld trefzeker, zonder al te veel oordelen, in mooie beelden te vangen.’
Interview Albert Hagenaars
Dichter Albert Hagenaars is een pelgrim, onrustig, voortgedreven door nieuwsgierigheid naar vooral plaatsen en mensen, maar hij kent ook het tegendeel: het urenlang op één plaats bezig zijn met poëzie, hetzij die van hemzelf hetzij die van een ander. Dat geeft iedere keer een andere werkelijkheid. Elk woord, zelfs elke combinatie van in geen enkele taal bij elkaar horende letters, roept associaties op.
Elvis Peeters - Ontwrichte gedichten
In ‘Ontwrichte gedichten’ van Elvis Peeters licht de dichter zijn poëtica toe in ‘Toegevoegd proza’. Dat kan nooit goed gaan. Hettie Marzak aan het woord: ‘Volgens Peeters moet een gedicht centraal staan als levende entiteit en gebruikt het de dichter als medium. Waar de gedichten beperkt bleven tot algemeenheden en registraties als mededelingen en omschrijvingen, daar ontwikkelt het proza zich als mystieke codetaal. Geen van beide overtuigen, het blijven lege woorden zonder betekenis.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (69)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het negenenzestigste antwoord komt van Antony Samson.
Paul Demets - De hartvinger
Douwe Wilts is razend enthousiast over nieuwste bundel van Paul Demets: ‘’Met ‘De hartvinger’ heeft Paul Demets een weergaloze poging gedaan om de dualiteit op te heffen. En dat gevoel stroomt nu, vier weken nadat ik de bundel voor de eerste keer gelezen heb, nog steeds door mijn lichaam, het gonst in mijn hoofd, het heeft zich in de bodem van mijn ziel genesteld.’’
Nieuwsbrief 44 / 27 november
Ganzen
De nieuwe column van Hans Puper. De eerste alinea maakt nieuwsgierig: “Laatst vond ik een werkdagboek terug waarin ik boeiende ervaringen, interessante observaties en te onthouden tips noteerde. Toen ik stopte met werken, schreef ik er opmerkelijke passages, regels of strofen in die ik tegenkwam. Zoals deze: ‘Een troep ganzen – schrijvend met elkaars ganzenveer.’ “
Taco van Peijpe
‘Een druppel rolt van het blad / en het water gaat zingen.’ Zo is het met een woord van dichter Taco van Peijpe ook, het rolt bij ons binnen, beroert ons, tikt ons zachtjes aan, blijft even talmen, nestelt zich dan en vindt voorgoed een plaatsje. Mee te voelen hoe je ontstaat zodat je ergens blijft.
Geert Viaene - Waagzin
In zijn eerste recensie bespreekt Tom Veys de bundel ‘Waagzin’ van Geert Viaene. Het centrale thema is vallen. ‘’Het maatschappijbeeld dat in ‘Waagzin’ wordt beschreven, is niet altijd positief en soms zelfs pijnlijk, maar het is wellicht een poëtische oproep naar ons, de burger, de lezer, iedereen. In deze bundel is een talentvol dichter aan het woord die de zee, het vallen en de tederheid een meesterlijke stem geeft.’’
Interview Marjolijn van Heemstra
Eigenlijk gaat mijn werk vaak over bijzaken, over vreemde gedachtekronkels of glimwormen, zegt Marjolijn van Heemstra. Wel heb ik sinds ik moeder ben best veel geschreven over geboorte en leven met kinderen. Mijn fascinatie voor het grote, ongrijpbare echoot eigenlijk altijd wel door in mijn werk. Als stadsdichter wil ik, naast de actualiteit, graag ruimte geven aan het leven dat ondertussen door blijft gaan.
Peter de Liefde - De Canon Licht Verdicht
Inge Boulonois bespreekt de tweede lichtvoetige bundel van Peter de Liefde, ‘De Canon Licht Verdicht. De Vaderlandse Geschiedenis Nieuw Berijmd’, waarin De Liefde de lezer smakelijke humor voorschotelt in vijftig luchtige verzen. ‘De bundel is plezierig systematisch opgebouwd: verzen belichten de vijftig vensters der vaderlandse geschiedenis uit de officiële Canon van Nederland anno 2020.’ 'Alles bij elkaar vormt De Vaderlandse Geschiedenis Nieuw Berijmd een aangename, gevarieerde en toegankelijke bundel. Lichtvoetigheid is het middel par excellance om lucht te kloppen in de saaie, zware kost die geschiedenis kan zijn.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (68)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het achtenzestigste antwoord komt van Monica Boschman.
Iduna Paalman - Bewijs van bewaring
‘Bewijs van bewaring’ is de tweede bundel van Iduna Paalman. Herbert Mouwen was in 2019 onder de indruk van haar debuut, nu zegt hij dat zij in veel gedichten ‘de tijd openbreekt’ in haar poëtisch historisch onderzoek naar miskende vrouwen, ‘vrouwen die de tand des tijds niet of slechts gedeeltelijk overleefd hebben’. Toch vindt hij niet alle gedichten even geslaagd.
Nieuwsbrief 43 / 20 november
Het oprukkende woord
Hans Franse is een groot liefhebber van beeldende kunst en altijd geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen. Al vele jaren bezoekt hij de Biënnale in Venetië, nog fascinerender is Documenta in Kassel. Hij merkte veel taal op, veel luisteren en veel engagement met de dingen om ons heen, wat niet slecht is maar op een gegeven moment verlangde hij erg naar een verhelderend beeld.
Klassieker 265 : Roland Jooris – Giacometti
Joost Dancet bespreekt het gedicht 'Giacometti' uit 'Vertakkingen' (2021) van de Vlaamse dichter Roland Jooris (°1923). Roland Jooris zet zijn portret in woorden van de gerenommeerde beeldhouwer visueel neer zoals de kunstenaar het zelf deed. Als lezer word je, nog meer dan in andere poëzie, uitgedaagd om traag en behoedzaam te lezen en te herlezen en zelf op zoek te gaan naar zin en betekenis, door verbanden te vinden tussen de woorden, en tussen de woorden en het onderwerp.
Judith Herzberg - Doen en laten
Deze week opnieuw aandacht voor Judith Herzberg, vandaag bespreekt Maurice Broere ‘Doen en laten’, een bloemlezing van haar werk. ‘De gedichten staan stuk voor stuk door hun directheid en hun schijnbare eenvoud. Heel knap zijn haar korte verzen waar geen woord te veel in staat en waarin een wereld gesuggereerd wordt die je niet zelf in een paar zinnen zou kunnen weergeven. Suggestie is de kracht van haar poëzie.’
Interview Marijke Hanegraaf
Marijke Hanegraaf is verknocht aan het dichten, maar kan dat pas als de emoties 'uitgedenderd' zijn. Het volle leven is soms te veel om te kunnen schrijven. Tijdens een bezoek aan haar dochter in Nieuw-Zeeland schreef ze maanden niet, thuis schreef ze in één ruk door. Een interview over het ontstaan van haar bundel 'Bestaansbegeerte', met identiteit als het sturende thema.
Juryrapport Rob de Vos-prijs 2022
Ook dit jaar heeft de organisatie en jury van de Rob de Vos-prijs 2022 een juryrapport samengesteld voor alle deelnemers. Juryleden nemen het woord en geven een kijkje achter de schermen van onze poëziewedstrijd.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (67)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het zevenenzestigste antwoord komt van David Troch.
Judith Herzberg - Sneller langzaam
Judith Herzbergs nieuwste bundel, ‘Sneller langzaam’, wordt besproken door Johan Reijmerink: ‘Herzberg was en is toch vooral een dichter van de kortebaan: in weinig woorden maximale zeggingskracht leggen. Daarnaast is ze een dichter die de tegenspraak omarmt en daarin tegelijk een zekere terughoudendheid tentoonspreidt. In filosofische zin is ze voor mij een dichter die de idee van de deconstructie, zoals Jacques Derrida dat voorstaat, fraai toepast in deze bundel.’
