LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Anne E. Karelse
Anne E. Karelse
Een publicatie van een paar jaar geleden noemde ze ‘huishoudelijke gedichten’ maar Anne E. Karelse beperkt zich niet tot het huishoudelijke. Een boom of het frietkot, de snelweg bij Antwerpen of een familielid, het vallen van de gele regen of het blozen van de een, het is allemaal poëzie van de hoogste orde.
Simon Oosting - DC … en dichterbij / DC … en tichterby
Simon Oosting - DC … en dichterbij / DC … en tichterby
Hans Puper over ‘DC … en dichterbij / DC … en tichterby’, de tweetalige bundel van de Friese dichter Simon Oosting: ''Zijn poëzie is schijnbaar eenvoudig; zo eenvoudig dat je moet oppassen niet over dingen heen te lezen. Vaak lijken zijn gedichten nuchter, observerend, maar dat is schijn. Juist daardoor raken de gedichten je; meestal tenminste. ‘Het hart is bonzend en niet hier’, schreef Bloem en dat lezen we bij Oosting tussen de regels.''
Nieuwsbrief 42 / 15 november
Nieuwsbrief 42 / 15 november
Schrijven doet pijn
Schrijven doet pijn
Het zevende boek van columnist Hans Franse gaat over het leven van zijn zus, een oorlogsbruid die in 1946 trouwde met een Canadees. Het gaat ook over zijn eigen ontwikkeling in relatie tot haar. Een simpel onderwerp, dacht hij. Eerst werd het een opsomming van feiten, later kwamen daar de emoties bij. Toen moest er nog een beginzin komen….
Anne Marie de Wit
Anne Marie de Wit
Sterke observaties met ontroering en humor en daar dan poëzie van maken, dat doet Anne Marie de Wit. Schrijven is het derde oog of het zoveelste zintuig. Een herinnering wordt levend, een flard van een gesprek komt boven, het is een wonder en toch ook weer heel gewoon.
Frank van Pamelen - Bravogeroep en enthousiast gefluit
Frank van Pamelen - Bravogeroep en enthousiast gefluit
Recensent Inge Boulonois: ‘’Dichter-cabaretier Frank van Pamelen staat 25 jaar in het theater. Zijn nieuwe bundel bevat een overzicht van zijn poëtische oeuvre. Voelbaar dichtplezier en puntige vindingrijkheid spatten van de pagina’s af. Dit verzamelwerk bevat een bewonderenswaardige variatie in onderwerpen en versvormen. ‘Bravogeroep en enthousiast gefluit’ is een boek dat verre van gauw 'op' raakt.’’
"Neem de poëzie weg en we kunnen mensen meteen door robots vervangen"
"Neem de poëzie weg en we kunnen mensen meteen door robots vervangen"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het negenentwintigste gesprek, met recensent Marc Bruynseraede. Gedachten en gevoelens accentueren, verduidelijken zoals een mode-ontwerper zijn modellen kleedt of ontkleedt met stoffen, kleuren en vormen, zo doet een recensie dat met woorden. Dit alles, omdat communicatie belangrijk is en verrijkend en omdat goede poëzie ook die aandacht verdient.
Peter Prins - de Stad de Dystopie
Peter Prins - de Stad de Dystopie
‘de Stad de Dystopie’ van Peter Prins is eerder fotografisch dan tekstueel. Ivan Sacharov aan het woord: ‘’Alleen de titel al: met zo’n woord als ‘Dystopie’. Een omgekeerde utopie eigenlijk: geen onverwezenlijkbaar droombeeld, maar een (verwezenlijkte) nachtmerrie of hel. Hier ook nog met een hoofdletter geschreven, alsof het om de naam gaat van een specifieke plaats. Maar dat verandert niets aan het feit dat ik er toch een beetje moeite mee heb om ruim 40 gedichten lang eenzelfde soort indrukken voorgeschoteld te krijgen.’’
De favorieten van Truus Roeygens
De favorieten van Truus Roeygens
In de serie "favorieten van Meandermedewerkers" presenteert Truus Roeygens haar drie lievelingsgedichten. Zij koos voor werk van de dichters Ingrid Jonker, Alja Spaan en Radna Fabias.
J.V. Neylen - En niet bij machte
J.V. Neylen - En niet bij machte
De omslag van de bundel ‘En niet bij machte’ van J.V. Neylen ziet er stemmig uit volgens Paul Roelofsen en oogt niet als een debuut: ‘’Maar bij het lezen van de eerste gedichten blijft van de genoemde stemmigheid weinig over. De dichter gaat in het eerste hoofdstuk meteen vol op het orgel met titelloze gedichten waarin zinnen vol ‘Sturm und Drang’ worden geventileerd en waarin zij zich fel afzet tegen conventies en taboes.’’
Nieuwsbrief 41 / 8 november
Nieuwsbrief 41 / 8 november
Hoe meer je weet hoe meer je ziet
Hoe meer je weet hoe meer je ziet
De vaste columnist van deze tweede zondag in de maand, Karel Wasch, is ziek, daarom vandaag een column van recensent Johan Reijmerink. Over de pretentie van de recensent/criticus via o.a. Henk van Os en Joost de Vries, het populisme op het terrein van de kunsten en het ter discussie staan van de wetenschap naar het onlangs verschenen boek van Reijmerink zelf.
Christophe Ywaska
Christophe Ywaska
Christophe Ywaska veinst een schrijver die de wereld rondom hem en in de medemens probeert te vatten, zegt hij in zijn profiel, maar het is een echte dichter die zinnen maakt als “het naadloze spreken op rantsoen” of “hij stilt zonlicht tot een vogel op de muur”. Doen alsof is er niet bij. Ademloos volgen we hem.
Wiel Kusters - Zonder palet
Wiel Kusters - Zonder palet
Wiel Kusters heeft ‘Zonder palet’, dat voor het merendeel uit sonnetten bestaat, alfabetisch geordend. Dat kan willekeurig overkomen, maar het is functioneel. Hans Puper: ‘[Het] leven verloopt niet rechtstreeks van geboorte naar dood, je hoofd houdt zich niet aan tijd en ruimte. Herinneringen, associaties, plaatsen, het denken over de dood: ze lopen voortdurend door elkaar en het is aan niemand anders dan aan jou om daar betekenis aan te geven.’ Hij vindt het een mooie bundel.
Tsead Bruinja, de dichter die zich nooit vrij voelt, en telkens weer doorgaat (1)
Tsead Bruinja, de dichter die zich nooit vrij voelt, en telkens weer doorgaat (1)
Tsead Bruinja is Dichter des Vaderlands maar was natuurlijk altijd al een geëngageerd dichter én een grote taalliefhebber. Hoe gaat hij om met het dichterschap in de coronatijd? Zit hij wel eens vast in een gedicht en hoe gaat hij om met kritiek? Bruinja stelde zich kwetsbaar op en vertelde Mirthe Smeets dingen die niet iedereen weet.
René Smeets - Straks gaat het jenever sneeuwen
René Smeets - Straks gaat het jenever sneeuwen
In poëzie werd en wordt drank regelmatig bezongen, niet in het minst in het genre van light verse. Dankzij René Smeets is er nu een boek op de markt gekomen met uitsluitend gedichten over jenever, een drank die voor het eerst in de Lage Landen werd gestookt. Voor de bloemlezing ‘Straks gaat het jenever sneeuwen’ bracht hij maar liefst ruim honderd jenevergedichten bij elkaar. Een recensie van Inge Boulonois.
Albert Hagenaars
Albert Hagenaars
Men kijkt echt met andere ogen naar kunst als er regels bijkomen van schrijver en dichter Albert Hagenaars. Zijn blik omvat verwondering, ontroering, leert ons ‘het samenspel van beschouwen en begrijpen’. Alsof er nog meer zonlicht valt of een extra spotje het kunstwerk belicht en de schilder terugkomt om met het hoofd te knikken en onze hand te schudden.
Annet Zaagsma - Ongedierte dat niet bevriest
Annet Zaagsma - Ongedierte dat niet bevriest
Annet Zaagsma toont zich maatschappelijk betrokken in haar bundel ‘Ongedierte dat niet bevriest’. Inge Bak aan het woord: ‘Je kunt meegaan in de diepte van de dichter die door het inzetten van haar scherpe observatievermogen je laat wankelen. De taal van Zaagsma is in balans in betekenis, vorm, ritme en klank. Het overkomt mij niet vaak dat ik een bundel lees waarin bijna ieder gedicht een regel bevat die ik wil citeren omdat hij in alle opzichten mooi is.’
Nieuwsbrief 40 / 1 november
Nieuwsbrief 40 / 1 november
Alle zegen komt van boven
Alle zegen komt van boven
Waar een wandeling tot prangende vragen leidt als ‘was Staring een goede dichter?’ Jan Loogman loopt naar De Wildenborch, het kasteel van Staring. In de Achterhoek was hij bekend als notabele die de agrarische vooruitgang bevorderde maar landelijke bekendheid verwierf hij als dichter. De wandeling lijkt te worden verstoord en niet in het minst door de regen.
Bart Verstraete
Bart Verstraete
Een eerste zin kan ons al overtuigen, “nog voor de stad haar nachtkleed uitglipt”. Ritmisch en in zachte beelden met “onder haar gehemelte” de werkman die de “ochtendgeur van de straten borstelt”. De dichter als werkman, Bart Verstraete overtuigt ook hier zoals hij dat in zijn debuutbundel deed. “Hoe het verder moet”, wij weten het wel…
Poëzie Kort - 2020 / 5
Poëzie Kort - 2020 / 5
Vandaag een Poëzie Kort met besprekingen van vijf bundels: Bette Westera & Sylvia Weve – 'Uit elkaar' (Herbert Mouwen). Alain Delmotte – 'Twee dochters' (Marc Bruynseraede). Jeroen Dera en Charlotte Van den Broeck - 'Woorden temmen' (Kamiel Choi). Haiku Kring Nederland - 'OmNietsOmAlles' (Herbert Mouwen). Kreek Daey Ouwens - 'Guillaume' (Marc Bruynseraede).
“Het blijft bijzonder, het ogenblik dat je ergens door geraakt wordt en woorden vindt om daar uitdrukking aan te geven.”
“Het blijft bijzonder, het ogenblik dat je ergens door geraakt wordt en woorden vindt om daar uitdrukking aan te geven.”
Dichten is voor Jabik Veenbaas een levensbehoefte. “De poëzie kan me helpen om dingen te verwerken en het stelt me in staat om iets moois te maken dat er nog niet is.” Het verlangen om dat te doen heeft hij van jongs af aan. Zijn poëzie staat niet los van zijn filosofische werk. Bij beiden gaat het om je toewijding, over de waardering voor je werk gaan anderen.
Jeroen Messely - Nachtlus
Jeroen Messely - Nachtlus
Recensent Peter Vermaat bespreekt ‘Nachtlus’ van Jeroen Messely: ‘De taal in de hand van Messely is afkomstig van een woest palet, waarin binnenrijm of klankverwantschap met het ene woord een ander het gedicht in sleurt en het geheel daarmee tot een veelkleurige kolkplas vormt. Het is geen sinecure voor de lezer om in de kolkende overvloed van kleur, beeld en volume de drone te vinden die het geheel vanaf een bruikbare hoogte in perspectief zet.’