LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Klassieker 72: Neeltje Maria Min – mijn moeder is mijn naam vergeten
Klassieker 72: Neeltje Maria Min – mijn moeder is mijn naam vergeten
Met het gedicht ‘mijn moeder is mijn naam vergeten’ verwierf Neeltje Maria Min in één klap een sterrenstatus in de Nederlandse letteren. Inge Boulonois was op jonge leeftijd al getroffen door dit gedicht, en probeert veertig jaar later te achterhalen waar de kracht ligt van dit op het oog zo eenvoudige vers.
Klassieker 73: Eva Gerlach – Lievelingsdieren
Klassieker 73: Eva Gerlach – Lievelingsdieren
Volgens Edith de Gilde kan 'Lievelingsdieren' van Eva Gerlach als een schakel tussen haar oudere en nieuwere werk worden gezien. Een rijk gedicht, met een ongebruikelijk onderwerp: de pissebed. Gezien door de ogen van een kind, verwoord door een rijpe dichter.
Klassieker 74: Gerrit Krol - Roodborstje
Klassieker 74: Gerrit Krol - Roodborstje
In deze bijdrage van Inge Boulonois aandacht voor een gedicht van Gerrit Krol, die kort na het verschijnen van deze Klassieker een eredoctoraat aan de Vrije Universiteit kreeg, een onderscheiding die als volgt werd gemotiveerd: 'Het werk van Krol wordt in hoge mate gekenmerkt door een bijzondere stijl en compositie, maar het is vooral vanwege zijn open belangstelling voor allerlei wetenschapsgebieden, voor het fenomeen wetenschap op zichzelf en voor de relatie tussen wetenschap en literatuur dat de Vrije Universiteit hem deze eretitel toekent.'
Klassieker 75: Ida Gerhardt - Christus als hovenier
Klassieker 75: Ida Gerhardt - Christus als hovenier
Naast de klassieke oudheid was de bijbel voor Ida Gerhardt een belangrijke inspiratiebron. Bettine Siertsema bespreekt een gedicht dat Gerhardt schreef bij een schilderij van Rembrandt, waarin een stuk van het Paasverhaal uit het Johannes-evangelie uitgebeeld wordt.
Klassieker 76: Co Woudsma – Thuis
Klassieker 76: Co Woudsma – Thuis
Co Woudsma maakte in 1997 een opmerkelijk debuut met precieze en verrassende poëzie. Inge Boulonois over het gedicht ‘Thuis’: ‘Naar de vorm is dit een anakreontisch vers, d.w.z. zónder eindrijm en mét een strikt metrum: de tetrametische amfibrachys, zonder enige antimetrie.’ Ook inhoudelijk is ‘Thuis’ een bijzonder vers, dat snel zijn weg vond naar diverse bloemlezingen.
Klassieker 77: Herman Gorter - Zie je ik hou van je
Klassieker 77: Herman Gorter - Zie je ik hou van je
Joris Lenstra is een beetje verliefd op ‘Zie je ik hou van je’ van Herman Gorter: “een versje (…) dat uitblinkt in zijn eenvoud. Het is eerder een gedicht dat je kleine zusje of je dochter had kunnen schrijven dan een serieuze dichter.”
Klassieker 78: Judith Herzberg - Een kinderspiegel
Klassieker 78: Judith Herzberg - Een kinderspiegel
Met ‘Een kinderspiegel’ schreef Judith Herzberg een absolute klassieker. Zelf pas een dertiger schreef zij dit gedicht over de ouderdom vanuit het perspectief van een kind. In haar analyse laat Inge Boulonois zien, hoe knap dit eenvoudig ogende gedicht in elkaar steekt. En dat het –met het steeds gangbaarder worden van cosmetische chirurgie–meer dan ooit actueel is.
Klassieker 79: Harmen Wind – Remedie
Klassieker 79: Harmen Wind – Remedie
'Remedie' van de Fries-Nederlandse dichter Harmen Wind is een sonnet: twee kwatrijnen en een sextet in jambische tetrameter. Uit de titel spreekt een verlangen naar genezing, van angst en wanhoop en alles wat de ‘condition humaine’ tekent. De dichter vindt houvast in de poëzie met haar ‘vastgestelde wetten’. Inge Boulonois ziet parallellen maar ook verschillen met het beroemde 'Woningloze' van J. Slauerhoff.
Klassieker 80: Marijke Hanegraaf – Stokgooier en lezer
Klassieker 80: Marijke Hanegraaf – Stokgooier en lezer
In deze nieuwe aflevering werd het begrip 'klassieker' volgens de toenmalige redacteur Joop Leibbrand weer wat verder opgerekt. Edith de Gilde was als medegenomineerde aanwezig bij de uitreiking van de prestigieuze Poëzieprijs van de stad Oostende en kwam daar onder de indruk van een prijswinnend gedicht van Marijke Hanegraaf.
Klassieker 82: Anneke Reitsma - Schaapscheerderskou
Klassieker 82: Anneke Reitsma - Schaapscheerderskou
Een analyse door Inge Boulonois: Het gedicht ‘Schaapscheerderskou’ begint met een pittoreske Natureingang en via ingenieuze inhoudelijke én formele, versmetrische spiegeling worden onderlinge, onderliggende verbanden geschetst. De gelaagde onkenbare werkelijkheid vervat in de notendop van een gedicht. ‘Schaapscheerderskou’ getuigt van poëtisch vakwerk, passend bij het essayistische werk van dichter/schrijver Anneke Reitsma.
Klassieker 81: M. Vasalis – De idioot in het bad
Klassieker 81: M. Vasalis – De idioot in het bad
Het befaamde gedicht ‘De idioot in het bad’ van M. Vasalis kwam er maar bekaaid af in de bespreking van Gerrit Komrij in ‘In Liefde Bloeyende’: ‘het natste gedicht uit de Nederlandse poëzie’. Inge Boulonois neemt de lezer bij de hand, en gaat dieper in op vorm, beeldspraak en de nog altijd ontroerende inhoud.
Klassieker 83: Adriaan Roland Holst – De ploeger
Klassieker 83: Adriaan Roland Holst – De ploeger
Adriaan Roland Holst werd geprezen als schepper van 'onvergankelijke' poëzie, en werd zelfs de Prins der Dichters genoemd. Een terechte of achterhaalde titel? Joop Leibbrand staat stil bij 'De ploeger', als een van Adriaan Roland Holsts kenmerkendste gedichten. En passant komen twee andere gedichten langs, die het portret van deze gelauwerde dichter completeren.
Klassieker 84: Hein Walter – Hestia
Klassieker 84: Hein Walter – Hestia
Het gedicht ‘Hestia’ van Hein Walter is geschreven bij een sculptuur in brons van Siemen Bolhuis. Inge Boulonois ontsluiert de achtergrond van dit verstilde gedicht: ‘In acht tweeregelige strofen nodigt de godin de lezer uit om innerlijk stil te worden en met haar in contact te treden. Het gedicht leest, zoals bijna alle poëzie van deze kunstenaar en dichter, plezierig.’
Klassieker 85: Paul van Ostaijen – Het dorp
Klassieker 85: Paul van Ostaijen – Het dorp
Paul van Ostaijen voelde misschien zijn levenseinde naderen toen hij (rond zijn 32e verjaardag) ‘Het dorp’ schreef. ‘Al zijn strevingen leken vergeefs, het leven zinloos en absurd en hij gaf daar klank en beeld aan in dit gedicht’, zo lezen we in deze korte analyse van Remco Ekkers.
Klassieker 86: Herman de Coninck – Voor mekaar
Klassieker 86: Herman de Coninck – Voor mekaar
‘Kiezen voor Herman de Coninck is steeds kiezen tegen de echte poëzie. Niet dat ik die mening een warm hart toedraag. Ik verkondig slechts de mening die ik toen al op school in de poësis meekreeg. Herman was te gemakkelijk.’ In zijn beschouwing van ‘Voor mekaar’ geeft Yves Joris deze critici het nakijken.
Klassieker 87: Hans Andreus – Liggen in de zon
Klassieker 87: Hans Andreus – Liggen in de zon
Hans Andreus is een van die Nederlandse dichters die op zorgeloze wijze met de taal kunnen omgaan, aldus Joris Lenstra in zijn bespreking van ‘Liggen in de zon’: ‘Ze hebben een uitermate goed ontwikkeld gevoel voor woordklank, ritme en spraak waardoor de meest simpele zinnetjes door hen omgetoverd worden tot ware poëzie.’
Klassieker 88: Paul Marijnis – Bij een boeket
Klassieker 88: Paul Marijnis – Bij een boeket
Edith de Gilde bespreekt ‘Bij een boeket’ van Paul Marijnis: ‘[Hij] doet zijn voorgangers uit voorbije eeuwen eer aan. Hij is zich bewust van de schouders waarop hij staat, maar zet in dit gedicht de bewonderde voorbeelden kundig en kunstig naar zijn hand.’ Tot die voorbeelden rekent zij een gedicht van Piet Paaltjens en zelfs de 17e eeuwse dichter Jan Claesz. Schaep.
Klassieker 89: Lloyd Haft – Naar Psalm 1
Klassieker 89: Lloyd Haft – Naar Psalm 1
De psalmbewerkingen van Lloyd Lewis Haft werden in 2004 bekroond met de Ida Gerhardt Poëzie Prijs. Inge Boulonois brengt ‘Naar Psalm 1’ voor het voetlicht. Een hertaling, waarbij de dichter zowel naar vorm als inhoud een eigentijdse invalshoek kiest.
Klassieker 90: Chrétien Breukers - Een bericht
Klassieker 90: Chrétien Breukers - Een bericht
Onze nieuwe medewerker Lambert Wierenga gaat in op 'Een bericht' van Chrétien Breukers. De dichter reageerde alvast blij verrast te zijn met zijn bespreking.
Klassieker 91: Gerrit Kouwenaar - Zo helder is het werkelijk zelden
Klassieker 91: Gerrit Kouwenaar - Zo helder is het werkelijk zelden
In de Poëziekrant jrg. 30 nr. 5, okt.- nov. 2006, besprak Remco Ekkers Gerrit Kouwenaar leest Dat is alles. De passage waarin hij het gedicht 'Zo helder is het werkelijk zelden' behandelde, stond hij af voor de Klassiekers. Met zijn instemming schreef Joop Leibbrand er een aanvulling op.
Klassieker 92: Leo Herberghs - Psalm 23
Klassieker 92: Leo Herberghs - Psalm 23
De Bijbelse psalm 23 werd ooit getypeerd als 'de nachtegaal onder de psalmen'. Leo Herbergs schreef er een ironiserend gedicht over. Inge Boulonois las en besprak het aandachtig en eindigt met Bob Dylan.
Klassieker 93: Harry Mulisch - Dat komt gewoon doordat zijn vader eens
Klassieker 93: Harry Mulisch - Dat komt gewoon doordat zijn vader eens
Lambert Wierenga waagt zich aan 'Dat komt gewoon doordat zijn vader eens' van Harry Mulisch - een weerbarstig gedicht dat vraagt om studie. Nauwkeurig kijken. Persoonlijk nadenken.
Klassieker 94: Esther Jansma - Raam in de lucht
Klassieker 94: Esther Jansma - Raam in de lucht
Lambert Wierenga bespreekt 'Raam in de lucht' van Esther Jansma. Een gedicht dat lijkt te zijn opgebouwd uit losse lijntjes die wel iets hebben van de streken die het penseel of het plamuurmes als sporen achterlaat op het doek van een schilderij.
Klassieker 95: Leo Vroman - Jeldican en het woord
Klassieker 95: Leo Vroman - Jeldican en het woord
Remco Ekkers bespreekt op eigenzinnige wijze 'Jeldican en het woord' van Leo Vroman.